Samenvatting voor het vak Inleiding Strafrecht (RGBUSTR001). Beslaat samenvatting van de boeken Grondtrekken van het Nederlandse Strafrecht 7e druk (Hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 7, 8, 9, 10, 13) en Het Nederlandse strafprocesrecht 9e druk (Hoofdstuk 1, 3, 5, 13). Daarnaast bevat het document samenvattinge...
Week 1
Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht
Hoofdstuk 1: Inleiding
Strafrecht = publiekrecht
Relatie overheid-burger (verticaal)
Ten behoeve van samenleving
Verschilt met civielrecht
Strafrecht = sanctierecht
Gericht op het opleggen van straffen en/of maatregelen
Strafdoelen:
Vergelding
Generale preventie = Voorkomen dat men misdrijven pleegt
Speciale preventie = Voorkomen dat veroordeelde opnieuw misdrijf pleegt
Reparatie
Strafrecht als rechtsgebied
Materieel strafrecht
Bepaalt welk gedrag niet toegestaan is en welke personen daarvoor kunnen worden
gestraft
Formeel strafrecht oftewel strafprocesrecht
Welke regels, hoe en door wie, moeten worden gevolgd als een norm van het materiële
strafrecht is overschreden
Strafrechtelijk sanctierecht
Voorwaarden waaronder bepaalde straffen mogen worden opgelegd en ten uitvoer
gelegd
Commuun en bijzonder strafrecht
Commuun = Het strafrecht dat in de wetboeken is opgenomen
Bijzonder = Strafbepalingen in andere wetten
1. Verdachte
Vermoedelijke dader
Ingrijpende consequenties voor verdachte
Onschuldig tot veroordeling: onschuldpresumptie
Heeft rechten voor verdediging. Belangrijkste:
Zwijgrecht
, o Verdachte mag niet worden gedwongen een verklaring af te leggen
(pressieverbod)
o Verdachte moet op de hoogte gesteld worden van zwijgrecht (cautie)
Recht op rechtsbijstand
o Kan zich laten bijstaan door advocaat (raadsman)
Recht op kennisneming van processtukken
o Kennisneming kan worden beperkt in het belang van het onderzoek
2. Raadsman
Advocaat die verdachte adviseert en met hem de verdediging voert
Verdediging = Verdachte en raadsman samen
3. Getuige
Getuigenverklaringen kunnen worden gebruikt als bewijs
Slachtoffer kan ook getuige zijn
4. Deskundige
Voor onderzoek om feiten vast te kunnen stellen doet rechter beroep op deskundigen
Forensische deskundige = Deskundige die speciaal onderzoek verricht voor een rechter
Verdachte heeft soms het recht tegenonderzoek uit te voeren (Art. 150a lid 3 Sv)
5. Benadeelde partij
Kan zich ‘voegen’ in het strafproces door civielrechtelijke schadeclaim doen. Rechter kan
die toewijzen
6. Slachtoffer
Heeft bepaalde rechten (art. 51aa-51e Sv), zoals het ‘voegen’ als benadeelde partij of
het spreekrecht
7. Rechtbank, gerechtshof en Hoge Raad
Rechtbank = Eerste aanleg
Gerechtshof = Hoger beroep
Hoge Raad = Cassatie
Advocaten-Generaal: Hebben adviserende functie aan Hoge Raad (‘conclusies’)
8. Opsporingsambtenaar
Sporen strafbare feiten op
9. OM
Neemt beslissing zaak aan de rechter voor te leggen
Heeft verantwoordelijkheid voor opsporingsonderzoek
Tenuitvoerlegging van rechterlijke uitspraken is een taak van het OM
Officier van Justitie: Leiding over onderzoek, stelt dagvaarding op, bepaalt waar de
verdachte voor wordt vervolgd
Hulpofficier van Justitie: Hogere politieambtenaar
10. Reclassering
Betrokken bij ontwikkeling en organisatie van taakstraffen
Kan aanwijzingen geven waaraan veroordeelden zich moeten houden die
voorwaardelijk veroordeeld zijn
Geeft de rechter voorlichting over de persoon van de verdachte en de sociale omgeving
van de verdachte
Procesfasen:
, 1. Opsoringsonderzoek
Doel = Kunnen bepalen of er wel of geen strafvorderingen worden ondernomen
2. Onderzoek ter terechtzitting
Ingeleid door dagvaarding en start door uitroepen strafzaak
Doel = Achterhalen wat er precies is gebeurd
3. Beraadslaging en uitspraak
Wel of niet schuldig en sanctie
4. Rechtsmiddelen
Middelen om een beslissing van een overheidsinstantie te kunnen aanvechten
Hoger beroep en cassatie
5. Tenuitvoerlegging
Vonnis wordt ten uitvoer gelegd
1. Legaliteitsbeginsel (art. 1 Sv)
‘Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien’
Het wetsbegrip: wet in formele zin
Meer dan beperkte inbreuken op rechten en vrijheden vereisen een specifieke
wettelijke grondslag (HR Bloedproef; HR Onderzoek smartphone)
Uitgangspunt van strikte rechterlijke interpretatie (HR Bloedproef)
2. Bestanddelen van de bevoegdheidverlenende norm
3 bestanddelen:
De handeling (Welke handeling mag verricht worden?)
De bevoegde (Door wie mag de handeling worden verricht?)
De bevoegdheidsvoorwaarden (Onder welke voorwaarden is de bevoegde
gerechtigd die handeling te verrichten?)
3. Beginselen van een behoorlijke procesordetreden)
Beginsel van redelijke en billijke belangenafweging
Voldoen aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit
Beginsel van zuiverheid van oogmerk
Bevoegdheden moeten voor het bepaalde doel worden toegepast
Vertrouwensbeginsel
Overheid moet toezeggingen nakomen
Gelijkheidsbeginsel
Gelijke gevallen op gelijke manier behandeld
Het Nederlandse strafprocesrecht
Hoofdstuk 1
§ 3 Doeleinden van het strafproces(recht), spanningen
Twee aspecten strafprocesrecht:
1. Bevoegdheidstoedeling
, 2. Bevoegdheidsbegrenzing
Accusatoir en inquisitoir:
Accusatoir = Twee gelijkwaardige partijen strijden met elkaar tegenover een passieve rechter
die de rol van scheidsrechter vervult
o Gematigd accusatoir = Confrontatie van standpunten vindt plaats, maar
verdachte is wel object van onderzoek.
Inquisitoir = Vervolger en een beschuldigde verschijnen tegenover elkaar.
Geen gelijkwaardigheid
Beschuldigde is object van het onderzoek
Doelen van het strafprocesrecht:
Hoofddoel = Juiste toepassing van het materiële strafrecht op daders mogelijk maken, zodat
schuldigen worden gestraft en onschuldigen niet.
Nevendoelen:
o Mogelijk maken van generale en speciale preventie
o Voorkomen van eigenrichting
o Kanaliseren van maatschappelijke onrust, ofwel het scheppen van orde
o Genoegdoening aan het slachtoffer
Hoofstuk 2: Bronnen van het Nederlands strafprocesrecht
§ 1 Het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel
Artikel 1 Sv
o ‘Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien’
o Het wetsbegrip: wet in formele zin
o Meer dan beperkte inbreuken op rechten en vrijheden vereisen een specifieke
wettelijke grondslag (HR Bloedproef; HR Onderzoek smartphone)
o Uitgangspunt van strikte rechterlijke interpretatie (HR Bloedproef)
Vergelijking met benadering van het EHRM
o EHRM gaat uit van het materiële begrip ‘law’
o En stelt daaraan kwaliteitseisen
§ 2 Bij de wet voorzien en 3 Strafvordering
Artikel 1 Sv bindt het strafvorderlijk optreden van overheidsfunctionarissen aan de wet
- Vereiste van een wettelijke grondslag
Expliciete bevoegdheid (HR Bloedproef)
‘Inlezen’ in wettelijke bevoegdheid (HR Onderzoek smartphone)
Niet steeds in het Wetboek van Strafvordering
Betekenis van bijzondere wetten
Delegatie is toegestaan, maar terughoudend
Betekenis van beleidsregels
Betekenis van algemene taakstelling politie
- Toetsing van het concrete optreden
Toetsing aan geschreven recht
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jesselanser. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.75. You're not tied to anything after your purchase.