Hoofdstuk 17 Financiële analyse van de jaarrekening...................................................................................26
,Hoofdstuk 3 Financiële overzichten
Op een balans is links de vermogensbehoefte en rechts is de financiële wijze. Dit is dubbel
boekhouden. Een balans is een overzicht van bezittingen, schulden en het eigen vermogen
van een organisatie op een bepaald moment. Bij een BV en een NV is er altijd een
aandelenkapitaal. Het doel om aandelen uit te geven is om kapitaal te krijgen. Reserves zijn
ook te vinden op de balans van een nv of een bv:
1. Agioreserve = het verschil tussen het ontvangen bedrag uit een aandelenemissie en
de nominale waarde van de uitgegeven aandelen. (Aandelen boven de nominale
waarde uitgeven). Dit zullen ze doen omdat ze verwachten dat de aandelen meer
waard worden.
2. Herwaarderingsreserve = als bijvoorbeeld een bezit in waarde stijgt.
3. Winstreserve = winst die in een jaar niet wordt uitgekeerd.
Reserve is nooit onderdeel van het vreemd vermogen!
Een in de toekomst te verwachte ‘tegenvaller’ waar je nu al rekening mee houdt, door vanuit
het resultaat een bedrag toe te kennen aan de post voorziening. Op het moment dat je de
‘tegenvaller’ hebt, dan boek je deze tegenvaller ten laste van de voorziening en niet ten laste
van het resultaat. Je laat dus zien dat je rekening houdt met uitgaven die je in de toekomst
moet doen.
Er zijn in principe 2 manieren om bezittingen te financieren:
- Met eigen vermogen
- Met geld van schuldeisers, dit moet worden terugbetaald.
De resultatenrekening is een overzicht van de opbrengsten en de kosten van een organisatie.
Het resultaat (eigen vermogen) is de sluitpost die ervoor zorgt dat de beide zijden van de
balans aan elkaar gelijk zijn.
Op de resultatenrekening worden de opbrengsten en kosten uit activiteiten genoteerd. De
resultatenrekening is een overzicht waarop de opbrengsten en de kosten van een
organisatie worden weergegeven. Het saldo van de opbrengsten en kosten, winst en verlies,
zijn allemaal stroomgrootheden. Daarbij spreek je vaak over bijvoorbeeld de omzet per
maand, omzet per kwartaal.
Bedrijven gebruiken de brutowinst als percentage van de omzet vaak om de eigen prestaties
te vergelijken met de concurrenten.
Het bedrijfsresultaat is het bedrag dat in principe beschikbaar is voor de
vermogensverschaffers van het bedrijf en de belastdingdienst.
Er zijn verschillende soorten vaste activa:
- Materiele vaste activa = duurzame productiemiddelen, het zijn bezittingen die je kunt
zien en vastpakken
- Immateriële vaste activa = deze kunnen niet worden vastgepakt. Een bijzondere
vorm is goodwill, dit is het verschil tussen de betaalde waarde voor een bedrijf of
onderdelen van een bedrijf en de boekwaarde van de gekochte activa.
, - Financiële activa = bedrijven kunnen het geld dat ze tijdelijk niet nodig hebben voor
de bedrijfsuitvoering op een bankrekening laten staan. Het uitgangspunt voor zo’n
beleggingsportefeuille is dat het vermogen op termijn nodig is voor vervangings- of
uitbreidingsinvesteringen.
Eigen vermogen is vermogen dat permanent aan de onderneming voor de financiering van
activa ter beschikking is gesteld. Het bestaat uit de volgende onderdelen:
- Aandelenkapitaal = aantal uitgegeven aandelen x nominale waarde per aandeel
- Reserves = het gedeelte van het eigen vermogen dat niet kan worden toegerekend
aan het aandelenkapitaal.
o Agioreserve = verschil tussen het ontvangen bedrag uit een aandelenemissie
en de nominale waarde van de uitgegeven aandelen.
o Herwaarderingsreserve = als de waarde van activa door economische
omstandigheden toeneemt dan wordt dit voordeel op de creditzijde als
herwaardering bijgeboekt,
o Winstreserve
Autonoom vermogen = vermogen dat door derden op basis van een financieringscontract
aan de onderneming ter beschikking is gesteld
Geïnduceerd vermogen = automatisch door de uitvoering van een onderneming aan de
onderneming verstrekt vermogen bijvoorbeeld verkregen krediet van leveranciers
(crediteuren) of de belastingdienst (belastingaanslag komt achteraf)
Operationele activiteiten zijn eigenlijk de kernactiviteiten. Kosten drukken de winst!
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht laat zien hoeveel geld een bedrijf in een jaar per saldo netto heeft
ontvangen, hoeveel geld het bedrijf heeft geïnvesteerd en hoeveel geld er aan de
vermogensverschaffers is uitgekeerd. Het kasstroomoverzicht is dan ook een overzicht
waarin een organisatie laat zien, hoe de verandering van het saldo op de bankrekening op
twee balansdata tot stand is gekomen.
Bedrijven gebruiken bijvoorbeeld de verwachte vrije kasstroom als uitgangspunt voor het
berekenen in hoeverre een investering economisch zinvol is of niet.
Kasstroom = toe- of afname van de liquide middelen. Kasstroomoverzicht is daarbij een
overzicht waarin de geldstromen (ontvangsten en uitgaven) in een bepaalde periode worden
vastgelegd. Het geeft een verklaring (onderbouwing) van de mutatie van de post liquide
middelen. Er zijn daarbij drie stromen:
- Kasstroom uit operationele activiteiten -> vloeien voort uit de dagelijkse activiteiten
waarmee de organisatie zijn geld verdient.
- Kasstroom uit investeringsactiviteiten -> betalingen aan leveranciers van vaste activa
en de ontvangsten van de verkoop van gebouwen, machines en inventaris die het
bedrijf niet meer nodig heeft.
- Kasstroom uit financiering activiteiten -> betalingen aan de vermogensverschaffers in
de vorm van aflossingen op leningen, rente en winstuitkering.
Het saldo van de drie kasstromen is de mutatie van de liquide middelen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nickybevelander. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.61. You're not tied to anything after your purchase.