TAF: STEM
INLEIDING: HOE KOMT SPRAAK/ TAAL TOT STAND
• trilling systeem: de stemplooien (bron van spraakgeluid)
• ademhaling (lucht nodig om stem te trillen= motor)
• resonantieholtes
→ motor zorgt ervoor dat onze bron gaat trillen en dat geluid wordt versterkt
in de resonantieholtes
Wat gebeurt er als er gezongen wordt?
• De stemplooien bewegen, ze openen en sluiten dit zorgt voor trilling
Stemplooien in beeld brengen:
rigide scoop: wordt via mondholte tot in orofarynx gebracht en zo worden stemplooien
belicht
flexibele scoop: via de neusholte de stemplooien in beeld gebracht
spraakgeluid komt tot stand door harmonische samenwerking van ademhaling, stemgeving
resonantie en articulatie
zenuwstelsel: heeft invloed op de 3 systemen van de spraakproductie:
1. ademhaling
2. fonatie
3. articulatie en resonantie
,1. ANATOMIE VAN DE LARYNX
Het strottenhoofd (larynx) is de geluidsbron = generator v.h. stemgeluid.
De larynx vormt het bovenste gedeelte van de onderste luchtwegen.
Wordt begrensd door:
• ventraal (vooraan): spieren, huid
• dorsaal (achteraan): slokdarm, wervelkolom
• craniaal (bovenaan): keelholte
• caudaal (onderaan): trachea (luchtpijp)
Locatie:
• tussen het tongbeen en de luchtpijp
• ter hoogte van de 3e, 4e, 5e en 6e halswervel
Grootte van de larynx:
• mannen: 44mm
• vrouwen: 36mm
→ De larynx van een man is groter dan die van een vrouw
Larynx hangt vast aan belangrijke structuur: tongbeen. Tongbeen maakt geen onderdeel uit
van larynx maar is de ophangstructuur.
Vooraan larynx; huid, achteraan; wervelkolom en slokdarm, onderaan; trachea, bovenaan;
tongbeen. = globaal.
1.1 KRAAKBEENSKELET
• Het kraakbeenskelet van de larynx bestaat uit het tongbeen (os hyoideum) en 9
kraakbeenderen.
• De verschillende kraakbeenderen zijn met elkaar verbonden via ligamenten en
membranen.
• 3 kraakbeenderen zijn niet-gepaarde, eerder grotere kraakbeenderen en 3 andere zijn
gepaarde, eerder kleinere kraakbeenderen
2
,Het kraakbeenskelet bestaat uit:
• 1 cartilago thyroidea = het grootste = schildkraakbeen
• 1 cartilago cricoidea = ringkraakbeen = ringvormig (sluit aan bij trachea)
• 2 cartilagines arytaenoidea = bekervormige kraakbeentjes (belangrijk: stemplooien
hechten daaraan)
• 2 cartilagines corniculatae = 2 kleine kraakbeentjes bevinden zich op die bekervormige
kraakbeentjes= kraakbeentjes van Santorini
• 2 cartilagines cuneiformes = zwevend kraakbeentjes hangt niet los maar zit vast a.d. ari
epiglottische plooi
• 1 cartilago epiglottica = strotklepje
1.1.1 TONGBEEN (OS HYOIDEUM)
= het is de oorsprong of aanhechtingsplaats van vele spieren, waaronder de larynxspieren.
• Is U-vormig: de beentjes van de U-vorm zijn naar achteren en licht opwaarts gericht.
• Horizontaal in de nek gelokaliseerd thv 3e nekwervel
• De larynx is ‘opgehangen’ ah tongbeen
tongbeen bestaat uit:
• corpus
• cornu minus
• cornu majus
1.1.2 SCHILDKRAAKBEEN (CARTILAGO THYROIDEA)
= het grootste kraakbeen vd larynx. Vormt het bovenste deel van de larynx. Hangt met zijn
lange horens aan het tongbeen. Het vormt de voor- en zijkant vd larynx. De achterkant is
open.
3
, Schildkraakbeen bestaat uit :
• Lamina dextra cartilaginis thyroideae
• Lamina sinistra cartilaginis thyroideae
• Cornu superius
• Cornu inferius
• Incisura superior
• Incisura inferior
• Prominentia laryngea (=adamsappel)
• Linea obliqua
• Tuberculum thyroidea superior
• Tuberculum thyroidea inferior
Waarom steekt de adamsappel (voorste punt) bij mannen er meer uit dn bij vrouwen?
→De hoek tss de 2 laminae thyroideae is +- 90gr bij man en 120gr bij de vrouw
→In de puberteit neemt het strottenhoofd bij jongens sterk in grootte toe, hetgeen van
invloed is op de stemhoogte.
De linea obliqua loopt oppervlakkig over elke lamina, beneden- en voorwaarts van de
tuberculum thyroidea superior en de tuberculum thyroidea inferior.
1.1.3 RINGKRAAKBEEN (CARTILAGO CRICOIDEA)
= ligt tussen het schildkraakbeen en de bovenste tracheale kraakbeenring
= vormt onderste deel van het kraakbeenskelet
= bestaat uit 2 delen : een voorste arcus en een achterste lamina posterior ( heeft
zeshoekige vorm → de vooruitstekende boord op de middellijn vd lamina posterior (crista)
dient als aanhechtingsplaats van de intrinsieke larynxspieren.
A = vooraanzicht
B = achteraanzicht
C = zijaanzicht
• Facies articulares arytaenoideae
• Facies articulares thyroideae
• Arcus cartilaginis cricoideae
• Lamina posterior
• Crista
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElineDesmet123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.