Samenvatting van het boek 'Jaarverslaggeving', Peter Epe, 0567.
Ik heb hoofdstuk 1 t/m 11 samengevat vanuit het boek en vanuit de aantekeningen uit mijn lessen. De samenvatting kon helaas niet korter, alle informatie is relevant.
De samenvatting heb ik gebruikt voor het vak Financial Accounting...
Large document, but all the fabric has been discussed in general, very nice!
Seller
Follow
samemmens
Reviews received
Content preview
Samenvatting boek: Jaarverslaggeving Noordhoff, Dr. Peter Epe RA
Hoofdstuk 1 t/m 11
, 3.2 Financial Accounting
H1: externe verslaggeving
Jaarrekening = eisen: betrouwbaar & relevant, over het afgelopen jaar.
Creative accounting = winstwerving, buiten de regels om. Dit kan door opwaarts
of neerwaarts aanpassen, stelselwijziging van voorraadmutaties, winstegalisatie
of door een taking-a-bath strategie.
Winstegalisatie = zorgen voor een stabiele winstontwikkeling door in
goede jaren winst naar beneden toe bij te stellen en dit toevoegen aan de
winst in een minder goed volgend jaar.
Taking a bath strategie = in een erg slecht boekjaar de winst nog slechter
maken door extra afschrijvingen of het vormen van
reorganisatievoorzieningen. Die extra verlies maakt niet veel uit.
Aantrekkelijk wanneer er een nieuw management aantreed, dat geen
verantwoordelijkheid hoeft te nemen voor het geleden verlies en kan
pronken met de extra winsten.
Beursgenoteerde ondernemingen zijn verplicht volgens de Europese Unie om hun
geconsolideerde jaarrekening op te stellen obv IFRS. Deze strikte en
gedetailleerde regels zijn opgesteld door: IASB. IASB wordt geadviseerd door de
IFRSAC (bestaande uit 45 leden uit nationale regelgeving). De IFRSIC bekijkt
onduidelijkheden in de standard en verheldert.
IASB-framework: Opstellen jaarrekening obv toerekeningsbeginsel en
continuïteitsbeginsel.
Niet-beursgenoteerde ondernemingen = nationale wetgeving
Drie modellen:
1. Het bezitsmodel = geen scheiding tussen leiding en eigendom. Doel =
winst. Belanghebbenden = ondernemer en de fiscus. Eenmanszaken en
vennootschappen.
2. Het klassieke of gesloten model = scheiding tussen leiding en eigendom.
Twee partijen = kapitaalverschaffer en kapitaalbeheerder. Centraal:
verantwoordingsfunctie.
3. Het moderne of open model = beursgenoteerde ondernemingen:
beleggers. Partijen = kapitaalverschaffers, kapitaalbeheerders,
werknemers, vakbonden, overheid en publiek. Jaarrekening heeft een
informatie-of beslissingsondersteunende functie. Ook behoefte aan niet-
financiële info: sociale jaarverslagen en milieuverslagen.
H2: waarde en winst
Waarderingsgrondslag inkoopmarkt:
Economisch Boekhoudkundig
Meer relevant, minder Minder relevant, meer
betrouwbaar betrouwbaar
Prospectief (= vooruit denkend) Retrospectief (= achteraf bekijken)
Waardeert complex van Waardeert individuele activa/ passiva
productiemiddelen
Grondslag is indirect (= Grondslag is inkoopprijs
opbrengstwaarde)
Veel subjectiviteit door schattingen Minder schattingen
Informatie t.b.v besluitvorming Informatie t.b.v afleggen van
verantwoording
,Waarderingsgrondslag verkoopmarkt:
Indirecte opbrengstwaarde = bedrijfswaarde. Contante waarde toekomstige
netto-kasstromen.
Directe opbrengstwaarde = netto-opbrengst van de productiemiddelen.
Liquidatiewaarde = directe opbrengstwaarde bij gedwongen verkoop.
H3: verslaggevingsprincipes
Verslaggevingsprincipes:
Toerekeningprincipe: toerekening van inkomsten en uitgaven aan perioden
waarop ze betrekking hebben.
o Realisatieprincipe: Opbrengstenkant: omzet nemen als risk&reward is
overgenomen, op moment van levering dus. Uitzonderingen
realisatieprincipe bij langlopende werken, effecten en valutaresultaten
(voordelige koersveranderingen).
o Matchingprincipe: Kostenkant: kosten toerekenen aan de periode waarin
de opbrengsten genomen worden die ontstaan zijn uit het verbruik van de
productiemiddelen.
- Productmatching: alleen directe kosten. Uitgaven worden toegerekend aan
de voorraden. Pas als de voorraden zijn verkocht, worden de kosten
genomen.
- Period- matching: alleen indirecte kosten. Worden geactiveerd via
afschrijvingen.
Continuïteitsprincipe: De onderneming zal blijven bestaan. Als het zeker is
dat dit niet het geval is: going-concern-grondslag > waarderen op
liquidatiewaarde > directe opbrengstwaarde bij verkoop. More likely than
not.
Voorzichtigheidsprincipe: kosten meenemen zodra bekend en 50% zeker
is. Omzet pas nemen als het echt zeker is.
Bestendigheidsprincipe: waarderingsgrondslagen mag je wel aanpassen,
maar alleen bij grondige redenen en dan ook over eerdere jaren. Reden:
vergelijkbaarheid informatie mogelijk maken.
Stelselwijziging:
Toegestaan bij een grondige reden
Vergelijkende cijfers vorig boekjaar ook aanpassen
Schattingswijziging:
De aard en kwantitatieve effect op de huidige en toekomstige perioden
vermelden als dit word vereist
Prospectief verwerken: op moment van schattingswijzigingen
boekwaarden niet aanpassen.
Stelselwijziging niet verwarren met schattingswijzigingen, dit is namelijk vooraf
bedacht en stelselwijziging achteraf en vrijwillig.
Belanghebbenden binnen een organisatie:
De leiding en werknemers
Eigenaren; aandeelhouders
Vermogensverschaffers; banken, beleggers
Afnemers en leveranciers
, Overheid; fiscus
Vakbonden
Drie soorten jaarrekeningen:
1. Interne jaarrekening voor de leiding
2. Externe jaarrekening voor belanghebbenden
3. Fiscale jaarrekening voor de fiscus
Interne informatieverschaffing = hulpmiddel bij besluitneming over het
bedrijfsproces door de leiding.
Externe informatieverschaffing = hulpmiddel bij besluitneming door
belanghebbenden.
Window dressing = net vóór balansdatum aflossen van kortlopende schulden.
H4: regelgevers en toezichthouders
Toezichthouders op de externe verslaggeving:
Accountant:
o Onafhankelijke deskundige belast met de controle v.d jaarrekening op
juistheid en volledigheid.
o Voor de externe belanghebbenden.
o Accountants staan ingeschreven bij het NBA.
o Controlewerkzaamheden: vergunning van de AFM nodig
AFM: controle op de accountant op twee manieren
o Controle op de controleur: als sanctie een dwangsom opleggen
o Onderzoek jaarrapporten beursgenoteerde ondernemingen
steekproefgewijs.
o Oordeel: verslaggevingsstandaarden niet goed toegepast > onderneming
aanbevelen om tot restatement over te gaan: publieke mededeling dat het
gepubliceerde jaarrapport niet juist is. Weigert de onderneming? AFM
procedure aangaan bij de Ondernemingskamer.
Ondernemingskamer:
o Iedere belanghebbende (ook AFM) kan naleving v.d wet-en regelgeving
vorderen bij de Ondernemingskamer v.h Amsterdamse gerechtshof. De
rechter bepaalt.
o De rechter bepaalt in iedere afzonderlijke situatie of er sprake is van een
belanghebbende als klager.
o Klager moet aantonen dat er door de onjuist toepassen van de regels,
nadeel is ontstaan
o Niet eens met de rechter? Beroep in cassatie
bij de Hoge Raad
o Geen eis tot schadevergoeding > daarvoor
civiele procedure tegen het bestuur van de
rechtspersoon
Dutch-gaap = de Nederlandse wettelijke
bepalingen + de RJ’s.
Wat zijn de RJ’s? Richtlijnen voor de verslaggeving
Nederlandse wetgeving: aantal zaken dwingend en
aantal zaken opengelaten, die worden ingevuld
door de Raad van Verslaggeving (RJ).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samemmens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.80. You're not tied to anything after your purchase.