Het onderhavige document bevat alle onderwijsgroepen voor de module 'Verdieping bestuurs(proces)recht' (PUB4020). Per leertaak zijn de vragen uitgewerkt en vanuit meerdere invalshoeken beantwoord door gebruik te maken van voorgeschreven literatuur, (niet-)aanbevolen literatuur en jurisprudentie. Vo...
Inhoudelijke introductie
1) Het besluit is als bekend een van de kernbegrippen van het bestuurs(proces)recht. In deze eerste
onderwijsgroep wordt ingegaan op een aantal aspecten van het besluit. Met name het vereiste van een
bevoegdheid en daarbij onder meer de zogeheten publieke taak zal onder de loep worden genomen.
- Waarom wordt zo aan een bevoegdheidsgrondslag gehecht?
- Wat is bijvoorbeeld het gevolg wanneer het bestuursorgaan een besluit neemt maar niet over
de daarvoor verlangde bevoegdheid blijkt te bezitten? Vgl. rechtsoverweging 4.2 van ABRS
16 januari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:98.
- Is altijd helder wanneer er een publiekrechtelijke bevoegdheid bestaat, afgezet tegen een
privaatrechtelijke bevoegdheid; en wat is daarvan eigenlijk de relevantie?
2) Van besluit naar …?
Het besluitbegrip staat al langere tijd ter discussie. Die discussie spitst zich vooral toe op de vraag in
hoeverre het besluitbegrip als toegangspoort naar de bestuursrechter voldoet. De kwestie speelt niet
alleen sterk in het wetenschappelijk discours, maar komt ook duidelijk aan de oppervlakte in de
rechtspraktijk, getuige bijvoorbeeld de ontwikkeling van het zogenaamde strategisch besluitbegrip.
Het besluit wordt kortom meer dan eens als knellend ervaren in het kader van bestuursrechtelijke
rechtsbescherming.
- Dient er niet naast of misschien in plaats van het besluit een ander concept te worden
geïntroduceerd om bestuursrechtelijke rechtsbescherming te kunnen verkrijgen?
- Zijn alternatieven als een bestuursrechtelijke of zelfs wederkerige rechtsbetrekking denkbaar?
- En dient bijvoorbeeld ruim(er) baan te worden geboden aan een constructie als de
verzoekschriftprocedure?
Casus
Waterleidingmaatschappij ‘Sterk Water’ wil graag in de gemeente Nijmegen leidingen en
aansluitingen aan woningen aanleggen. Dat betekent (graaf)werkzaamheden in gemeentegronden.
‘Sterk Water’ vraagt aan het gemeentebestuur van Nijmegen hiervoor toestemming. ‘Sterk Water’
heeft geen geluk; het gemeentebestuur weigert de toestemming. Het gemeentebestuur baseert die
weigering op de hoedanigheid van de gemeente als eigenares van de betreffende gronden. Kan deze
weigering als een besluit worden gekwalificeerd?
- (i(a).) Waarom wordt zo aan een bevoegdheidsgrondslag gehecht?
Antwoord: de bevoegdheidsgrondslag (lees: het legaliteitsbeginsel) is gewichtig wegens drie
aspecten. Ten eerste de legitimering. Het legaliteitsbeginsel bewerkstelligt dat het optreden van het
bestuur gelegitimeerd wordt. De wetgever heeft aan het bestuur de bevoegdheden gegeven om
eenzijdig plichten aan burgers op te leggen. Dit wordt louter door burgers geaccepteerd als zij ervaren
dat ze mee kunnen bepalen, wat indirect geschiedt door verkiezingen. Ten tweede biedt het
legaliteitsbeginsel bescherming aan burgers. De bevoegdheden van het bestuur worden gelimiteerd
door te codificeren dat de bevoegdheden louter in bepaalde gevallen benut kunnen worden. Ten slotte
zorgt het legaliteitsbeginsel ervoor dat burgers rechtszekerheid alsmede rechtsgelijkheid verkrijgen,
daar de wet duidt welk bestuursorgaan bevoegd is om een bepaald besluit te nemen, waardoor men
weet wat het bestuursorgaan al dan niet mag verrichten.
3
LexRosa 2021 - Verspreiden niet toegestaan.
, - (i(b).) Wat is bijvoorbeeld het gevolg wanneer het bestuursorgaan een besluit neemt maar niet
over de daarvoor verlangde bevoegdheid blijkt te bezitten? Vgl. rechtsoverweging 4.2 van
ABRS 16 januari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:98.
Antwoord: er is evenzeer sprake van een besluit als bedoeld in art. 1:3 lid 1 Awb als het
bestuursorgaan een mededeling doet dat het in een bepaald geval niet bevoegd is het door de
verzoeker gewenste rechtsgevolg te bewerkstelligen. Deze mededeling behelst een oordeel over de
aanwezigheid en de reikwijdte van de door de aanvrager veronderstelde bevoegdheid. Is aan het
bestuursorgaan, aan wie het verzoek is gericht, geen enkele bevoegdheid toegekend in het kader van
de uitvoering van de wettelijke regeling waarop het verzoek betrekking heeft en het ook geen
bemoeienis heeft met de aan andere bestuursorganen opdragen uitvoering en handhaving van deze
wettelijke regeling, dan is er geen sprake van een besluit.
(Regel) Dit behelst dat schriftelijke reacties van bestuursorganen op verzoeken om bepaalde
bestuursbevoegdheden aan te wenden, inhoudende dat die bevoegdheid niet bestaat of zich niet
uitstrekt tot het voorgelegde geval, als besluit moet worden aangemerkt. Dit is slechts anders ingeval
in het geheel geen bevoegdheid voorhanden is waarop inwilliging van een verzoek gebaseerd zou
kunnen worden. Neemt het bestuursorgaan onterecht een besluit, dan dient de bestuursrechter
rechtsbescherming te bieden aan de belanghebbenden die zich tegen het litigieuze besluit verzetten en
te beoordelen of dat bestuursorgaan terecht een besluit heeft genomen. Indien dat niet het geval is, dan
kan de bestuursrechter het besluit vernietigen. Met andere woorden, er is niet van rechtswege sprake
van een vernietigbaar of nietig besluit: de bestuursrechter dient daaromtrent te interveniëren.
- (i(c).) Is altijd helder wanneer er een publiekrechtelijke bevoegdheid bestaat, afgezet tegen
een privaatrechtelijke bevoegdheid; en wat is daasrvan eigenlijk de relevantie?
Antwoord:
Het publieke taak-criterium kan relevant zijn voor de vraag of een orgaan als bestuursorgaan moet
worden aangemerkt, maar ook of een besluit als publiek- of privaatrechtelijk moet worden
aangemerkt. Dit criterium komt dus zowel bij de tweede als de derde voorwaarde van het besluit
krachtens art. 1:3 Awb aan de orde.
1. Is er sprake van een bestuursorgaan?
Dit gaat over de zogeheten b-organen krachtens art. 1:1 Awb. De vraag is of een privaatrechtelijke
rechtspersoon als bestuursorgaan moet worden aangemerkt. Privaatrechtelijke rechtspersonen
kunnen alleen als bestuursorgaan worden aangemerkt indien zij met openbaar gezag bekleed zijn
(art. 1:1 lid 1 sub b Awb).
Enkele voorbeelden
▪ De overheidsstichting
(i) Stichting Silicose Oud-mijnwerkers
Het bestuur van de Stichting Silicose Oud-mijnwerkers verstrekt
vergoedingen aan oud-mijnwerkers op basis van een door haar vastgesteld
reglement. Om te beoordelen of de stichting kan worden aangemerkt als een
bestuursorgaan krachtens art. 1:1 lid 1 sub b Awb, is van belang of de
beslissingen omtrent toekenning van subsidie worden bestempeld als ter
uitvoering van enig openbaar gezag. Daarbij is de rol van de overheid van
belang. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt, gezien de band tussen de
stichting en de staatssecretaris, dat de toekenning van vergoedingen geschiedt
4
LexRosa 2021 - Verspreiden niet toegestaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LexRosa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.96. You're not tied to anything after your purchase.