Samenvatting Ethiek in sociaal werk, ISBN: 9789043033916 Ethiek
9 views 0 purchase
Course
Ethiek
Institution
Hogeschool Leiden (HSL)
Book
Ethiek in sociaalagogische beroepen
In dit document staat de hoofdstukken 1 t/m 3 en 5 t/m 6 beschreven. Het is per hoofdstuk en paragraaf ingedeeld. Zo is alles ook makkelijk terug te koppelen aan het boek. De belangrijke begrippen en personen zijn rood gemaakt en/of gemarkeerd. De belangrijkste punten zijn er dus gemakkelijk uit te...
1.1
Wanneer je jezelf de vraag stelt hoe mensen met dieren zouden moeten omgaan, stel je jezelf een
morele vraag. Morele vragen gaan over goed en kwaad, over de manier waarop mensen zouden
moeten leven. Vrijheid hebben om te kiezen en daarnaast zelf dus verantwoordelijk zijn voor je
keuze is een essentiële voorwaarde voor moraal. Morele opvattingen zijn een antwoord op de vraag
hoe men zich als mens goed en verantwoordelijk kan gedragen.
Bij moraal gaat het over waarden en normen. Deze zijn verbonden aan een levensvisie, aan idealen
over hoe het leven zou moeten zijn en wat mensen zouden moeten doen. Mensen kunnen rationeel
nadenken over morele vragen, maar ze kunnen ook moreel handelen op basis van intuïtie en
emoties. De Belgische filosoof Verplaetse doet onderzoek naar de verschillende achtergronden van
morele keuzes. Hij onderscheidt 4 intuïtieve moralen:
- De hechtingsmoraal regelt hoe we omgaan met de mensen met wie we verbonden zijn. In
deze moraal gaat het over hechting en empathie.
- De geweldmoraal is een moreel systeem dat regelt hoe we met bedreigende situaties
omgaan. De geweldmoraal speelt een grote rol in oorlogssituaties, waar beide partijen het
idee hebben dat ze hun land verdedigen tegen het kwaad, maar ook dan hebben veel
militairen er moeite mee als ze voor het eerst een vijand neer moeten schieten.
- De reinigingsmoraal regelt dat mensen reinheid koppelen aan het goede en besmetting aan
het kwaad. Als ze in aanraking komen met letterlijke of symbolische ‘vreemde smetten’ roept
dat instinctief walging op. Denk bijvoorbeeld aan het bestormen van het huis van een
pedofiel dat in jouw dorp woont, door hem de stad uit te jagen ben je bezig met de wijk van
het kwaad redden.
- De samenwerkingsmoraal speelt een rol in de manier waarop mensen met elkaar
samenwerken en omgaan met mensen die de samenwerking bedreigen. Mensen werken met
elkaar samen om daar beter van te worden.
- Ethiek geeft ons argumenten. We spreken van ethiek als mensen op een systematische
manier naar redelijke argumenten zoeken om te onderbouwen waarom een handeling goed
of fout is.
Morele kwesties spelen op verschillende niveaus:
- Microniveau: gaan morele vragen over de manier waarop je van mens tot mens met elkaar
zou moeten omgaan. Morele vragen spelen een rol in alle menselijke relaties.
- Mesoniveau: organisaties maken morele keuzes, die onder meer hun neerslag vinden in de
visie van de instelling. Hierbij gaat het over opvattingen over de missie van een instelling en
de manier waarop ze daaraan wil werken.
- Macroniveau: hier gaan morele opvattingen over de manier waarop de samenleving moet
worden ingericht. Dit zijn politieke keuzes. Denk bijvoorbeeld aan de vraag of we in ons land
kiezen voor een verzorgingsstaat.
Binnen de moraal maken we dus onderscheid tussen waarden en normen. Waarden zijn (abstracte)
begrippen die omschrijven wat mensen waardevol vinden en waarnaar zij streven. Een waarde wordt
vaak omschreven in één woord.
Normen zijn handelingsvoorschriften, die laten zien hoe je moet handelen. Als we het over een
morele norm hebben, bedoelen we een richtlijn die aangeeft hoe iemand zou moeten handelen, of
die gebruikt kan worden als maatstaf om het gedrag te beoordelen. Een waarde kan vertaald worden
,in een norm. De waarde ‘naastenliefde’ kan voor de ene persoon concreet worden uitgewerkt in de
norm dat hij zijn zieke vader dagelijks moet bezoeken, terwijl het voor de ander betekent dat hij zorg
draagt voor deskundige hulp. Je kan spreken van 2 soorten normen:
- Fatsoensnormen; het is bijvoorbeeld een ongeschreven regel dat studenten tijdens een hoor-
of werkcollege niet horen te appen. Je kunt het verschil tussen morele normovertreding en
het overtreden van een fatsoensnorm onderscheiden of 4 criteria:
> ernst: een morele normovertreding is ernstiger.
> straf: de straf voor een morele normovertreding is zwaarder.
> regelcontingentie: morele normen zijn niet/minder afhankelijk van ‘toevallige’ regels.
> autoriteit: morele normen zijn niet/minder afhankelijk van de goedkeuring door een
autoriteit.
- Juridische normen; deze sluiten meestal aan op opvattingen over wat een goede
maatschappij is en op morele regels die veel mensen delen. De morele regel ‘Gij zult niet
doden’ is bijvoorbeeld vastgelegd in een wet.
We kunnen de juistheid van het moreel handelen afmeten aan de waarden en normen die daarbij
zijn gevolgd. We kunnen ook kijken naar de persoonlijke eigenschappen van waaruit de persoon
heeft gehandeld. Een min of meer vaste, goede eigenschap van een persoon, die ertoe leidt dat hij
moreel juist handelt, noemen een deugd. Veel deugden komen overeen met waarden of zijn aan
waarden te koppelen.
Begrip Definitie Voorbeeld
Waarde Ideaal dat wezenlijk is voor de kwaliteit van leven Rechtvaardigheid
Norm Handelingsvoorschrift Geef mensen gelijke kansen
Deugd Goede eigenschap die de handelwijze van de mens Integriteit
bepaalt
1.2
Tegenwoordig verstaan we onder ethiek ‘een systematische reflectie op morele vragen, op basis van
rationele argumenten’. Als mensen afstand nemen van hun instinctieve gedrag en op een redelijke
manier het verschil tussen goed en kwaad kunnen beargumenteren, komen we op het terrein van de
ethiek. Er zijn verschillende manieren om systematisch na te denken over morele vragen. Die staan in
onderstaand schema.
Begrip Definitie Voorbeeld
Descriptieve ethiek Beschrijvende ethiek Beschrijving van de opvattingen van
sociaal werkers over het
beroepsgeheim
Prescriptieve of Voorschrijvende ethiek Beroepscode, utilisme en zorgethiek
normatieve ethiek
Meta-ethiek Ethiek die fundamentele morele Zijn waarden universeel of
vraagstukken bestudeert cultuurgebonden?
- Descriptieve ethiek beschrijft de moraal in een gemeenschap. Het gaat hier over feiten: hoe
gedragen mensen zich in morele kwesties en welke argumenten gebruiken ze hierbij. Je kan
beschrijven hoe sociaal werkers over het beroepsgeheim denken. Dit kan je feitelijk
beschrijven, zonder er zelf een mening over te geven.
- Het gaat er niet om hoe mensen zich feitelijk gedragen of hoe ze feitelijk denken, maar om
hoe mensen zich zouden moeten gedragen. Dit noemen we normatieve ethiek. Vanuit hier
kun je algemene principes zoeken die je helpen om te bepalen wat moreel juist gedrag is. Het
, gaat hierbij. Niet om een beschrijving van het feitelijke gedrag van mensen, maar om een
voorschrift. Daarom noemen we dit prescriptieve (voorschrijvende) ethiek. Een voorbeeld
hiervan is de waarde dat een sociaal werker zijn cliënten moet respecteren.
Het is ook mogelijk om voor bepaalde beroepsgroepen specifieke morele regels voor te
schrijven. Dan spreken we van beroepsethiek. Beroepsethiek is descriptief wanneer de
morele opvattingen en keuzes van een beroepsgroep gaan over feitelijk gedrag. Het is
beschrijvende beroepsethiek als het beschrijft hoe sociaal werkers omgaan met het
beroepsgeheim. In beroepscodes wordt beschreven hoe leden zich in hun beroep moeten
gedragen.
- Bij meta-ethiek gaat het over morele vraagstukken van een hoger abstractieniveau. Meta-
ethiek reflecteert op betekenis, herkomst en geldigheid van visies op goed en kwaad. Het is
bijvoorbeeld de vraag of een universele ethiek voor iedereen mogelijk is, of dat moraal altijd
cultuurgebonden is en zich aanpast aan de culturele omstandigheden. Het is ook de vraag
hoe vrij mensen zijn in hun handelen en in hoeverre ze dus moreel verantwoordelijk zijn te
houden voor hun daden. Dit zijn vragen waar de meta-ethiek zich mee bezighoudt.
Hieronder worden vraagstukken beantwoord of informatie erover gegeven die te maken hebben met
meta-ethiek (blz. 30).
Universele waarden zijn waarden die een absolute standaard zijn, die voor iedereen gelden. Hierin
kunnen we verschil maken tussen beschrijvend universalisme, dat stelt dat het een feit is dat overal
dezelfde waarden gelden, en een normatief universalisme. Deze laatste benadering streeft ernaar
dat bepaalde centrale waarden mondiaal worden aanvaard.
Cultureel relativisme is het standpunt dat wat moreel juist of onjuist is, volledig bepaald wordt door
de culturele context. Er zijn een aantal kritiekpunten op het cultureel relativisme:
- Het leidt tot morele verlamming of apathie, omdat het geen basis geeft van waaruit morele
praktijken bekritiseerd kunnen worden. Zelfs in extreme situaties is kritiek onmogelijk, omdat
deze daden passen binnen de in die tijd en die samenleving heersende opvattingen.
- Het maakt hervorming in principe verwerpelijk, omdat die ingaat tegen de culturele
opvattingen die op dat moment heersen.
- Relativisten roemen vaak hun eigen tolerantie voor andere culturele gebruiken. Tolerantie
staat bij hen dus hoog aangeschreven. Maar daarmee wordt het een universele waarde. Dit
is een inconsistentie omdat relativisten juist zeggen dat ze geen universele waarden willen.
Begrip Aspecten Uitganspunten
Cultureel relativisme Beschrijvend In elke cultuur gelden andere waarden en normen (feit)
Normatief Morele kwesties behoren beoordeeld te worden op basis
van de waarden die in die cultuur gelden (norm)
Universalisme Beschrijvend Overal gelden dezelfde waarden (feit)
Normatief Bepaald centrale waarden moeten overal worden
aanvaard (norm)
In het sociaal werk is het goed om erover na te denken in hoeverre de cliënten met wie je werkt vrij
zijn om te kiezen voor hun manier van leven en in hoeverre ze instaat zijn om alternatieve keuzes te
maken. Het is dan ook de vraag is hoeverre ze verantwoordelijk zijn voor hun handelen. Voor sociaal
werkers is empowerment van de cliënten een belangrijke taak. Dat betekent dat sociaal werkers de
cliënten ondersteunen om meer zeggenschap over hun eigen leven te krijgen en hulpbronnen in hun
omgeving aan te boren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evivanderkooij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.57. You're not tied to anything after your purchase.