leerdoelen vastgoedfinanciering
academiejaar 2021-2022
ALGEMENE OPMERKINGEN BIJ DE LEERDOELEN:
BIJ BEGRIPPEN ZOWEL BEGRIP KUNNEN OMSCHRIJVEN ALS BIJ GEGEVEN OMSCHRIJVING
HET JUISTE BEGRIP GEVEN.
OEFENINGEN ZIE TOLEDO KUNNEN OPLOSSEN
SLIDES VAN DE POWERPOINTS KUNNEN SITUEREN/BECOMMENTARIËREN
, 2
Versie 31 augustus 2021
1 Inleiding
1.1 Kredieten voor privé versus beroepsdoeleinden
Begrippen:
ESIS; is een verplicht standaard document voor hypothecaire leningen
SECCI, een verplicht standaard document voor consumentenkredieten
JKP; kredieten voor particuliere doeleinden verplicht een jaarlijkse kosten percentage
weergeven geeft alle kosten verbonden aan een krediet
nominale rentevoet; rente waarbij je de renten niet gaat kapitaliseren
schijnbare rentevoet; synoniem nominale
reële rentevoet; de rentevoet rekening houdend met dat je het rendement van d vorige
jaren ook laat renderen
Waarom wordt er een onderscheid gemaakt tussen kredieten voor particuliere of
beroepsdoeleinden?
Omdat er bij kredieten voor particulieren er veel meer wetgeving uitgewerkt met als doel
een bescherming voor hun te bieden;
- er zijn verplichte standaard documenten die worden gebruikt (ESIS, SECCI)
dit wordt gebruikt zodat particulieren kredietvoorstellen kunnen vergelijken met
verschillende banken.
- een manier waarop rentevoet wordt getoond
bij particulieren wordt de reële rentevoet getoond
bij zelfstandigen wordt de nominale rentevoet getoond
- procedure die moet worden gevolgd. (bv. Overhandigen van het kredietvoorstel en deze
is 2weken geldig)
Er wordt vanuit gegaan dat een zelfstandige meer weet van zulke zaken dan een particulier
Verklaar door het bespreken van de manier waarop de rente meegedeeld wordt of het bij
een kredietvoorstel gaat over een krediet voor particuliere- of voor beroepsdoeleinden.
- Bij beroepspersonen wordt de nominale rentevoet weergegeven hij moet zelf verder
uitrekenen
- Bij particulieren wordt de reële rentevoet weergegeven zodat hij makkelijker
kredietvoorstellen kan vergelijken van verschillende banken.
Bereken uit een nominale jaarlijkse rentevoet de reële jaarlijkse rentevoet.
Je leent iemand 100 000 voor een periode van 1 jaar. Wat kies je;
a) Hij betaalt je maandelijks 1% rente?
b) Hij betaalt je op het einde van het jaar 12% rente?
Oplossing zie pwp dia 8; beter maandelijks omdat je dan al iets kan doen met dat geld
(beleggen aan bv. 1%)
1% per maand is niet hetzelfde als 12 % per jaar
(Dia’s bekijken ; 13, 14)
1% per maand = i maandelijks
1% x 12 = 12% =i jaarlijks nominaal = i jaarlijks schijnbaar (= enkel voor beroepsmensen)
12,682% = i jaarlijks reëel
, 3
Versie 31 augustus 2021
0,253 x 12 gelijk aan 3,036 % (schijnrentevoet of nominaal)
(1,00253)12 – 1 = 3,08 (reële rentevoet)
1.2 Filosofie van kredietverlening door bank
Begrippen:
- Intermediatiefunctie van een bank; functie waarbij bank staat tussen persoon die geld
overhebben (spaarder) en mensen die geld nodig hebben (kredietnemer)
- transformatiefunctie van bank; bank moet het geld op korte termijn kan transfereren naar
lange termijn dat zonder in de problemen te komen.
- debiteurenrisico; Mensen betalen hun lening niet meer terug, banken wapenen zich door;
goed kijken aan wie ze lenen,
- liquiditeitsrisico; niet genoeg geld hebben om te kunnen betalen, banken zijn bang dat
mensen massaal geld gaan afhalen
- renterisico; Bij een negatieve intermediatie marge meer creditrente dan debitrente
als de rente stijgt zal ze de rente stijging minder snel doorrekenen aan de kredieten dan
ze zal moeten betalen voor het aantrekken van deposito’s. Op die manier zal de
intermediatie marge onder druk komen te staan.
- Intermediatie marge; geeft interest (creditrente) als je geld op spaarrek. Zet en vraagt
interest wanneer hij je geld uitleent aan anderen (debetrente) het verschil tss creditrente
en debetrente is hun winst en ook hun intermediatie marge.
- Twin Peaks-model; bij crisis was er te weinig controle dus nu is er controle van 2 grote
poten; Nationale bank en FSMA
- Risk assets ratio; eigen vermogen moet voldoende groot zijn in verhouding tot risico gewogen
activa.
- NNB; nationale bank; gaat nagaan of de bank er tegen kan als de rente naar beneden
gaat.
- FSMA; financial services and markets authority, controleren correct zijn van de spelers
- Bazelnormen; Internationaal normen opleggen aan banken, COOKE-ratio
- Febelfin; soort vakbond die de banken verdedigd bij nieuwe regelgevingen van de
overheid.
Beschrijf de risico’s die bank neemt bij kredietverlening.
o Debiteurenrisico; risico dat klant niet betaalt wanneer hij leent.
o Liquiditeitsrisico; niet genoeg geld hebben om te betalen, bank zijn bang dat mensen
massaal geld gaan afhalen
o Renterisico; bij een negatieve intermediatie marge (meer creditrente dan debitrente)
Bespreek de oplossingen die een heeft als ze niet voldoet aan de geëiste risk assets ratio.
Kapitaalsverhogingen uitvoeren zodat haar eigen vermogen te laten stijgen. Gevolgen er
moet voldoende interesse van beleggers zijn in bankaandelen om in te tekenen in de
kapitaalsverhoging.
De kredietenportefieulle anders uitbalanceren met bv. Minder kredieten geven aan bedrijven
en meer aan overheden. gevolgen strengere kredietvoorwaarden voor ondernemingen
wat leidt tot kredietschaarste
Beschrijf basisschema bij kredietonderzoek/kredietgesprek.
1) Wie? (wie vraagt krediet?)
2) Wat? Wat gaat hij doe met het krediet
3) Hoe? (hoe lossen we het kredietbehoefte op
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Immobilien2021. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.63. You're not tied to anything after your purchase.