100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Lesdoelen KT1 Blok A Gezondheid $5.90
Add to cart

Summary

Samenvatting Lesdoelen KT1 Blok A Gezondheid

1 review
 18 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Alle lesdoelen zijn per vak uitgeschreven voor het tentamen KT1. De samenvatting bevat ook afbeeldingen om de uitleg te verduidelijken.

Preview 4 out of 90  pages

  • April 3, 2022
  • 90
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: ferdousbedroune26 • 1 year ago

avatar-seller
Casus 1

CGO
• De student benoemt uit welke onderdelen het onderwijs bestaat.
o De bijeenkomsten bestaan uit Casusgestuurdonderwijs (CGO) en ondersteunend onderwijs
zoals Anatomie, fysiologie en pathologie (AFPF), psychologie en vaardigheidsonderwijs (VTV,
CoVa). Daarbij staat elke keer de weekcasus centraal.
• De student kan het principe van CGO benoemen.
o CGO staat voor Casus Gestuurd Onderwijs. Elke week ga je via een casus aan de slag en
worden alle onderwerpen uitgelegd. Verder maak je opdrachten en ga je samen met de
andere studenten dieper leren.
• De student kan in eigen woorden uitleggen hoe de CANMEDSrollen in het onderwijs zijn
geïntegreerd.
o De verschillende rollen die je moet kunnen vervullen, staan in het nieuwe landelijke
beroepsprofiel van de hbo-verpleegkundige. Op die 7 zogenaamde CanMEDS-rollen richt het
onderwijs van de deeltijdopleiding Verpleegkunde aan de HAN zich speciaal.
1. De zorgverlener
De belangrijkste rol die je hebt als verpleegkundige. Alle andere rollen – of ‘bekwaamheden’
– krijgen richting door deze rol. Als zorgverlener breng je in kaart welke vragen en problemen
je patiënt heeft. En wat hij of zij nog wel zelf kan. Vervolgens zoek je uit welke
verpleegkundige zorg daar het best bij past. Je richt het verpleegkundig proces in en geeft
daar vorm aan in samenwerking met andere zorgprofessionals.
2. De communicator
In deze rol onderzoek je welke informatie je patiënt nodig heeft in zijn of haar ziekteproces.
In je communicatie houd je rekening met culturele achtergrond, taalbeheersing,
begripsniveau en draagkracht van je patiënt en diens naasten. Oftewel: je “communiceert op
maat”. Communiceren doe je niet alleen face-to-face, maar ook online: je past
technologische zorgondersteuning toe en biedt zorg op afstand, bijvoorbeeld via e-health.
3. De samenwerkingspartner
Als verpleegkundige werk je nooit alleen. Je probeert de zorg altijd zo goed mogelijk af te
stemmen met je patiënt en diens naasten. En je werkt samen met andere professionals uit de
zorg en andere disciplines. Je zorgt ervoor dat alle partijen de juiste informatie hebben, zodat
de zorg optimaal kan worden uitgevoerd.
4. De reflectieve EBP-professional
In je werk als verpleegkundige is het van belang dat je altijd op zoek bent naar de best
beschikbare onderbouwing voor je handelen: Evidence-based Practice (EBP). En die ook
toepast in de praktijk. Daarnaast werk je mee aan onderzoek van (verpleegkundig)
specialisten en onderzoekers. Zo werk je continu aan de ontwikkeling van je eigen
deskundigheid én die van je collega’s. Je leert je leven lang!
5. De gezondheidsbevorderaar
In de maatschappij verschuift de aandacht steeds meer van ‘zorg en ziekte’ naar ‘gedrag en
gezondheid’. Als verpleegkundige ben je daarom meer en meer bezig met het bevorderen
van gezondheid in plaats van genezen. Je beïnvloedt de leefstijl en het gezond gedrag van
burgers en patiënten. En stelt daarbij altijd de wens van de zorgvrager voorop.
6. De organisator
Als verpleegkundige kun je in uiteenlopende organisaties werken: grote ziekenhuizen,
kleinschalige teams of als zzp’er. Waar je ook werkt, je hebt altijd een coördinerende rol. Je
beslist over de zorg die je je patiënten verleent, zorgt voor een goede patiëntveiligheid en
geeft leiding bij veranderingen.
7. De professional en kwaliteitsbevorderaar
In je beroep als verpleegkundige zorg je er altijd voor dat de zorg die je verleent past binnen
de geldende wet- en regelgeving. Systematisch onderzoek jij of die zorg aan alle

, kwaliteitseisen voldoet. En waar nodig verbeter je de zorg. Tot slot vind je het een uitdaging
om met mensen te werken. Je hebt aandacht voor ieder uniek individu.
• De student analyseert gezondheidsproblemen aan de hand van een casus.
o Uit de casus de gezondheidsproblemen markeren en wellicht verbinden met de oorzaken en
gevolgen uit de casus.
• De student benoemt zijn visie op gezondheid.
o Gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht van
de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven
• De student verkent de verschillende definities van gezondheid en gezondheidsbeleving.
1. Een dynamische toestand van volledig lichaam, psychisch, spiritueel en sociaal welbevinden,
en niet alleen het ontbreken van ziekte en gebrek.
2. Hoe iemand reageert op uitdagingen in het leven en hoe zijn leven met of zonder
beperkingen vorm geeft.
3. Gezondheid is het vermogen zich aan te passen en eigen regie te voeren in het licht van
fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven (Huber).
• De student herkent de verschillende pijlers van positieve gezondheid.
Huber koppelt 6 gelijkwaardige dimensies aan gezondheid:
1. Lichamelijke gezondheid
2. Mentaal welbevinden
3. Spirituele dimensie
4. Dagelijks functioneren
5. Sociaal-maatschappelijk participeren
6. Kwaliteit van leven
• De student benoemt de belangrijkste beenderen van het lichaam.

,• De student benoemt de vier lichaamsholten en de inhoud van de borstholte en buikholte.
o 4 Lichaamsholtes en inhoud:
1. Schedelholte - hersenen
2. Borstholte -
3. Buikholte -
4. Bekkenholte – deel dunne darm, deel colon, blaas en voortplantingsorganen




• De student kent de patiëntproblemen: risico op infectie
o Infectiebronnen = mens, dier of voorwerp van waaruit micro organismen worden
overgedragen of zich verspreiden naar de gastheer.
o Patiënten hebben natuurlijk risico op infectie waardoor er de juiste preventie voor nodig is:
1. Bloedcontact > alles goed desinfecteren, handschoentjes aan en alles opruimen.
2. Handhygiëne > handschoentjes aan, nagels knippen en handen wassen/desinfecteren.
3. Beschermingsmiddelen > desinfectiegel, handschoentjes, jas.
4. Persoonlijke hygiëne > vaak douchen, nagels knippen.
5. Hygiëne bezoekers en patiënten > handen wassen en alles opruimen.

, • De student kan uitleggen wat het doel is van de beroepscode voor verpleegkundigen en kan deze
toelichten.
o Als verpleegkundige of verzorgende2 richt je je op de kwaliteit van leven en het welzijn van
zorgvragers . Dat doe je door het bevorderen, in standhouden en herstellen van gezondheid
en het voorkomen van ziekte en beperking of door lijden en ongemak te verlichten. Je
ondersteunt en begeleidt mensen met een verstandelijke beperking, meestal in samenspraak
met hun naasten/ vertegenwoordiger. Als het gaat om baby’s, kinderen of wilsonbekwame
mensen, is je zorg ook gericht op begeleiding en ondersteuning van de naasten. Je begeleidt
zorgvragers in de stervensfase. Uitgangspunt bij je beroepsuitoefening is dat de regie zoveel
mogelijk bij de zorgvrager ligt; dat de zorgvrager, als hij dat wil en kan, zelf bepaalt wat voor
hem belangrijk is. Je ondersteunt en stimuleert de zorgvrager, zijn naasten en zijn sociale
netwerk om zo goed mogelijk met de gevolgen van de ziekte of aandoening om te gaan
(zelfmanagement) op basis van de meest actuele (wetenschappelijke) inzichten. De aandacht
gaat daarbij vooral naar wat de zorgvrager nog wel kan. Je ondersteunt de zorgvrager bij het
behouden van belangrijke rollen, die door zijn ziekte of beperking onder druk zijn komen te
staan, of zoekt met hem naar nieuwe rollen die voor hem van betekenis kunnen zijn. Daarbij
heb je als verpleegkundige of verzorgende je eigen taken en verantwoordelijkheden.
• De student kan de algemeen geldende beroepswaarden, eigen waarden in het leven en
beroepsmatig handelen toelichten. Lichamelijke, psychische en sociale eigen ontwikkeling spelen
hierbij een rol.
o Belangrijke waarden zijn:
1. Betrouwbaarheid
2. Respect
3. Eerlijkheid
4. Rechtvaardigheid
5. Niet schaden
6. Respect voor de autonomie van de zorgvrager
• De student heeft kennis gemaakt met de beroepscode (wat zijn waarden en normen, privé en
professioneel).
o Normen en waarden, twee verschillende begrippen die we graag als één laten klinken.
Normen zijn ongeschreven regels over hoe je je hoort te gedragen (bijv bij een pinautomaat
niet te dicht op iemand staan). Waarden zijn de achterliggende idealen die als waardevol
worden aangeduid; dingen die je belangrijk vindt, als persoon of als groep (privacy).
o De Beroepscode geeft je de waarden en normen van de beroepsgroep. Hoewel de taken en
verantwoordelijkheden van verpleegkundigen en verzorgenden verschillen, komen de
waarden en normen van de beroepen overeen. Die waarden en normen maken duidelijk hoe
je je beroep als verpleegkundige of verzorgende op een goede manier uit kunt oefenen. De
Beroepscode helpt je bij je handelen en de verantwoording daarvan. Daarnaast maakt de
Beroepscode aan zorgvragers en hun naasten, mantelzorgers, andere zorgverleners,
zorgaanbieders en de samenleving als geheel duidelijk wat zij van jou als verpleegkundige of
verzorgende mogen verwachten.
o Professionele standaard. Bij de uitoefening van je beroep is er een aantal algemeen
aanvaarde uitgangspunten waarmee je rekening moet houden. Deze kaderen als het ware je
beroepsuitoefening in. Ze helpen je om goede zorg te verlenen aan de zorgvrager en om je
daarover te verantwoorden. Tot de algemeen aanvaarde uitgangspunten behoort onder
andere het beroepsprofiel: de kennis en vaardigheden die je je tijdens je opleiding eigen
maakt. Ook elementen als standaarden, richtlijnen en protocollen van de beroepsgroep, wet-
en regelgeving, uitspraken in (tucht)rechtzaken, richtlijnen van de inspectie,
(beroeps)ethische uitgangspunten, standpunten, adviezen en handreikingen van de
beroepsgroep behoren tot de algemeen aanvaarde uitgangspunten. Die algemeen aanvaarde
uitgangspunten vormen de professionele standaard. De Beroepscode, als document met
beroepsethische uitgangspunten, behoort ook tot de professionele standaard.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller suus_w_. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.90  1x  sold
  • (1)
Add to cart
Added