Dit is de samenvatting van kennistoets 3.1 VZ + O&I. De volgende vakken komen hierin voor: verpleegkundige zorgverlening, geneeskunde, onderzoek doen & toepassen en zorginnovatie & ondernemerschap. Bij de samenvatting kan je ook een bijpassende oefentoets kopen of je kan deze samen in een bundel ko...
VPK+G&T-B-KT Kennistoets 3.1.
VZ / O&I
Voor mijn 1e jaar verpleegkunde heb ik bij elke samenvatting een oefentoets gemaakt. Deze toetsen
zijn een afspiegeling van mijn samenvatting, waardoor de lange samenvattingen gemakkelijker te
leren zijn doormiddel van een toetsing. Ik heb mijn propedeuse zonder een enkele herkansing
gehaald, omdat deze oefentoetsen voor mij heel goed werken. Klasgenoten geven ook aan dat dit
voor hen erg goed werkt als ze de oefentoets stampen. Daarnaast komen vragen uit mijn oefentoets
soms bijna compleet hetzelfde voor in de toetsen of een gedeelte ervan. Ik zou dan ook zeker de
oefentoets gebruiken bij het leren van de samenvattingen.
Of je wel of niet de oefentoets erbij gebruikt, ik hoop dat de toets goed gaat komen!
Heel veel succes!!!
PS. Mijn samenvattingen en oefentoetsen worden per periode beter, omdat ik even moest wennen
aan de manier van samenvatten.
,Verpleegkundige zorgverlening
VZ 3.1
Leerdoelen:
- De aspecten rondom de functie, stadia en beïnvloedende factoren van het slaap-waakritme
benoemen.
- Verschillende slaapproblemen bij zorgvragers en de gevolgen hiervan op het dagelijks leven
herkennen.
- Noemen wat de verpleegkundige taken zijn om het slaap-waakritme te bevorderen.
Slapen en waken
Ieder mens heeft een eigen slaap-waakritme, ook wel biologische klok genoemd.
Functies van slaap:
- Ontspanning van het lichaam
- Ontspanning van de geest
Factoren die de slaap beïnvloeden:
- Leeftijd
- Slaappatroon
- Lawaai en ongemakken
- Medicijnen
De slaapbehoefte van de mens naar leeftijd:
Soorten slaapproblemen:
- Slapeloosheid: kan komen door problemen, gespannenheid of onrust.
, - Overmatig slapen: kan een manier zijn om te ontkomen aan zorgen of frustraties. Komt veel
voor bij depressieve zorgvragers of bij mensen met het burn-out-syndroom.
- Slaapwandelen.
- Nachtmerries: kunnen het gevolg zijn van niet goed verwerkte situaties.
- Bedplassen is geen slaapprobleem, maar wordt wel een probleem als mensen die in bed
plassen ergens anders slapen.
- Ongezond activiteiten-en-rustpatroon.
- Verstoring dag-en-nachtritme.
Te weinig slaap geeft onder andere de volgende verschijnselen:
- afwijkend gedrag, bijvoorbeeld nervositeit, geïrriteerdheid of zich angstig of apathisch
(onverschillig) voelen;
- concentratieverlies en minder opmerkzaam zijn, wat kan leiden tot ongelukken;
- een gestoorde gedachtegang en vaak niet normaal reageren op prikkels: zorgvragers die van
een mug een olifant maken;
- niet meer goed lichamelijk functioneren; minder werkzaamheden en activiteiten kunnen
doen.
Slaapmiddelen:
- Inslaapmiddel: een snelwerkend middel, dat ook weer snel in het lichaam wordt afgebroken.
Werkt het best bij inslaapproblemen.
- Doorslaapmiddel: langzamer werkend middel, dat beter werkt bij doorslaapproblemen.
De meeste slaapmiddelen behoren tot de groep van benzodiazepinen. De werking van al deze
middelen is in principe hetzelfde, namelijk:
- Ze kalmeren en nemen angst weg.
- Ze maken slaperig.
- Ze ontspannen de spieren.
- Ze remmen epileptische aanvallen.
VZ 3.2
Leerdoelen:
- Opsommen wat de gevolgen zijn bij zorgvragers met angstproblemen en/of een psychose.
- Benoemen welke verpleegkundige interventies worden toegepast bij zorgvragers met angst.
- Benoemen welke verpleegkundige interventies worden toegepast bij zorgvragers met een
psychose.
, 5 Angststoornissen en obsessief-compulsieve en verwante
stoornissen
De behandeling en begeleiding van mensen met een angststoornis en/of obsessief-compulsieve
stoornis vragen om specifieke kennis en vaardigheden.
Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een vorm van psychotherapie. Cognitieve gedragstherapie is een
samenvoeging van twee psychotherapeutische methoden: cognitieve therapie en gedragstherapie.
- Cognitieve therapie: richt zich op het onderzoeken van het gedachtepatroon (cognitie) en de
invloed van deze gedachten op het gevoelsleven. Door middel van therapeutische methoden
en technieken probeert men de gedachtegang te beïnvloeden.
- Gedragstherapie: richt zich op het veranderen van probleemgedrag. De belangrijkste
gedragstherapeutische procedures zijn exposure en responspreventie.
In de gedragstherapeutische relatie staat de samenwerking centraal. Patiënt en verpleegkundige
gaan een verbond aan, gericht op een probleem van de patiënt. Het gaat dus om een
probleemgerichte aanpak. De verpleegkundige maakt gebruik van behandelmethoden, waarmee de
patiënt cognities, emoties en gedrag kan wijzigen. Deze methoden maakt de patiënt zich eigen. De
verpleegkundige is empathisch, begrijpend, vriendelijk, niet-veroordelend en motiveert en steunt de
patiënt.
5.11 Verpleegkundige zorg voor patiënten met angststoornissen
Na de uitleg over klachten en behandeling kan worden begonnen met het inventariseren van de
klachten, de zogeheten ‘angstinventarisatie’. Daarbij worden alle klachten, vermijdingen en
gedragingen heel gedetailleerd in kaart gebracht. Het maken van de inventarisatie en het samen
bespreken ervan kan erg confronterend zijn voor de patiënt. Open en zonder oordeel luisteren naar
het verhaal van de patiënt geeft hem het gevoel dat hij niet vreemd of gek is. Als de klachten
geïnventariseerd zijn, worden ze in een angsthiërarchie geplaatst. Dit betekent dat de minst lastige
situatie voor de patiënt onderaan komt te staan en de moeilijkste situatie bovenaan.
5.13 Onderdelen van verpleegkundige behandeling en begeleiding
Exposure en responspreventie: houdt in dat de patiënt wordt blootgesteld aan datgene waar hij
“bang” voor is en dat de verpleegkundige hem de opdracht geeft om niet de reactie te geven die de
patiënt normaal geeft.
Gedragsexperiment: een combinatie van cognitieve therapie en exposure. Men gaat in de werkelijke
situatie toetsen of de angstige cognitie uitkomt. Het gedragsexperiment moet geloofwaardig zijn en
relevant voor de klachten.
Taakconcentratie: hierbij wordt de patiënt geleerd om de naar binnen gerichte aandacht naar buiten
te richten. De bedoeling is dat de patiënt zijn aandacht richt op zijn taak en niet op de eigen
lichamelijke sensaties en gedachten.
Ontspanningsoefeningen: kunnen worden aangeleerd tijdens de behandeling en hebben als doel het
spanningsniveau te verlagen. Hiervoor zijn diverse methoden bruikbaar:
- Ontspannen door middel van ademhalingsoefeningen.
- Bewustwording van spanning versus ontspanning.
- Ontspanning met behulp van geleide fantasie/visualisatie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Silkedekruyf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.