Eerste wereldoorlog:
Aan het einde van de 19e eeuw reden de eerste autobussen en de eerste metrolijn werd
aangelegd, en er kwamen autos. Er veranderde veel: communicatiemiddelen zoals
telegraaf, radio, telefoon en films.
Fabrieken produceerde steeds sneller en goedkoper allerlei producten: massaproductie.
Door nieuwe wetgevingen verbeterde veel:
- de werk en woonomstandigheden voor arbeiders.
- riolering
- de lonen stegen
- leerplicht
- meer vrije tijd
Maar de moderne samenleving had ook nadelen:
- chemische industrie zorgde voor gifgas
- steeds meer krachtige wapens (machinegeweren en kanonnen)
Aan het einde van de 19e eeuw waren er veel spanningen in europa.
Tot de Frans-Duitse oorlog in 1870 - 1871 was Frankrijk het machtigste europees land
geweest. Maar na een overwinning op de Franse legers riepen de Duitser het Duitse
keizerrijk bij elkaar. Duitsland werd 1 sterke eenheid. Duitsland nam ook de Franse mijn en
industriegebieden Elzas-Lotharingen over. Na 1871 had Duitsland de snelste groeiende en
modernste economie van Europa. Duitsland vond als sterk land dat ze recht hadden op
kolonies. Want die waren heel belangrijk voor handel. Dit past bij het nationalisme.
Duitsland wilde alle kolonies hebben, Engeland en Frankrijk werden daar nerveus van, zij
hadden grote kolonies in Azië en Afrika. Duitse keizer Wilhelm 2 liet een sterke vloot
bouwen. ENG, het machtigste land op zee voelde zich bedreigd. Zo ontstond tussen ENG
en DE een wapenwedloop. (Soort wedstrijd om zoveel en sterk mogelijke oorlogsschepen
te produceren)
In het Zuidoosten van Europa zorgde het zwakke Ottomaanse Rijk voor instabiliteit. Ook
RUS, OOSTR, HONG profiteerde van de zwakte van Ottomanen. Oostenrijk-Hongarije trok
1908 Bosnië in, Servië was boos. In 1882 spraken DE, OOSTR en IT elkaar te steunen in
geval van oorlog: Triple Alliantie.
In 1907 besluiten FR, RUS en ENG de Triple Entente te maken.
Op 28 juni 1914 inspecteerde Franz Ferdinand van OOSTH de Oostenrijkse troepen in
Sarajevo (Bosnië). Tijdens de rijtoer wordt hij neergeschoten door Gavrilo Princip. OOSTH
verklaard op 28 juli 1914 de oorlog aan SERV → begin Eerste Wereldoorlog.
Duitsland voert zijn Schlieffenplan in. Dit werd al in 1905 opgesteld zodat ze geen
tweefrontenoorlog moesten voeren tegen RUS en FR. Op 4 augustus 1914 viel DE via
BE, FR aan. ENG, FR en RUS waren de geallieerden en DE en OOSTH de centralen. IT
besloot niet mee te vechten en koos de kans van de geallieerden. Het Ottomaanse rijk sloot
zich aan de centralen. Het Schlieffenplan mislukt en er onstaat een tweefrontenoorlog.
Soldaten groeven greppels: loopgraven ter beschutting, ze werden uitgebreid met
prikkeldraad, mijnen, bunkers, tunnels, barakken. In augustus 1914 leden de Russen een
grote nederlaag bij de Slag bij Tannenberg in Polen. De 1e WO was een totale oorlog,
iedereen deed mee: vrouwen, kinderen, mannen. Ook probeerde regering propaganda: in
radio toespraken of krantenberichten werd reclame gemaakt voor eigen land en oorlog.
, Eind 1917 trok RUS zich uit de 1e WO, en sloot in maart 1918 een vredesverdrag met DE.
In april 1917 had de VS zich aangesloten aan de geallieerden.
Op 11 november 1918 ondertekende de Duitse regering en de geallieerden een
wapenstilstand, op 28 juni 1919 werd het Verdrag van Versailles ondertekend. Dit is
officieel het einde van de 1e WO.
Verdrag van Versailles:
- Duitsland was de schuldige van de 1e WO
- Moest de oorlogsschade vergoeden.
- Moest Elzas-Lotharingen afstaan aan FR, en andere staten aan BE en TSJS en PO
- Moest dienstplicht afschaffen en kreeg maar een klein leger.
- Rijnland was verboden gebied voor de Duitsers
In oktober 1918 kwamen matrozen en arbeiders in opstand en trad WIlhelm || af en kwam
een nieuwe regering. Het parlement kreeg het meeste macht en werd gekozen, de republiek
kreeg de naam Republiek van Weimar.
Duitse communisten probeerde in januari 1919 met geweld de macht over te nemen. Daarna
probeerde conservatieve politici een staatsgreep te plegen. Conservatieven waren tegen de
politieke verandering en tegen democratische publiek. Door de propaganda dacht iedere
Duitser dat ze gingen winnen, Nationalistische en conservatieve politici gaven de regering
de schuld van de Duitse nederlaag. Volgens de dolkstootlegende hadden de linkse
revolutionaire het land verzwakt. Door dat ze zoveel geld moesten betalen kwamen ze in
een economische crisis, toen ze FR en BE niet meer konden betalen stuurde ze in januari
1923 soldaten naar het Ruhrgebied. De arbeiders pikkte dit niet en staakte, de regering
steunde ze door hun loon door te betalen. Daardoor werd er zo veel geld bijgedrukt, hierdoor
kwam inflatie: de prijzen stegen en het geld was niks meer waard.
Vanaf 1924 schoot VS te hulp. Ze maakte het Dawesplan. De Duitse economie herstelde
weer.
In Rusland kwamen de communisten in oktober 1917 aan de macht. Vooral arme boeren,
arbeiders en soldaten steunde het communisme. Zij wilde een samenwerking waarom bezit
werd afgeschaft en iedereen gelijk was.
Fascisten wilde juist 1 leider en sloten zich aan bij de beweging van Benito Mussolini het
fascisme. In 1922 greep Mussolini de macht in IT en werd het fascistisch land, in 1933
greep fascist Hitler de macht in DE.
Vanaf 1924 ging het beter met DE, ze werden zelfs lid van de Volkenbond. Deze was
opgericht in 1919 om problemen in de wereld op te lossen. Net als de VS wordt DE in de
jaren 20 een consumptie land, door massaproductie was alles goedkoper geworden en
konden steeds meer mensen luxere spullen kopen. In de VS bemoeide de regering zich
weinig met de economie, vrijemarkteconomie: waarin de wet van vraag een aanbod
bepaalt wat fabrikanten produceren, wat de consumenten kopen en wat de prijs van de
producten is.
Bedrijven probeerde steeds goedkoper te produceren om meer winst te maken:
kapitalisme. in 1929 ontstond er een grote economische crisis, hij ontstond eerst in de VS.
Mensen twijfelde of hun aandelen nog wat waard waren en begonnen ze te verkopen,
daardoor daalde de aandelenkoers. Een beurskrach was het vervolg. Mensen die aandelen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller novakraak. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.