Economie Samenvatting Monetaire Zaken
Hoofdstuk 1
Bij de koop van producten dient geld als ruilmiddel. Daarnaast dient geld als rekenmiddel (waarde van
producten wordt in geld uitgedrukt). Er zijn 2 manieren om te betalen, chartaal (bankbiljetten en munten) en
giraal (pinpas, een app, creditcard of internetbankieren). Een creditcard maakt het mogelijk om op krediet te
kopen.
Sparen is het niet-besteden van inkomen. Wie spaart stelt als het ware zijn bestedingen uit. De vorm van
sparen waarbij het geld liquide is maar niets oplevert, noemen we oppotten. Opgepot geld circuleert niet, het
wordt niet gebruikt voor transacties. Als het opgepotte geld naderhand wordt besteed, spreken we van
ontpotten. Wie iets met zijn spaargeld wil verdienen moet niet kiezen voor oppotten, maar voor een andere
vorm van sparen: beleggen (spaarrekening, aandelen).
De hoogte van de rente is afhankelijk van een drietal zaken: hoogte van het risico dat je het geld krijgt
terugbetaald, de verandering van de koopkracht van het geld door inflatie of deflatie en welke tijdsvoorkeur jij
hebt om het geld zelf te kunnen uitgeven.
Als de bank geld uitleent, opereert ze aan de aanbodkant, dit wil zeggen dat de bank het geld aanbiedt op de
vermogensmarkt aan bijvoorbeeld bedrijven die een lening nodig hebben om te kunnen investeren. De
vermogensmarkt bestaat uit het geheel van vraag naar en aanbod van vermogen. Bij leningen tot twee jaar
spreken we van de geldmarkt. De vermogensmarkt voor de langere termijn noemen we de kapitaalmarkt.
Ruilen over tijd Gezinnen – consumptie
Bedrijven – investeringen
Overheid – belastingen
Hoofdstuk 2
De transactiekosten nemen af door het gebruik van een ruilmiddel. Het ruilmiddel doet nu ook dienst als
rekenmiddel. Een samenleving die wil profiteren van arbeidsdeling kan niet zonder geld als ruilmiddel en
rekenmiddel. Een product is geschikt als het aan een zestal vereisten voldoet: deelbaar, hanteerbaar,
houdbaar, waardevast, niet-reproduceerbaar en algemeen geaccepteerd. De rode draad in de historische
ontwikkeling van het geld is het streven naar een vermindering van de ruil- of transactiekosten.
De nominale waarde, ook wel extrinsieke waarde genoemd, is de waarde die op de munt staat vermeld. Een
verschil tussen de intrinsieke en de extrinsieke waarde kan leiden tot het omsmelten van munten door het
publiek. Het verschil tussen de intrinsieke en de nominale waarde wordt in de loop van de tijd groter. Bij het
gebruik van geld wordt een steeds groter beroep gedaan op het vertrouwen. De band tussen het geld en de
edelmetalen wordt losser. Voor de economie is dit een voordeel. De aanwezige hoeveelheid goud en zilver is
niet meer bepalend voor de hoeveelheid geld die in omloop gebracht kan worden. De geldhoeveelheid kan
hierdoor enorm toenemen.
De ontvangstbewijzen die als betaalmiddel werden gebruikt ontleenden hun waarde volledig aan vertrouwen,
we noemen het ook wel fiduciair geld. De banken lopen het risico dat een klant het geleende geld niet kan
terugbetalen. Bankiers proberen de risico’s van een lening vooraf in te schatten om dergelijke stroppen voor de
bank te voorkomen. Een bank die aan haar direct opeisbare verplichtingen kan voldoen noemen we liquide.
De bank krijgt de munten en bankbiljetten, terwijl de klant een rekening-couranttegoed krijgt bij die bank. Met
dit tegoed kan de klant andere rekeninghouders betalen door middel van overschrijvingen. Naast het chartale
geld is er nu onstoffelijk of giraal geld. Het gebruik van giraal geld is gebaseerd op vertrouwen. Een bank moet
tegenover haar rekening-couranttegoeden voldoende liquide middelen en eigen vermogen hebben staan,
oftewel liquide en solvabel zijn. Om het vertrouwen van het publiek in de banken te versterken kennen we in
Europa een depositogarantiestelsel. Door deze garantieregeling neemt het risico voor spaarders sterk af.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sammiee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.