100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
BEHI: Samenvatting Methodieken en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen $4.82   Add to cart

Summary

BEHI: Samenvatting Methodieken en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen

4 reviews
 65 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van het gehele boek van Prins - Methodieken en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen, dat tentamenstof is aan de Universiteit Utrecht, Pedagogische Wetenschappen bachelor 2.

Last document update: 2 year ago

Preview 5 out of 61  pages

  • Yes
  • April 4, 2022
  • April 7, 2022
  • 61
  • 2021/2022
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: maartenvanderheide • 1 year ago

review-writer-avatar

By: madeliefhabets • 1 year ago

review-writer-avatar

By: brittkwakkenbos • 1 year ago

review-writer-avatar

By: loesisw1997 • 2 year ago

Translated by Google

Images are placed over the text, so that the entire text is not readable.

reply-writer-avatar

By: DTV • 2 year ago

Translated by Google

This has been solved by now!

avatar-seller
Prins - Methodieken en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen



H.1 Gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen:
geschiedenis, kenmerken en overwegingen bij het
gedragstherapeutisch proces
1.1 Geschiedenis van de gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen
Men laat de moderne geschiedenis van de kindergedragstherapie beginnen in de jaren twintig van de
vorige eeuw  bv casuïstiek van kleine Albert en kleine Peter, plaswekkermethode, leermachine.
Toen kregen gedragstherapeutische principes nog niet echt gehoor bij de toenmalige
kindertherapeuten. De echte doorbraak vond pas in de jaren 60 van de vorige eeuw plaats, toen
richtten gedragstherapeuten zich vooral op de behandeling van ernstig ontwikkelings- en
gedragsgestoorde kinderen in residentiële centra. Bij deze kinderen werd gedragstherapie als
redmiddel toegestaan en met een zeker succes toegepast. De operante conditioneringsprincipes van
B.F. Skinner dienden daarbij als leidraad. Deze eerste gedragsveranderingsprogramma’s waren vooral
gericht op het terugdringen van bizar en zelfverwondend gedrag en op het stimuleren van sociale
vaardigheid en zelfredzaamheid bij verstandelijk gehandicapte kinderen, of op het systematisch
aanleren van taal bij ernstig autistische kinderen. Geleidelijk begon de kindergedragstherapie een
ruimer toepassingsgebied te krijgen, en verwierf zich een plaats in de ambulante zorg, opvoeding en
het onderwijs.


1.1.1 Drie generaties gedragstherapie
Ontwikkeling van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen van de afgelopen 50 jaar beschreven in
drie fasen: drie generaties gedragstherapie:
1. Eerste generatie gedragstherapie (jaren 60 tot 80 vorige eeuw)
a. Vooral gericht op het uiterlijk waarneembare gedrag. Operante en klassieke
conditioneringsprincipes vormden de basis van de gedragstherapeutische
interventies. Introspectie werd afgewezen als onbetrouwbare bron voor het
verkrijgen van informatie over de oorzaken en motieven van het gedrag
b. Albert Bandura’s klassieke tekst Principles of Behavior modification (1969) verruimde
de theoretische basis van de (kinder)gedragstherapie en voegde een belangrijke
dimensie toe aan de tot dan toe voornamelijk operante benadering, door de nadruk
op de modelfunctie van ouders en leeftijdgenoten bij het veranderen van
probleemgedrag (sociale-leertheorie)  cognitieve stroming in de
kindergedragstherapie
c. Learning Foundations of Behavior Therapy van Kanfer en Phillips (1970) bleek de
voorloper te zijn van een ontwikkeling die opnieuw openstond voor de ‘interne
psychische processen’, aansluitend op een empirische en gedragsmatige benadering
ipv psychoanalytisch.
d. Generatie duurde 10 tot 15 jaar. Men zette zich in theorievorming en onderzoek
scherp af tegen de heersende psychotherapeutische stromingen, die men
onwetenschappelijk vond. Men benadrukte de leermodellen van
symptoomontwikkeling en symptoomverandering, de directe behandeling van deze
symptomen/klachten, de evidence base van de effectiviteit van deze behandelingen,
en de afwijzing van de psychodynamische en niet op leerprincipes gebaseerde
benaderingen.

1

,Prins - Methodieken en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen


2. Tweede generatie gedragstherapie (jaren 80 en 90 vorige eeuw)
a. Gaat ervan uit dat cognities in de vorm van gedachten of zelfspraak niet langer
bijverschijnselen zijn van uiterlijk waarneembaar gedrag, maar functionele
onderdelen in de gedragsketen. Zij betrekt cognities nadrukkelijk in de analyse en
aanpak van het probleemgedrag  vormen van cognitief leren: sociaal leren,
regelgestuurd gedrag, instructieleren en probleemoplossen naast het leren van
betekenissen (associaties). Uiteindelijk werd men het er over eens dat deze vormen
van (intern) leren ook uit mentale (virtuele) gedragsequenties bestaan en dus
integraal deel uitmaken van gedragstherapeutische benadering  cognitieve
gedragstherapie (CGT). Verandering van denken en het aanleren van specifieke
gedachten (‘helpende gedachten’) en van nieuwe betekenissen gingen een centrale
rol spelen in de gedragstherapie.
b. Bij kinderen nu ook meer aandacht aan veronderstelde onderliggende
informatieverwerkingsprocessen, zoals verstoorde of vertekende aandachts-,
interpretatie- en geheugenprocessen, en de mogelijkheden om deze via training te
beïnvloeden.
3. Derde generatie gedragstherapie (eind jaren 90 vorige eeuw)
a. Nieuwe therapeutische stromingen die zich minder richten op het direct veranderen
van het denken, voelen, en doen, of op de inhoud en de vorm van het denken, maar
meer op de functie ervan en de context waarin het zich afspeelt. Stroming
ontwikkelde zich als een antwoord op de grenzen van de CGT (wel met onvoldoende
empirische ondersteuning), waarbij voor sommige problemen de directieve,
klachtgerichte aanpak niet altijd mogelijk of wenselijk lijkt. Naast de rationale waarbij
de CGT vooral ingaat op het veranderen van gedachten, gevoelens en gedrag, kwam
er een rationale bij die eerder gericht is op het ‘aanvaarden’, ‘verdragen’ en afstand
nemen. Veel gebruikgemaakt van zintuiglijk bewust worden, ervaringsgerichte
strategieën, relaxatie en verwante emotieregulatiestrategieën alsook integrerende
technieken van uiteenlopende origine.


1.2 Kenmerken
Kindergedragstherapie, evenals gedragstherapie in het algemeen, kan het best worden omschreven
als een empirische benadering van psychologische problemen (Alan Ross, 1980). Gedrag omvat alle
waarneembare motorische en sociale gedragingen, maar ook gedachten worden ertoe gerekend.
Betekenissen en cognitieve schema’s zijn ook voorwerp geworden van gedragstherapeutische
assessment en behandeling. Gedragstherapie houdt zich bezig met gevoelens, die als signaal worden
gezien dat er een probleem is, waarmee dan ook steeds bepaalde gedachten en handelingen (of een
tekort daaraan) verbonden zijn.


1.2.1 Ontwikkelingsperspectief
Kinderen veranderen voortdurend en in dat licht bezien dient het problematisch functioneren ook
vanuit een ontwikkelingsperspectief bekeken te worden. Bv in termen van ontwikkelingstaken die
het kind met succes moet leren uitvoeren. Kennis van ontwikkelingsfasen, van leeftijdsgebonden
normatieve gedragingen, en van spel en verbeelding is noodzakelijk voor de klachtanalyse, de keuze
van de behandelingsdoelen en de keuze van de behandelingstechnieken; voor alle belangrijke fasen
van het gedragstherapeutisch proces.

2

,Prins - Methodieken en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen


1.2.2 Samenwerken met ouders, leerkracht en de context
Omdat kinderen en jongeren in een gezin leven, kunnen gezinsleden een rol in de behandeling
vervullen; in ieder geval geldt dat voor de ouders. Voor de ouders is het belangrijk om te weten dat
interactiepatronen kunnen bijdragen aan het in stand houden van het problematische gedrag en ook
aan de verbetering ervan. Vaak worden de cognities van ouders voorwerp van interventie. Steeds is
ook de context voorwerp van gedragsassessment en wordt bezien of en hoe de omgeving bij de
behandeling betrokken kan worden.


1.2.3 Gedragstherapie als probleemoplossend proces
Probleemoplossend perspectief past goed in ontwikkelingsperspectief  elk kind en elke jongere
wordt geconfronteerd met steeds weer nieuwe problemen die om een adequate reactie en oplossing
vragen.


1.2.4 Niet praten, maar doen
Kinderen leren vooral door te doen, en het meest als ze er ook plezier in hebben  therapiesessies
speelser karakter dan bij volwassenen.


1.2.5 De therapeut als coach
Coach is een persoon die op basis van ervaring iemands vaardigheden versterkt en zijn ontwikkeling
leidt; zo’n coach helpt doelen te bereiken, en beleeft plezier aan dit proces. Hierbij stelt de therapeut
zich op als ‘collaborator’. De therapeut zegt niet hoe het moet, maar leert het kind/de adolescent
zelfstandig na te denken en ook zelf naar oplossingen te zoeken.


1.3 Indicatie: gedragstherapie of niet?
Men kiest vaak voor gedragstherapie omdat men evidence-based wil werken. Indirect wordt hiermee
aangegeven dat de problematiek zinvol benaderd kan worden als iets wat door een leerproces hetzij
gedragsmatig, hetzij in de informatieverwerking of in de emotieregulatie, tot stand is gekomen en/of
in stand wordt gehouden, en/of als iets wat door het aanleren van nieuw gedrag, nieuwe cognities of
effectievere emotieregulatiestrategieën verholpen kan worden. Vooral het proces wat eraan
voorafgaat (empirische cyclus), dat bepaalt of men de hulpverlening als een gedragstherapeutisch
proces kan zien. Of kindergedragstherapie geïndiceerd is, is mede afhankelijk van de doelstelling van
de therapie: voor een deel gericht op uitbreiding van de gedragsmogelijkheden van kinderen en
adolescenten en hun ouders (en andere opvoeders). Anderzijds kunnen ze ook gericht zijn op de
wijze waarop informatie werkt wordt of op de hantering, opheffing of vermindering van emotionele
problematiek. Hiermee wordt een groot deel van het scala van klachten bestreken waarmee
kinderen en jeugdigen worden aangemeld in de jeugdzorg.


1.4 Overwegingen bij het gedragstherapeutische proces
Gedragstherapeutische proces is op te vatten als een verzameling van samenhangende
keuzemomenten waarop therapeut en cliënt bepalen hoe zij verder gaan met de behandeling.




3

,Prins - Methodieken en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen


1.4.1 Op wie richten?
Afhankelijk van de problematiek, ligt het accent op de behandeling van het kind, van de ouders of
andere opvoeders, of van het hele gezin. Soms kan een behandeling van het kind in een groep, juist
los van de alledaagse sociale omgeving, zinvol zijn.


1.4.2 Het uitwaaieringsschema




Fase 1: Kennismaking
Fase 2: Probleeminventarisatie
Verkenning van de gedragsproblemen,
ontwikkeling en context
Het is belangrijk om na te gaan in hoeverre het
probleemgedrag niet als ‘fase-problematiek’ aan te merken is.


1.4.3 Holistische theorie en probleemsamenhang
Holistische theorie (HT)/casusconceptualisatie (CC) formuleert een hypothetische samenhang tussen
de gerapporteerde en waarneembare problemen en de oorzakelijke en in stand houdende factoren.
De HT geeft schematisch de probleemsamenhang weer zoals deze door de therapeut, in
samenspraak met de cliënt, is geformuleerd op basis van intakegesprekken, metingen en observaties.
De probleemsamenhang omvat ook hypothesen over veronderstelde functies van het
probleemgedrag. Gaandeweg de behandeling en op basis van nieuwe informatie wordt de
probleemsamenhang indien nodig bijgesteld en definitief gemaakt. Probleemsamenhang kan dus
opgevat worden als onderdeel van de empirische cyclus, die elke gedragstherapie in zekere zin volgt.


1.4.4 Keuze van het te bewerken probleemgedrag
Als er verschillende problemen in de HT of CC zijn genoemd, moet er een keuze gemaakt worden 
onderlinge samenhang van verschillende problemen kennen.


4

, Prins - Methodieken en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen



Fase 3: Analyses en probleemdefiniëring
Fase 4: Behandelingskeuzen
Formulering van behandeldoelen
Gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen is erop gericht het probleemgedrag/probleemsituatie
zodanig te beïnvloeden, dat de ontwikkeling haar normale loop kan (her)nemen.

Fasering van de behandeldoelen
Het kan om verschillende redenen verstandig zijn een fasering in therapiedoel aan te brengen (korte
termijn resultaten, oplossen crisis).

Geringe toegankelijkheid van de
problemen
Bv wanneer cliënt info niet kan verwoorden
(vroegkinderlijk trauma)  ‘intermediaire’
behandelingsdoelen die wel toegankelijk zijn en die
direct aansluiten bij de klacht waarmee ouders of
jeugdige komen. Men kan dit vaak als ‘staartproblematiek’ typeren. Na behandeling daarvan kan de
midden- of vroege problematiek wellicht wel aan de orde komen. Primair vormt de
probleemsamenhang (HT/CC) de basis voor het eerste te kiezen gedragsprobleem waaraan gewerkt
wordt.

Keuze van behandelstrategie
Na vaststellen therapiedoel, keuze voor behandelstrategie:
1. Individuele behandeling
2. Groepsbehandeling
3. Mediatiebehandeling
4. Gezinsbehandeling

Overwegingen bij de keuze voor specifieke gedragstherapeutische technieken en
protocollair werken
In de kindergedragstherapie is er spanning tussen het kind behandelen als uniek individu en het kind
behandelen in het kader van een behandelprotocol dat is ontwikkeld voor een groep kinderen met
dezelfde classificatie of diagnose. Men spreekt van diagnose-behandelcombinaties (DBC’s), deze
hangen nauw samen met protocolmatig behandelen. DBC’s zijn gekoppeld aan een DSM-classificatie,
die in veel gevallen het diagnostische uitgangspunt vormt voor het opstellen van een behandelplan
en de keuze van behandeltechnieken. Ze zijn een uitvloeisel van het evidence-based denken en
domineert de (geestelijke) gezondheidszorg en heeft vergaande implicaties voor diagnostiek en
behandeling. Het gedragstherapeutische proces wordt er ook door beïnvloed: de individuele
gedragstherapeutische probleemanalyse kan erdoor in de knel komen.

Modulair behandelen
Om in de klinische praktijk effectief te zijn, moeten interventies bij voorkeur flexibel ingezet kunnen
worden, zodat ze maximaal aansluiten bij de specifieke behoeften van de individuele cliënt 


5

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DTV. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82  3x  sold
  • (4)
  Add to cart