100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting maatschappijleer rechtstaat en pluriforme samenleving $3.21   Add to cart

Summary

Samenvatting maatschappijleer rechtstaat en pluriforme samenleving

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Het is een samenvatting met alle begrippen uit het boek goed uitgelegd.

Preview 3 out of 16  pages

  • No
  • Hoofdstuk 2 en 4
  • April 4, 2022
  • 16
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Rechtstaat samenvatting
1. Idee en oorsprong van de rechtstaat
Totalitaire staat = een staat die doordringt tot her persoonlijke leven en bepaalt wat
mensen mogen lezen, zien, werken, wonen en waarheen ze mogen reizen.
Politiestaat = een staat waarin de overheid doet wat ze wilt, houd zich niet aan haar
eigen regels en trekt burgers voor.
Rechtstaat = een staat waarin burgers met grondrechten worden beschermd van
machtsmisbruik en willekeur van de overheid.
Sociale Rechtstaat = een rechtstaan die ook sociale grondrechten heeft.

Trouw en wederkerigheid (veel vrede en sociale cohesie) staat centraal in een
rechtstaat, totalitaire staten veroorzaakt angst onder de burgers.

Europa weinig gelukkige tijden vanaf 16e eeuw, door (religieuze) oorlogen,
machthebbers deden wat het beste was voor hunzelf en privileges werden willekeurig
verleend.
Daarnaast meer burgerrechten door meer handel en kennis, waardoor macht van
machthebbers werd begrenst.
Vrijheid was het wezen van het geluk, kan niet bereikt worden als eerst macht werd
getemd.
Door overlevingsinstinct, nodig om sociaal contract te sluiten en natuurlijke vrijheid te
behouden.

Sociaal contract = afspraken maken en nakomen om in natuurlijke vrijheid en
gelijkheid te kunnen leven.
Staat = gebied met grenzen en eigen regering.
Geweldsmonopolie = wanneer de staat als enige geweld mag gebruiken.

Om machtsmisbruik van de staat tegen te gaan, onafhankelijke scheidsrechter
aanstellen: rechters.
Staat is meester en knecht, de burgers kiezen zelf wie de macht krijgt en hoeveel. De
staat gebruikt de macht om regels op te stellen.
Staat verdeeld in uitvoerend en wetgevend.

-Beginsel van de grondrechten: alle mensen zijn in vrijheid en gelijkheid geboren
en moeten zo ook kunnen samenleven.
-Het soevereiniteits- en democratiebeginsel: de mensen sluiten gezamenlijk een
vredesakkoord, het sociale contract.
-Het legaliteitsbeginsel: er is een staat die het sociaal contract tussen mensen kan
afdwingen, maar strikt gebonden is aan de wetten die de partijen zelf hebben
opgesteld.
-Het beginsel van de trias politica: de macht van de staat wordt voor de zekerheid
verder begrensd door interne scheiding.

Amerika maakten zich los van de Engels koning om een nieuwe samenleving
gebaseerd op vrijheid en gelijkheid op te bouwen: eigen geluk na streven.
Veroorzaakte de Verklaring van de Rechten van de Mens en Burger.
Frankrijk wilde vrijheid en gelijkheid: Franse revolutie. Dit veroorzaakte staatsgrepen
en constituties, tot generaalvNapoleon staatsgreep pleegde (verlichtte dictatuur) en
grote delen van Europa veroverde.

Verlichtte dictatuur = een staat waarin de machthebber in zekere mate rekening
houdt met de bevolking.

2. Grondwet en grondrechten

,Preambule = een document van idealen die de samenleving koestert en welke
historische fouten ze niet willen herhalen.

Functies van de grondwet:
-begrenst de macht van de staat en garandeert daarmee de vrijheden van burgers
-legt de fundamentele rechten van burgers vast
-geeft aan hoede belangrijkste organen van de staat in grote lijnen zijn georganiseerd
-drukt de eenheid van de natie uit. Binnen het staatsverband vormen alle burgers,
ondanks de verschillen, toch eenheid.

Nederlandse idealen gebaseerd op franse revolutie. Nederland door Napoleon
constitutionele monarchie.
Constitutionele monarchie = een koninkrijk (met koning dus) met een grondwet.
Koning had soevereine macht door grondwet, maar kon niet zijn totale gang gaan.
Koning werd in 1848 onschendbaar en buiten werking van zijn macht gezet. Ministers
kregen de verantwoordelijkheid. Censuskiesrecht voor Tweede Kamer.
Censuskiesrecht = alleen mannen die bepaald bedrag aan belasting betaalden
mochten stemmen.

Volgens Thorbecke moest de staat alleen de vrijheid van de burgers dienen, niet te
veel met het leven bemoeien. Het concurrentiemechanisme zorgde voor rechtvaardige
samenleving. Zorgde uiteindelijk alleen voor sociale onrust en sociale bewegingen.
Nachwakersstaat = een staat die zich voornamelijk inzet voor bewaking van de
veiligheid van de burgers en de noodzakelijke voorwenden realiseert door
economische groei.
Door tweede wereldoorlog einde aan grondrechten, maar in 1983 weer opgebouwd.

Soorten klassieke grondrechten:
-Gelijke behandeling, niemand mag gediscrimineerd worden, iedereen is gelijk.
-Persoonlijke vrijheid, Iedereen heeft de vrijheid te gaan en staan waar die wilt en
recht op privacy.
-Politieke vrijheid, de burgers mogen zelf kiezen op wie ze stemmen en hebben recht
op vrijheid van meningsuiting en drukpers, maar ook om een vereniging op te richten,
alle stemmen moeten gehoord worden.

Sociale grondrechten = Werkgelegenheid, bescherming van de positie van
werknemers, sociale zekerheid, volksgezondheid, sociale woningbouw en onderwijs.
Mensen kunnen zich op de klassieke grondrechten beroepen naar de rechter als ze het
niet hebben, dat kan niet bij sociale grondrechten, de overheid moet wel actief
inspannen om deze te vervullen.

Grenzen van de vrijheid:
-Wederkerige erkenning, wat jij wil moet jij ook een ander kunnen geven
(godsdienstvrijheid bv).
-Wanneer het de veiligheid van andere burgers in gevaar kan komen

Verticale werking = burgers kunnen hun grondrechten uitoefenen tegenover de staat.
Horizontale werking = burgers kunnen hun grondrechten uitoefenen tegenover elkaar.
Wanneer grondrechten botsen wordt er per situatie bekeken welk grondrecht
zwaarder weegt.

3. Grondwet en grondrechten
Legaliteitsbeginsel = iemands vrijheid kan alleen ingeperkt worden als de
rechtmatigheid van die beperking is vastgelegd in wetten en regels die door het
parlement zijn aangenomen.

, Rechtszekerheid = de zekerheid dat je je kan beroepen tot je rechten en niet
willekeurig opgepakt kan worden bijv.
Het geheel wat in wetten is vastgelegd is het recht. Wetten zijn er om het
maatschappelijke leven geordend te laten verlopen en conflicten op te lossen.

Kwaliteit van wetten:
-Wetten moeten algemeen zijn
-Wetten moeten openbaar en begrijpelijk zijn
-Wetten mogen geen onmogelijke eisen stellen waaraan burgers niet kunnen voldoen
-Wetten mogen niet met terugwerkende kracht worden toegepast
-Wetten mogen niet onderling tegenstrijdig zijn
-Wetten mogen niet te vaak worden veranderd
-De toepassing moet redelijk, bilijk en zorgvuldig zijn (in proportie)

Vrijheid voorop, door veel armoede en sociale misstanden, greep de overheid steeds
vaker in (uitkeringen, volkshuisvesting, gezondheidszorg, milieu, onderwijs, kunst en
cultuur, infrastructuur en economie.
Naarmate de sociale rechtstaat groeide, bleek het legaliteitsbeginsel minder goed
houdbaar, meer behoefte aan uitbreiding van de overheidsbevoegdheden en begon
daarom wetten te delegeren naar provincies en gemeentes.
Algemene Wet Bestuursrecht zorgde ervoor dat de wetgeving aan beginselen moest
voldoen.

Doordat de staat overbelast werd, liet de staat taken privatiseren, die kwamen dan in
handen van ondernemingen. Voorbeelden zijn: zorgverzekeraars, telecomaanbieders
of onderwijsinstellingen.
Door privatisering, meer regels voor ondernemingen. Meeste investeringen door vrije
markt, daar zijn regels voor nodig, om eerlijk te laten verlopen.
Ondernemingen vaak internationaal, dus niet te veel verschillen tussen landen (eerlijk
speelveld) -> Europese Unie.

Publiekrecht = rechten ten aanzien van de verhouding tussen burger en overheid,
voorbeelden zijn belastingplicht, verkeersregels, de zorg voor volksgezondheid en
milieuomgeving.
Privaatrecht = rechten ten aanzien van verhoudingen tussen burgers.

4. Trias Politica: scheiding en evenwicht van machten
Naast dat de Trias Politica de machten scheidt om macht misbruik tegen te gaan,
moeten de machten elkaar controleren en in evenwicht werken (aanvullen).
Wetgevende macht controleert de uitvoerende macht (het beleid), de uitvoerende
macht de rechterlijke macht en de rechterlijke macht de wetgevende macht (wetten
controleren).

Wetgevende macht = Eerste Kamer en Tweede Kamer.
Uitvoerende macht = ministers en hun ambtenaren en de politie.
Rechterlijke macht = rechtspraak en de Hoge Raad.
De vierde macht is expertise van deskundigen, die ingeschakeld worden door
ambtenaren.

Discretionaire bevoegdheid = de bevoegdheid om in sommige gevallen
zelfstandige beslissingen te nemen over hoe een wet wordt toegepast.
Ambtenaren hebben discretionaire bevoegdheid en mogen zelf invullen welke regels
het beste van toepassing is per geval.
Gevaar is dat er rechtsonzekerheid en rechtsongelijkheid kan optreden. Voordeel is
dat er altijd in concreet geval recht kan worden gedaan.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmykraaijkamp. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
  Add to cart