Keuzecursus:
Brandveiligheid
College 1
Geschiedenis
1. Middeleeuwen → handmatig
- Er was geen brandweer.
- Wanneer er een brand werd gesignaleerd bliezen de brandmeesters op hun hoorns vanaf
de kerktoren. Iedereen kwam vervolgens in actie met zeer primitieve
brandblusmiddelen.
- Het bluswater werd uit de gracht geschept met emmers en kruiken en werd via een
menselijke ketting doorgegeven. De laatste van de rij gooide het water op het vuur.
- Wanneer het groter werd kwam het neer op vluchten
Brandbestrijding betekent vooral: voorkomen dat de brand overslaat op andere gebouwen, die
meestal van hout zijn.
Toen de steden en dorpen groter werden, zagen de mensen in dat het belangrijk was het bestrijden
van brand beter te organiseren. Er kwamen wakers en andere mensen die als er brand was te hulp
konden komen. De brandbestrijding in steden is vanaf de middeleeuwen een plicht van burgers. Als
er brand uitbreekt moeten alle mannen snel met emmers, brandhaken en ladders naar de brand
komen.
1521 is een belangrijk jaar voor de brandpreventie. Karel V vaardigt een wet uit waarbij werd
bepaald dat huizen van steen gebouwd moeten worden en hoe burgers zich moesten gedragen bij
brand, het aantal ladders en emmers en ander blusmateriaal er per stadsdeel aanwezig moest zijn.
2. 17e eeuw → ontwikkeling brandspuit
- In eerste instantie wordt de geestelijkheid met de taak belast en later nemen de gilden
deze taken over.
- In 1672 wordt de slangbrandspuit uitgevonden. Ze zijn vergelijkbaar met een
injectiespuit.
- Eerst is er midden 17e eeuw de grote handbrandspuit van de Duitser Hautsch.
- De Amsterdamse uitvinder Jan van der Heijden komt eind 17e eeuw met een aantal sterk
verbeterde versies.
De uitvinding van de brandslang betekent een revolutie voor de brandbestrijding. Er zijn dan veel
minder burgers nodig die emmers water doorgeven. De nadruk ligt dan op het snel in stelling
brengen van de handbrandspuiten. Dat gebeurt onder leiding van brandmeesters.
3. 19e eeuw → organisatie
- In 1827 besloot koning Willem I dat alle gemeenten brandspuiten en andere
blusmiddelen moesten aanschaffen.
- De burgemeester kreeg het opperbevel bij brand.
- Rond 1900 ontstaat de vrijwillige brandweer.
- Rond 1903 wordt de eerste gemeentelijke waterleiding voor de brandweer aangelegd.
Op afstanden van 50 tot 100 meter worden in straten brandkranen aangebracht zodat
men makkelijker toegang heeft tot bluswater. In de rest van de 19 e vinden veel
vernieuwingen plaats in materialen en meldingssystemen.
1
, - De uitvinding van de stoommachine en daarna van de verbrandingsmotor geven de
brandbestrijding nieuwe impulsen.
- Vanaf het tweede deel van de 19e eeuw verandert de organisatie van de brandweer
sterk, mede door de uitvinding van de stoombrandspuit, de motorbrandspuit en de
aanleg van waterleidingen.
- De brandweer gebaseerd op burgerplicht wordt vervangen door de vrijwillige brandweer
en in sommige gemeentes door een professioneel georganiseerde beroepsbrandweer.
- De gemeentes worden wettelijk verantwoordelijk voor de brandweer. Dat blijft zo tot de
Tweede Wereldoorlog.
4. Tweede wereldoorlog (1939)
- De Duitse bezetter vindt dat de Nederlandse brandweer tijdens de Duitse invasie gefaald
heeft, bijvoorbeeld bij het bombardement van Rotterdam.
- De Duitsers centraliseren de organisatie en reorganiseren de vrijwillige
brandweerkorpsen tot een beroepsbrandweer.
- Die krijgt te maken met nieuwe soorten branden, incidenten en rampen die veroorzaakt
worden de oorlog, zoals bombardementen
5. Van 1945 tot nu → van gemeentebrandweer tot veiligheidsregio
- ‘70 begint men de gemeentebrandweer om te vormen in regionale korpsen.
- Doel is de onderlinge samenwerking te verbeteren bij het bestrijden van rampen en
crises. Daarom gaat de brandweer ook samenwerken met de geneeskundige
hulpverleningsdiensten in regionale veiligheidsregio’s.
- In 2010 is de Wet Veiligheidsregio's (Wvr) ingevoerd (25 in Nederland). Toen zijn de
taken van de gemeente overgeheveld naar de veiligheidsregio's.
- In 2014 zijn de laatste gemeentelijke brandweerkorpsen opgeheven.
Organisatie brandweer Nederland
In de Wet Veiligheidsregio's (Wvr) staat dat de colleges van burgemeester en wethouders
verantwoordelijk zijn voor de brandweerzorg (en de rampenbestrijding, crisisbeheersing en
geneeskundige hulpverlening).
Vervolgens staat in de Wvr dat Nederland is opgedeeld in 25 veiligheidsregio's. De colleges van
burgemeester en wethouders moeten met een gemeenschappelijke regeling de veiligheidsregio
oprichten en (o.a.) de brandweertaken aan de veiligheidsregio overdragen. Er zijn dus 25
brandweerkorpsen, daar werken 30.000 brandweerlieden, waarvan 19.000 vrijwilligers.
Hoewel iedere regio zijn eigen organisatie inricht zijn er landelijk wel een aantal gezamenlijk
afspraken.
Brandweer Nederland is het samenwerkingsverband van alle brandweerkorpsen, onder leiding van
de Raad van Brandweercommandanten (RBC). De 25 regionale brandweercommandanten vormen
samen deze raad. De RBC heeft een dagelijks bestuur met een voorzitter en vijf programmaleiders.
De programmaleiders zijn ieder verantwoordelijk voor de taakvelden van het Landelijk Programma
Brandweerzorg:
- Risicobeheersing en Brandveilig leven
- Incidentbestrijding
- Vakbekwaamheid en kennis
- Crisisbeheersing
- Mens en bedrijfsvoering
2
,Vanuit de Wvr zijn ook een aantal zaken landelijk geregeld. Er is een besluit personeel
veiligheidsregio's waar zaken zijn vastgelegd over functies, rangen en opleidingseisen. En in het
besluit veiligheidsregio's zijn normen voor brandweerzorg vastgelegd. Het gaat dan over de
repressieve organisatie en normen voor opkomsttijden.
Vakmanschap is ook erg belangrijk in de
brandweerorganisatie van Nederland. De kracht
van vakmanschap is eigenaarschap, delen van
ervaringen en differentiatie. Inzet van de
juiste mensen op de juiste plekken draagt bij aan
persoonlijke ontwikkeling, trots op het vak
en groei van kennis en kunde in de organisatie. Talent-
en leiderschapsontwikkeling zijn
blijvende thema’s. Met de visie Brandweer over
morgen heeft de brandweer (landelijk)
belangrijke stappen gezet op het thema innovatie.
Via de Wet veiligheidsregio's zijn verschillende wettelijke taken overgeheveld naar het Instituut
Fysieke Veiligheid (IFV). In opdracht van de veiligheidsregio's voeren zij daarnaast
gemeenschappelijke werkzaamheden voor de regio's uit. Zij houden zich onder ander bezig met de
opleiding en examinering van brandweerpersoneel.
Inrichting brandweerorganisatie
1. Regionaal commandant:
- Draagt de integrale eindverantwoordelijkheid voor het
rechtmatig, doeltreffend en doelmatig functioneren van de
brandweerorganisatie en de strategische sturing van de
brandweerorganisatie.
2. Afdeling risicobeheersing:
- Preventie
3. Afdeling Planvorming:
- Preparatie
4. Afdeling materieelbeheer:
- Zorgt voor het op orde zijn van al het materieel voor alle kazernes.
Brandweerorganisatie repressie
De meeste grote steden hebben een beroepsbrandweer. Beroepsbrandweermensen draaien
dagdiensten of 24-uursdiensten op een kazerne. Beroepsbrandweermensen hebben gevarieerde
werkzaamheden. Ze oefenen in elk geval wekelijks, volgen opleidingen, controleren hun materieel en
sporten om in conditie te blijven. En rukken uit wanneer dat nodig is: overdag of 's nachts. De
kleinere en middelgrote steden hebben meestal een vrijwillige brandweer. Een groot deel van de
brandweermensen in Nederland is vrijwilliger en doet het brandweerwerk naast hun gewone
beroep. Zij mogen van hun werkgever het werk verlaten wanneer ze worden opgeroepen.
Van een vrijwilliger wordt verwacht dat hij of zij binnen een paar minuten na alarmering in de
kazerne is. De opleiding van een vrijwilliger is dezelfde als voor beroepskrachten.
Opkomsttijden: Besluit veiligheidsregio’s
5 min Bij gebouwen met een winkelfunctie met gesloten constructie, gebouwen met een
woonfunctie boven een gebouw met een winkelfunctie of gebouwen met een celfunctie.
3
, 6 min Bij portiekwoningen, portiekflats of gebouwen met een woonfunctie voor verminderd
zelfredzamen.
8 min Norm voor woonhuizen, maar voor bedrijven zijn er speciale aanrijtijden vastgesteld.
8 min Bij gebouwen met een andere woonfunctie dan bedoeld onder de eerste twee punten of
met een winkelfunctie, gezondheidszorgfunctie, onderwijsfunctie of logiesfunctie.
10 min Bij gebouwen met een kantoorfunctie, industriefunctie, sportfunctie, bijeenkomstfunctie
of een overige gebruiksfunctie.
Opschaling
De brandweer in Nederland kent de volgende standaard operationele opschaling, dit is de
monodisciplinaire opschaling:
1. Klein: één tankautospuit (TS of TAS) kan het werk doen
- Één tankautospuit is standaard bemenst met 4 manschappen, 1 bevelvoerder en een
chauffeur/pompbediender
2. Middel: twee tankautospuiten en een Officier van Dienst
3. Groot: drie tankautospuiten en een Officier van Dienst
4. Zeer groot: vier tankautospuiten en een Officier van Dienst; dat heet een brandweerpeloton
5. Compagnie: 2 pelotons, een ondersteuningpeloton en een commpagniescommandant.
De brandweer kan met verschillende prioriteiten uitrukken:
Prio 1 → Dringende taak ter plaatse, optische signalen dus voorrang op het verkeer
Prio 2 → Noodzaak om ter plaatse, maar geen directe taak dus geen gebruik van optische signalen
College 2
Brandfysica
Brandverloop
Ontstaan van brand
- Reactie van Brandstof, zuurstof, temperatuur
- Resultaat reactie → energie in de vorm van warmte (MJ = megajoule)
- Soort en verdeling van brandstof maakt verschil → eigenschappen en oppervlakte materiaal
Verbrandingsproces:
1. Warmte komt vrij
2. Materialen in omgeving gaan uitgassen (=pyrolyse)
3. Grootte vlamfront neemt toe
4. Hittestraling neemt toe → brandverloop versnelt
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IVK201. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.49. You're not tied to anything after your purchase.