Hoorcollege 1
Genetica1
Een gen is iets wat codeert voor een eiwit. Wordt doorgegeven van generatie op generatie.
Hoorcollege 2
Genetica2
De mens heeft 23 paar chromosomen. 23ste is geslachtschromosomen. 1 tm 22 is autosomaal.
Seks-linked: geslachtsafhankelijk. Bijv. kleurenblindheid komt vooral voor bij mannen, vanwege het Y
chromosoom.
Seks-limited genen: kunnen op alle genen voorkomen, zijn niet geslachtsafhankelijk. Worden slechts
bij één van de twee geslachten afgelezen, onder invloed van geslachtshormonen. Leidt tot verschillen
in eigenschappen.
EHMT: modificeert een stukje DNA door een chemische groep te binden. Daardoor kan dat stuk gen
niet meer worden afgelezen (wordt geblokkeerd). De code verandert niet. Hierdoor kunnen
ervaringen de genen veranderen. Dit proces heet methylering of acetylering. Onderdeel van
epigenetica.
Evolutie: verandering over generaties van genen (en de eigenschappen waarvoor ze coderen) in
populaties.
Reproductieve isolatie leidt tot het ontstaan van verschillende soorten.
Neuron1
Gat= visuele cortex
Neuron heeft input- en output-faciliteit. Hoe wordt input omgezet in output?
Functie neuron= communicatie met andere neuronen of delen van het lichaam. Ze krijgen enkel
signalen binnen en versturen signalen. Axon maakt contact met dendrieten van neuron om signalen
door te geven. Axon is voor output. Dendriet is voor input. Soma/cellichaam is voor input.
, Er zit meer natrium (ion) buiten dan binnen de neuronen potentiaalverschil
Rustpotentiaal: wanneer er niks gebeurt
Binnenkant is -70 mV bij rustpotentiaal vergeleken met de buitenkant (want Na+ is positief). Hierom
wil natrium naar binnen, maar de binnen- en buitenkant van het neuron worden gescheiden door
een membraan.
Depolarisatie: in het membraan zitten eiwitmoleculen met receptor en een open of dicht kanaal.
Deze kanalen laten natrium door als ze open zijn. De kanalen gaan open door neurotransmissie,
wanneer moleculen binden met receptoren. Door depolarisatie gaat het rustpotentiaal naar 0 mV.
Als neuron B elektrisch signaal krijgt van neuron A door de axon van neuron A leidt dit tot
neurotransmissie, wat leidt tot het opengaan van de natriumkanalen. Vindt plaats bij dendrieten.
EPSP
Je kunt de rustpotentiaal meten door twee elektrodes te gebruiken. Zo kan je het verschil in
elektrisch potentiaal tussen de binnen- en buitenkant meten.
Bij mensen meet je de hersenpotentialen d.m.v. EEG.
Van depolarisatie naar actiepotentiaal: depolarisatie komt op en zakt weer in. Bij genoeg
depolarisaties ontstaat actiepotentiaal. Van alle kanten stroomt dan natrium door de cel. Dan komt
de actiepotentiaal.
Deze processen zijn nodig om gedrag te produceren.
Samenvatting rustpotentiaal: neurotransmissie (dendriet) Na+ kanalen gaan open depolarisatie
Neuron2
Actiepotentiaal is fundamentele drager van snelle communicatie in het brein. Bij genoeg
depolarisatie ontstaat actiepotentiaal.
1. Concentratie gradiënt: meer natrium buiten de cel dan binnen in de cel. Kalium meer binnen
de cel dan buiten de cel.
2. Elektrische gradiënt: aantrekking van tegengestelde lading bij ladingsverschil; binnen in de
cel is een negatieve lading, dus ondanks dat er minder kalium buiten de cel is, blijft kalium
toch in de cel, omdat kalium positief is. Tegenovergestelde met natrium.
Potentiaalafhankelijke kanalen (na+ kanalen en k+ kanalen) gaan open bij een drempelwaarde.
Natriumkanalen zijn snel, kalium kanalen trager. Deze kanalen liggen op de axon en axonheuvel.
Kanalen zijn open of gesloten (dan kan hij altijd weer open). 3 e optie is ook dicht, maar door een
balletje. Dan kan het kanaal voor een halve milliseconde onder geen omstandigheid open. Dit is de
inactivated state.
Absolute refractaire periode: wanneer het balletje ervoor zit, zodat er geen overlappende
actiepotentialen kunnen plaatsvinden. Dit is direct na de actiepotentiaal, als de lijn dalend is onder
de drempelwaarde.
Relatieve refractaire periode: moeilijker om een nieuwe actiepotentiaal te krijgen, maar het kan wel.
Dit is direct na de absolute refractaire periode.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilsestraus02. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.