Hoorcolleges Psychologie als
Wetenschap
College 1
Onderzoek in de toekomst verbeteren:
- Transparant: het onderzoeksproces is stap voor stap helder en volledig beschreven
- Reproduceerbaar: het onderzoek kan nog een keer uitgevoerd worden, precies zoals het
eerder ook is uitgevoerd. Een onderzoek kan transparant zijn maar toch niet
reproduceerbaar. Denk aan een onderzoek wat gehouden is vlak na 9/11.
- Replicatie: een studie vindt hetzelfde resultaat als een eerdere studie.
Theorie-data cyclus:
Onderdeterminatie: als je een bepaald patroon vindt in je data zijn er altijd meerdere verklaringen.
Hierom mag je niet zeggen dat een theorie bewezen is wanneer de data jouw theorie ondersteunt.
Psychologie is de wetenschappelijke studie van het brein, cognitie en gedrag.
Gedrag: alle acties van het lichaam (lopen, blozen, pupilverandering, hartslag)
Waarom hebben we wetenschap nodig? Mensen hebben verschillende intuïties over
wetmatigheden.
Theorie: een set van onderling verbonden claims die toetsbaar is (deels of geheel)
Hypothese: claim over de relatie tussen concepten die volgt uit een theorie
Variabelen: observaties die verschillende waarden kunnen aannemen
Voorspelling: verwacht patroon van data in studieopzet (op basis van hypothese)
Data: record van observaties
Jingle denkfout: ten onrechte aannemen dat dingen hetzelfde zijn omdat ze met dezelfde term
worden aangeduid (bijv. adaptief in biologie vs. Psychologie)
,Jangle denkfout: ten onrechte aannemen dat dingen verschillen omdat ze met verschillende termen
worden aangeduid (bijv. sensitieve vs. Kritieke perioden)
Multidisciplinair: mensen uit verschillende vakgebieden werken met elkaar samen (een bioloog
werkt samen met een psycholoog, maar doen beiden hun eigen ding)
Interdisciplinariteit: er is ook overlap tussen (een biologische theorie wordt toegepast op een
psychologisch fenomeen)
Transdisciplinair: er is samenhang maar daaromheen ook nog samenwerking met maatschappelijke
partners. Er is een vraag vanuit de samenleving en wetenschappers werken samen met de
samenleving toe naar een antwoord op de vraag.
College 2
Mertoniaanse normen:
1. Communisme: als wetenschapper openbaar je je data en ideeën voor iedereen.
2. Universalisme: het zou niet uit moeten maken wie de uitspraak doet.
3. Belangeloosheid: onderzoekers hebben geen belang bij het onderzoek dat ze doen.
4. Georganiseerde skepsis: de gemeenschap zou een gezonde sceptische grondhouding moeten
hebben ten opzichte van resultaten.
Inductie: je doet een waarneming en op basis van die waarneming doe je een uitspraak.
Inductieprobleem: je kunt nooit alle observaties doen die nodig zijn op te kunnen bewijzen dat een
uitspraak waar is.
Positivisme: door veel observaties te doen kun je weten hoe de wereld in elkaar zit / een theorie
bevestigen.
Realisme:
Manieren om wetenschap te bedrijven: inductie, deductie, falsificatie
College 3
Replicatiecrisis: replicatiestudies die veel gevonden effecten of relaties niet konden repliceren.
Kenmerken: replicatiecrisis beperkt zich niet tot de psychologie, >50% falende replicatie in de
psychologie, cognitieve experimenten beter dan sociale experimenten.
Gevolgen van falende replicatie:
Generieke gevolgen:
- Weggegooide tijd/geld voor onderzoekers
- Weggegooide tijd/geld voor lezers/publiek/maatschappij
, - Verkeerde besluiten op basis van valse kennis/informatie
Vakgebied specifieke gevolgen:
- Psychologie/geneeskunde: patiënten ontvangen nutteloze behandelingen
- Politiek: politiek besluit op basis van kennis, misschien zijn er wel nutteloze wetten vanwege
valse kennis
Oorzaken hiervoor:
- Wetenschapscultuur
- Complexiteit van de psyche en gedrag
Er bestaat een wisselwerking tussen trends in de psychologie (net als bij kleding door de jaren heen):
- Observaties vs. Introspectie
- Fysicalisme vs. Mentalisme: stamt af van fysicalisme vs. idealisme, en dat stamt weer af van
dualisme vs. Monisme. Dualisme: gedrag komt voort uit een immateriële geest. Fysicalisme:
gedachten/gedrag komen voort uit (fysieke) brein. Idealisme: de omgeving is een
interpretatie van zintuigen.
Filosofische denkbeelden beïnvloeden de soort psychologische methoden en theorieën in
wetenschappelijke publicaties over psychologische studies:
- Fysicalisme: meet wat je ziet want wat je denkt is een onbetrouwbare interpretatie.
- Mentalisme: meet wat je denkt want wat je ziet is een onbetrouwbare sensorische meting.
Deel 3
Evolutieleer: gedrag van dieren verklaren vanuit de overlevingsfunctie. Observeren van anatomie
en gedrag staat centraal. Genen worden aangepast in de loop van tijd. Ontwikkeling van
generatie naar generatie (evolutietheorie Darwin).
Uit de evolutieleer is de comparatieve psychologie ontstaan: Darwin vergeleek als eerst gedrag
(emoties) tussen dieren. Eerste cross-cultureel onderzoek naar expressie van emoties.
Individuele verschillen: extreme nadruk op genen. Start nature/nurture debat, eerst stond nature
centraal.
Functionalisme: vervolg van de evolutieleer: menselijk gedrag verklaren vanuit de functie en
toepassingen in de maatschappij. Observeren gedrag staat centraal. Gedrag en cognities hebben
een evolutionaire functie, ‘’hoe’’ en ‘’waarom’’ stond centraal. Meer ruimte voor introspectie.
Voorbeeld verschil structuralisme en functionalisme:
Structuralisme: wat zijn de elementen van het werkgeheugen?
Functionalisme: waarom hebben we een werkgeheugen?
, Belangrijke speler binnen het functionalisme is William James. Hij hield zich bezig met het nut
van het bewustzijn. Hij deed gedachtenexperimenten om te kijken wat de voordelen van
bewustzijn zijn: het geeft de mogelijkheid tot nadenken en keuzes maken, het is adaptiever in
uitdagende omgevingen. Bewustzijn is de tegenhanger van automatismen (habits). Habits ruimen
processen op uit het bewustzijn zodat deze vrij is om belangrijkere, complexere processen te
verwerken.
James-Lange theorie: wat is de functie van fysiologische reacties?
1. Snel reageren
2. Om emotiebeleving tot stand te brengen
De traditionele theorie was: je ziet iets gevaarlijks, je wordt bang, daarom gaat je hart sneller
kloppen. Volgens de James-Lange theorie gaat eerst je hart sneller kloppen en wordt je daarna bang.
Inmiddels weten we dat het een combinatie van beiden is.
Edward Thorndike: belangrijke functionalist. Ontwikkelde de puzzelbox en observeerde (niet
introspectie!). startte ethologie als onderzoeksgebied: bestudeer dieren in hun natuurlijke omgeving
om ecologische validiteit te houden.
Mentale testbeweging: het meten van mentale processen. In deze tijd was de wetenschap erg
populair vanwege grote uitvindingen en men was wanhopig opzoek naar een manier om de
psychologie ook nuttig te maken. Dit werd geprobeerd met mentale testbewegingen. Bijvoorbeeld:
er werd getest hoe kinderen goed kunnen leren, zodat hier het onderwijs op aangepast kon worden.
Deel 4
Gestaltisme: kwam na functionalisme. Een proces in het brein zorgt voor het combineren van
informatie in een perceptueel geheel. Het brein combineert delen en vult de delen aan tot een
geheel. Perceptie= ambigue en een samenvatting van gereduceerde informatie. Alleen te bestuderen
aan de hand van introspectieve metingen. Iets in het brein versimpelt en vult de perceptie aan. Een
holistisch mentaal proces levert mogelijkheden op zoals complexe verbanden zien of complex gedrag
produceren.
Deel 5
Positivisme: zoek alleen naar datgene wat je zonder twijfel kan beschrijven. Wetenschap moet zich
focussen op observaties, ga niet interpreteren. Voorbeeld: je kan alleen de kop van een schaap zien,
deze is zwart. Gestaltisme zegt: dit is een zwart schaap. Positivisme zegt: dit is een schaap met een
zwarte kop. Wetenschap zou dus objectieve metingen moeten doen zonder aannames of
vooroordelen. Hou je alleen bezig met datgene dat je direct kan meten. Probleem positivisme: het is
moeilijk om het onobserveerbare te negeren. Bijvoorbeeld: verliefdheid is fysiek niet te meten omdat
het een cognitief proces is, maar het bestaat wel. Alternatief:
Logisch positivisme: toelaten van theoretische concepten. Verliefdheid mag hier wel gebruikt
worden, want het is soort van observeerbaar (door bijv. rode wangen). Ook logisch empiricisme of
neopositivisme genoemd.
Behaviorisme: Ivan Pavlov (klassiek conditioneren). Bewijzen dat emoties ook door klassiek
conditioneren ontstaan. Watson & Morgan (bekend om little Albert). Neobehaviorisme: vloeit uit het
positivisme: operationalisatie van cognitieve processen toelaten. Van daaruit kwam weer het
operant conditioneren (Skinner): niet de stimulus en response bepalen gedrag maar gevolgen van de
response (bijv. een beloning).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilsestraus02. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.