KADERS VAN HET SOCIAAL WERK
‘’Kaders van het sociaal werk zij de spelregels waar je als sociaal werker mee te maken
hebt tijdens de uitvoering van je beroep’’.
LES 1 // WEEK 11
DE ORGANISATIE VAN HET PROGRAMMA
- Iedere week een online werkgroep van 1,5 uur (week 1 tm 7)
- In week 3 komt een formatieve toets (oefentoets)
- In week 8 of 9 een remindo toets
60 meerkeuze, 3 open vragen
KENNISCLIP 1: SOCIAAL ONDERNEMEN
AANTAL MANIEREN VAN ONDERNEMEN
PERSOONLIJK ONDERNEMEN (hangt samen met je eigen karakter)
1. Intrapreneur: in dienst van een organisatie
2. Entrepreneur: als zelfstandige
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN
- Binnen je eigen bedrijf. Heeft te maken met organisaties waar mensen werken en
waar mensen aan verbonden zijn (stakeholders). Dit zijn mensen die beïnvloed
worden door jou of andersom.
- Deze organisaties nemen besluiten op basis van wat de gevolgen zijn voor de
stakeholders.
- Hangt samen met de 3 P’s:
People > vitaliteit en tevredenheid onder voor je werknemers
Planet > leef kwaliteit; milieu, duurzaamheid
Profit > niet alleen winst op geldgebied, maar ook het creëren van bijv.
werkgelegenheid
MAATSCHAPPELIJK BETROKKEN ONDERNEMEN
- Spreken hier over ‘normale’ organisaties in de samenleving die activiteiten
ondernemen om het leven in hun omgeving beter te maken. Je gaat iets
betekenen voor anderen.
- Bijv. alle medewerkers worden een dag uit geroosterd, om vrijwilligerswerk te
kunnen doen.
- Bijv. geld schenken aan een goed doel.
Verschil tussen verantwoord en betrokken ondernemen is dus dat het bij
betrokken ondernemen geen hoofddoel is, maar een bijzaak. Bij verantwoord
ondernemen is het wel het hoofddoel.
SOCIAAL ONDERNEMEN
- Een organisatie die in eerste instantie is opgericht, om een verschil te kunnen
maken in de samenleving. Zij willen bijdragen aan het oplossen van een
maatschappelijk probleem.
, - Geld wat binnenkomt wordt niet direct gezien als winst, maar wordt herinvesteerd
om je maatschappelijk inzet te vergroten.
- Sociale impact = effect.
INNOVEREN
Kan zowel binnen, als buiten een bedrijf
TWEE VERSCHILLENDE VORMEN:
1. Radicale innovatie compleet nieuw idee (uitvinding mobiele telefoon) vs.
incrementele innovatie kleine verbetering op iets wat al bestaat (elk jaar
nieuw model telefoon)
2. Open (schakelen andere organisaties in voor hulp) vs. gesloten innovatie
(willen alles zelf doen) > denkwijze, waar denkt de organisatie zijn kennis vandaan
te halen?
MEEST VOORKOMENDE SOORTEN INNOVATIES
Productinnovatie: Producten die een organisatie wil aanbieden; zowel materieel
als immaterieel.
Marktinnovatie: Richt zich niet alleen op de bestaande markt innoveren, maar
ook op het bedenken van een compleet nieuwe markt
Procesinnovatie: Gaat om processen die de organisatie al uitvoert en nog kan
verbeteren, om het aanbod bij een doelgroep te kunnen brengen.
Organisatie innovatie: Gaat over hoe je binnen de organisatie aan de doelen
kunt werken.
BEDENKEN VAN EEN INNOVATIE
1. Het doel je van je ontwikkeling > Waarom? Voor wie? Wat denk je te bereiken?
2. Wat is het probleem? > Waar loopt men tegen aan? Hoe gaan zij hier mee om?
3. Wat is de oplossing?
4. Waarom nu?
FINANCIERINGSMOGELIJKHEDEN VOOR SOCIALE INITIATIEVEN
- Crowdfunding (voor een operatie, herstellen van een gebouw, armoede)
- Subsidies (beroep doen op geld van de overheid)
- Ruileconomie (het ruilen van diensten met een ander)
- Fonds (een potje voor een bepaald doel)
KENNISCLIP 1: RECHTSVORMEN
WIE KUNNEN EEN ONDERNEMING STARTEN?
1. Natuurlijke personen (mensen) > zzp’er (freelancer)
2. Rechtspersonen > een constructie dat gemaakt is door de wet, maar functioneert
als een mens. Zodat je niet met je gehele vermogen aansprakelijk bent als de
onderneming flopt. De rechtspersoon heeft de verantwoordelijkheid.
, Zonder rechtspersoonlijkheid Met rechtspersoonlijkheid
(natuurlijke personen/mensen)
- Eenmanszaak (= ZZP) - Stichting
- Vereniging
VOORDEEL: Wanneer het slecht gaat met de stichting, kunnen schuldeisers alleen de
stichting aanspreken en niet de mensen van het bestuur van de stichting. Het is dus
minder risicovol dan eenmanszaak.
Verschil tussen stichting en vereniging. Vereniging heeft leden die contributie
betalen. Het is dan ook democratischer, want de leden moeten mee vergaderen over
besluiten. Bij een stichting kan de bestuurder zelf besluiten wat hij doet in de stichting.
Meestal begin je als zzp’er, maar stap je over naar stichting of vereniging wanneer je veel
groter wordt.
VOORDELEN EN KENMERKEN RECHTSPERSOONLIJKHEID:
- Beperken aansprakelijkheid
- Continuïteit > wanneer de organisator overlijdt, kan de stichting alsnog doorgaan
- Financiële motieven > vennootschapsbelasting (20-25%) ipv. Inkomstenbelasting
- Formele vereisten > moet worden opgericht door een notaris, dit kost geld
- Publicatieplicht
→ Dit alles heeft een eenmanszaak niet!
VOORDELEN EN KENMERKEN VAN DE VERENIGING
- Kent leden en een algemene leden vergadering. Dualistisch > een
ledenvergadering + bestuur, dus democratisch. Bestuur neemt als collectief een
besluit
- Persoonlijk lidmaatschap
- Behartigen belangen van de leden
- Winst mag nooit naar de leden, blijft in de verenigingskast
- Informele vereniging > geen rechtspersoon; niet naar de notaris, geen publicatie,
bestuur wél aansprakelijk
- Democratischer dan stichting, dus minder effectief
VOORDELEN EN KENMERKEN VAN EEN STICHTING
- Monistisch > geen leden
- Oprichting mogelijk door één persoon bij de notaris of testament
- Bestuur is het enige orgaan
- Doelvermogen > geld in de stichting wordt hieraan besteed (non-profit)
- Meer autoritair, dus efficiënter
LES 2 // WEEK 12
KENNISCLIP 1: VAN SOCIALE REGELS NAAR WETGEVING (RECHT)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosackermann. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.