100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Probleem 3 Attention and emotions - 3.6C Neuropsychologie $3.81   Add to cart

Summary

Samenvatting Probleem 3 Attention and emotions - 3.6C Neuropsychologie

 10 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Complete samenvatting van probleem 3 attention and emotions van blok 3.6c neuropsychologie van de klinische specialisatie psychologie

Preview 2 out of 13  pages

  • April 4, 2022
  • 13
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Probleem 3: Attention and emotions

3.1: Brain anatomy
Aandacht is het proces waarin bewustzijn selectief aan een bepaald deel v/d sensorische omgeving
of een groep stimuli gevestigd wordt. Er wordt een soort ‘’mentale spotlight’’ op bepaalde
sensorische input, motorische programma’s, herinneringen, of interne representaties gezet.
Bewustzijn correleert met het vermogen om sensorische en motorische inputs te organiseren. 1 v/d
organizers is taal.
 Aandacht is een top-down proces dat informatie selecteert uit een specifiek deel v/d
sensorische wereld. Dit neemt wat tijd in beslag.
 Bewustzijn is niet selectief; het vat alle informatie samen die het individu ziet.
 Bewustzijn geeft ons dus een ‘’gist’’ v/d wereld, aandacht focust op de specifieke aspecten
v/d wereld.

Aandachtsprocessen:
 Automatisch: onbewust, direct gedrag zonder intentie, onvrijwillig, zonder te interfereren
met activiteiten die al bezig zijn. Bottom-up (bijv. stoppen bij een rood stoplicht) en data-
gedreven; het hangt af v/d stimulus informatie die wordt gepresenteerd in de omgeving.
 Niet automatisch: ook wel gecontroleerd, effortful, attentief, en bewust proces genoemd.
Heeft de gefocuste aandacht nodig. Top-down (bijv. actief zoeken voor een verkeersboord)
en conceptueel-gedreven; het hangt af van informatie die al in het geheugen zit.

Visual search:
 Bepaalde aspecten van visuele verwerking zijn automatisch, hierbij hoeven we niet te
focussen op een bepaald aspect v/h visuele veld. Er is slechts een specifiek visueel kenmerk
nodig om een target te lokaliseren. Bijv. plaatje links.
 Andere aspecten van visuele verwerking hangen af van gefocuste aandacht om een
conjuction te vinden; een combinatie van kenmerken (bijv. cirkels en lijntjes) die naar het
target leidt. Conjunction search is een proces op volgorde, alsof een mentale spotlight v/d
ene locatie naar de andere gaat om een conjuction te zoeken. Bijv. plaatje rechts.




Feature search: cognitieve strategie voor het scannen van specifieke kenmerken van
stimuli. Een stimulus die geregistreerd wordt in gebied V1 wordt verdeeld in aparte
mappen. Deze informatie wordt dan op volgorde verwerkt in parallelle paden naar
gebieden V3, V4 of V5. Kenmerken in dezelfde ‘’fixatie’’ of map van aandacht worden
gecombineerd tot 1 object. Het aandachtsproces is eigenlijk de ‘’lijm’’ die kenmerken
tot een geheel object maakt. Uit onderzoek is gebleken dat deelnemers
verdrietige/negatieve stimuli eerder opvallen dan blije/positieve stimuli.

Om te demonstreren dat de focus van aandacht de respons van neuronen bepaalt,
moet dezelfde stimulus een neuron op 1 tijdstip activeren en niet op een ander
tijdstip. Hierdoor kun je uitsluiten dat de veranderingen in neurale activiteit komen
door de kenmerken v/d stimulus target.


Aandacht:

,  Verdeelde aandacht  we kunnen slechts een bepaalde hoeveelheid informatie tegelijk
verwerken. Wanneer we overladen zijn ontstaat er een soort bottleneck (Kahneman) in de
verwerking. Wanneer een taak routine is (bijv. op de snelweg rijden zonder veel verkeer), is
er weinig gefocuste aandacht nodig en kan de bestuurder ernaast nog praten. Wanneer het
echter drukker wordt op de weg moet de bestuurder de aandacht focussen op de taak en het
gesprek even stoppen. Wanneer we onze aandacht proberen te verdelen over meerdere
taken, wordt de prestatie op elke taak minder.
 Selectieve aandacht  elke gegeven cel reageert op een gegeven oriëntatie/kleur/vorm/etc.
Hoe kleiner het verschil tussen 2 stimuli, hoe lastiger de cel het vindt om onderscheid te
maken. Cellen in de pulvinar (een nucleus v/d thalamus) reageren selectief op visuele stimuli,
vooral stimuli die over gedrag en beloning gaan. De pulvinar projecteert op de posterieure
pariëtale cortex, temporale cortex en PFC, en ontvangt input v/d colliculus. Er is wellicht
sprake van een ‘’collicular-pulvinar spotlight’’.

Wanneer er 1 object in de mentale spotlight valt kan het visuele systeem alle visuele elementen
samenvoegen om 1 enkel object te vormen. Als er meerdere objecten in de spotlight vallen, bijv. op
een rommelig bureau, is het moeilijker voor het visuele systeem. De verschillende systemen moeten
dan vastgehouden worden als aparte items. De neuronen in gebied TE kunnen items van rommelige
scènes in parallel verwerken. Uit onderzoek waarin deelnemers op een fixatiepunt moesten blijven
focussen óf de aandacht moesten switchen naar een bewegend lampje bleek dat de rechter
pariëtale cortex actief was wanneer de stimulus in het linker én rechter visuele veld was, maar dat
de linker pariëtale cortex slechts actief was wanneer de stimulus in het rechter (contralaterale)
visuele veld was.




 De pariëtale cortex is geactiveerd bij aandacht voor locatie.
 De occipitotemporale cortex is geactiveerd bij aandacht voor kenmerken zoals kleur en vorm.
 De anterior cingulate en prefrontale gebieden zijn geactiveerd bij beide visuele taken.

Theorie Peterson & Posner: 3 centrale concepten;
1. Het aandachtsysteem is anatomisch apart v/d sensorische systemen die inkomende
informatie verwerken en gedrag produceren.
2. Aandacht is niet 1 enkel proces maar bevat netwerken van verdeelde anatomische gebieden.
3. De verschillende gebieden vormen 3 aparte netwerken. Elk representeert een verschillende
set aan aandachtsprocessen; alert zijn, oriënteren, en executieve controle.

De netwerken;
1. Alert netwerk  ascending reticular activating system (RAS) in het middenbrein behoudt
alertheid. Het moduleert noradrenaline vanuit de locus coerculeus richting het voorbrein
(PFC) om stimuli snel te kunnen detecteren. Dit systeem onderdrukt ook andere cerebrale
verwerking.
2. Oriëntatie netwerk  dit systeem selecteert een sensorische modaliteit (visie, gehoord,
aanraking) of een locatie in de ruimte. Wanneer je moet oriënteren naar een nieuwe

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ThyraLisa. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.81  4x  sold
  • (0)
  Add to cart