Samenvatting blok D 2
1. Fysiologie
1.1 Pathofysiologie van centraal zenuwstelsel
Reperfusie
- Het herstellen van de bloedstroom naar weefsels in het lichaam, na een verminderde
of afgesloten bloedstroom.
- Reperfusion therapy: herstellen doorbloeding van het hartweefsel
o Percutane coronaire interventie (PCI)
Dit wordt ook wel dotteren genoemd
Dit helpt tegen vernauwing (stenose) van een slagader.
Er wordt eerst een contravloeistof gespoten in de slagader om de
precieze plek te vinden van de stenose.
Daarna gaat er meestal vanuit een bloedvat in de lies/bovenbeen een
draad met een ballon naar de stenose. Wanneer dit op de plek zit
wordt de ballon opgeblazen en wordt de stenose als het ware
weggeperst en wordt de slagader op die pek dus wijder gemaakt.
Bij het opblazen wordt de slagader even kort afgesloten
Er kan ook een stent geplaatst worden. Deze zit dan om de ballon
heen die zorgt dat de slagader open blijft.
Een stent is een buisje gemaakt van gaas, metaal of kunststof. Het
voorkomt dat er opnieuw een vernauwing ontstaat op dezelfde plek in
de slagader
o Coronaire artery bypass graft (CABG)
Er komt een omleiding en dat gaat om de stenose heen
Je gebruikt deze therapie als iemand last heeft van een STEMI op een
ECG.
Neural repair
- Het herstel van alle neurologische processen. Dit gebeurt mede door plasticiteit.
Plasticiteit
- Betekent dat er iets is verandert in het zenuwstelsel. Je hebt de mogelijkheid om
nieuwe dingen te leren, maar ook dingen te verliezen.
o Use it or lose it.
- Aan de ene kant wordt er gekeken naar de veranderingen in individuele neuronen en
aan de andere kant wordt er gekeken naar de veranderingen in een groep neuronen.
- De veranderingen kunnen geobserveerd worden in de structuur, die kunnen dus echt
fysiek worden gezien. Ook wel functioneel.
- Op het moment dat er in een van deze categorieën veranderingen zijn plaats
gevonden die je kan relateren aan gedrag dan spreken we van neuroplasticiteit.
- Op celniveau kan je kijken naar de aantal vertakkingen en de aantal synapsen.
- In een groep kan je kijken naar hoe dik die laag is van die neuronen.
- Functioneel kan je dat meten door te kijken naar de elektrische activiteit van die ene
cel of juist van een groep neuronen.
- Een van de belangrijke onderdelen van het motorisch functioneren is de motorische
homunculus. (noemen we ook wel de motor map van het bewegen)
- Al deze veranderingen die gebeuren continu. Elk moment van de dag zijn er
processen bezig om die verbindingen te veranderen.
1
, - Als er schade is opgetreden in het zenuwstelsel dan speelt de neuroplasticiteit een
grote rol. Hierbij moet wel worden gekeken naar welke herstelprocessen aanwezig
kunnen zijn.
Neuro-organisatie
- Er vindt een functie overname plaats door andere neuronen in de hersenen. Dit kan
op 2 manieren:
o Intermodale reorganisatie: neuronen kunnen uitbreiden in dezelfde gebieden
van de homunculus-> wat je veel oefent en veel gebruikt gaat een plaats
innemen in meerdere maten op het schors en dat geldt voor het motorische
schors en voor de sensibiliteit.
o Crossmodale reorganisatie-> als je je arm niet gebruikt wordt dat schors
gebied niet gebruikt, maar wordt ingenomen door andere gebieden, zoals
bijv. het voorhoofd op de schouder.
Synaptische plasticiteit
- Bij elke vorm van leren vindt er verandering plaats in het centrale zenuwstelsel, in de
synapsen (verbinding tussen neuronen). Bij volwassenen heeft elk neuron duizenden
synapsen.
- De verbindingen zijn zeer plastisch. Ze worden continue gevormd en gemaakt. Dit
heet synaptische plasticiteit.
Sprouting, pruning en synaptogenese
- Er kunnen nieuwe synapsen gevormd worden door het uitgroeien van nieuwe
uitlopers uit neuronen, dit wordt sprouting genoemd. Ook kunnen er verbindingen
verdwijnen wanneer deze overbodig zijn, dat wordt pruning genoemd.
- Synaptogenese is het uitgroeien van verbindingen uitmondend in nieuwe
synapsvorming. Hier ontstaan er nieuwe synapsen. Dit staat in verband met
sprouting. Je hebt hiervan 3 vormen:
o Collateral sprouting: vanuit een telodendrion ontstaan kleine takjes op een
dendriet.
o Paraterminal sprouting: vanuit een subsynaps ontstaat een nieuwe synaps
o Contact synaptogenesis: 2 zenuwtjes komen min of meer elkaar willekeurig
tegen en daar ontstaat een synaps uit.
- Sprouting en pruning vindt plaats door sensorische input en motorische input. Dit is
een ongoing proces en gaat dus continu door.
Penumbra
- Een gebied waar zuurstoftekort een kritische waarde bereikt, zal onherstelbaar
beschadigd blijven. Daaromheen zit een gebied met waar relatief een tekort aan
zuurstof was, maar nog wel een overlevingskans is. Dit gebied wordt penumbra
genoemd.
2
,Diaschisis
- De tijd tussen dat de cellen hun functie tijdelijk verliezen en tot het herstel dat noem
je de diaschisis. Dit is eigenlijk de shock toestand van die cellen.
1.1 Neuroplasticiteit
Behavioral recovery
- Betekent het samenspel tussen het brein en motorisch leren. Andere gebieden in het
brein worden ingezet om dezelfde functies uit te kunnen voeren.
Neural repair en motor learning
- Als je van neuronal spreekt van herstel, gaat dit over het terugkeren van functies in
beschadigd weefsel. Herstel in de hersencellen is alleen mogelijk als de cellen niet
kapot of dood zijn. De axonen kunnen dan weer opnieuw groeien vanuit het
cellichaam (directe sprouting) ook kunnen andere neuronen die in de buurt liggen
verbindingen overnemen, dit heet collaterale sprouting.
- Normaal wordt bij een volwassene de sprouting wat onderdrukt en pas als er schade
ontstaat wordt het stofje wat sprouting aanzet weer afgegeven die de zenuwgroei
stimuleren.
- Bij een beroerte ontstaat een smal gebied van littekenweefsel rond het
schadegebied. Hierin komen stoffen vrij die de groei zowel stimuleren als remmen. In
grote delen naast het litteken wordt in gezonde hersencellen de groei juist
gestimuleerd en vindt er veel sprouting plaats.
- Er is bekend dat bij motorisch leren 2 hersengebieden nauw samenwerken met de
motorische en sensorische schors, namelijk de basale kernen (striatum) en het
cerebellum. Tijdens de snelle fase leerfase zijn beide gebieden heel actief.
- In de automatische leerfase is de algemene hoeveelheid activiteit in de hersenen
afgenomen, er is veel efficiëntie wat betekent dat er dezelfde bewegingen met
minder hersenactiviteit kan worden uitgevoerd. Je houdt dan meer ruimte over voor
het tegelijkertijd uitvoeren van andere taken (dubbeltaken).
- Niet alleen de hoeveelheid activiteiten in de hersenen verandert tijdens het leren,
maar ook de verdeling van activiteiten. Tijdens de automatische leerfase wordt bij
bepaalde soorten taken met name een van de 2 systemen gebruikt. De basale kernen
zijn vooral betrokken bij de volgorde van automatische bewegingen, het cerebellum
speelt vooral een rol bij het aanpassen van automatische bewegingen op de
(veranderde) omgeving.
- De reden dat motorisch leren dus zo belangrijk is bij het neurale herstel is de
vastlegging in het langetermijngeheugen en de grootte van het gebied in de hersenen
die gericht is op de activiteit. Door vaak te oefenen en te herhalen legt het brein
weer verbanden tussen motoriek en sensoriek en zal het mogelijk steeds minder
moeite kosten om een gewricht of individuele spier weer te bewegen.
Compensatie
- Compensatie wordt toegepast aan het begin van de revalidatie om de patiënt te
ondersteunen, tegelijkertijd wordt er nog functioneel getraind om die compensaties
minder nodig te hebben. Echter kan het voorkomen dat het herstel niet 100% is t.o.v.
het oorspronkelijke niveau en is er blijvende compensatie nodig.
Motor learning
- In de hersenen is er sprake van use it or lose it. dus functies die niet meer gebruikt
worden, zullen worden overgenomen door andere hersendelen waardoor andere
functies beter kunnen worden.
(cross) modale plasticiteit
3
, - Modale plasticiteit: binnen hetzelfde gebied worden netwerken actief.
- Cross-modale plasticiteit: taken worden overgenomen door andere delen van de
cortex.
- Wordt er een hand geamputeerd dan is er een heel groot deel van de cortex die niet
meer wordt gebruikt, waar geen input komt. Wat er dan gebeurt is dat de andere
gebieden eromheen die nemen steeds meer die plek in.
Reorganisatie
- Processen die je bij reorganisatie ziet:
o Desinhibitie: de remming van sommige zenuwen is weggevallen, hierdoor
hebben impulsen een groter effect.
o Denervatie-gevoeligheid: de neuronen zijn gevoeliger geworden voor de
prikkels die ze nog wel binnen krijgen.
o Sprouting: groeien steeds meer vertakkingen, steeds meer synapsen
Directe sprouting: waar de schade plaatsvindt, uit de axon komen
nieuwe sprouts
Collateraal sprouting: andere neuronen uit de omgeving nemen de
banen over naar de neuronen die geen informatie binnen krijgen.
o Pruning: snoeien, want je wil alleen de verbindingen houden die nuttig zijn.
Alle verbindingen die er eerst lagen moeten ook worden afgebroken, kost
allemaal energie en je hebt er niks meer aan.
o Synaptogenese: naast het vormen van nieuwe uitloper kunnen ook nieuwe
synapsen worden gevormd. Synapsen worden gevormd op basis van wat er
aan activiteiten wordt gevraagd. Het is daarom belangrijk dat patiënten met
hersenschade taakgericht en contextgebonden oefenen.
o Neurogenese: in de hippocampus en in een gebied langs de hersenholtes (sub
triculaire zone) zijn neurale stamcellen gevonden. Stamcellen zijn speciale
cellen in het lichaam die nog niet tot een specifieke soort behoren en die zich
in de loop van het leven nog kunnen vormen. Ook kunnen ze zichzelf delen
tot nieuwe stamcellen. Na een beroerte blijkt dat neurale stamcellen worden
gestimuleerd om zich te ontwikkelen tot neuronen en zich verplaatsen naar
het schadegebied. Echter sterft een groot deel van deze neuronen weer af
binnen een paar dagen voordat ze taken echt hebben kunnen overnemen.
Neurale reorganisatie
- Het is mogelijk dat andere neuronen de functie overnemen van de beschadigde
neuronen. Dit kan plaatsvinden in het gebied dat dezelfde functie heeft.
- Het motorische gebied naast het beschadigde gebied neemt deze taken dan over
(intramodale reorganisatie) dit proces vindt ook plaats in gezond weefsel wanneer
bijv. veel wordt getraind. Er vinden dan in de motorische cortex veranderingen
plaats, de gebieden die meer worden gebruikt zullen dan ook groter worden.
- Het is bij schade van de motorische cortex belangrijk om zoveel mogelijk te oefenen
met het lichaamsdeel dat door de beschadigde hersengebieden wordt geïnnerveerd.
Dit geeft echter geen zekerheid voor herstel.
1.1 Hartcyclus, ECG, regeling hartactiviteit
Prikkelvorming en -geleiding
Anatomie van het hart
- Het hart ligt in de thorax holte achter het borstbeen ter hoogte van de tweede tot
vijfde intercostaalruimte (tussenribruimte) en steunt op het middenrif. Het wijst met
de punt naar links.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller riannevl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.