Human Resource Management, Bedrijfskunde, Facility Management & Logistie
Nederlands (BCM2PCV1A.1)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
SaraJanssen2002
Content preview
Samenvatting Nederlands
Onaantrekkelijke stijlkenmerken
- Lijdende vorm/passief-constructies: Onderwerp in de zin voert de handeling niet uit,
want er is een ‘door-bepaling’ aanwezig.
Vorm van ‘worden’ of ‘zijn’ + voltooid deelwoord
Als je een lijdende vorm ziet, vraag je dan altijd af wie de handeling uitvoert die door
de werkwoorden wordt uitgedrukt (handelende persoon).
Om een passieve zin te veranderen in een actieve zin, maak je van de handelende
persoon in de passieve zin het onderwerp in de actieve zin, verwijder je de vorm van
‘worden’ of ‘zijn’ & maak je van het voltooid deelwoord een persoonsvorm.
o Passief: De brief werd door de secretaresse getypt en nagelezen door de directeur.
o Actief: De secretaresse typte de brief en de directeur heeft hem nagelezen.
Als de handelende persoon niet in de zin staat, dan kijk je of je een logische
handelende persoon in de omliggende zinnen kan vinden.
Als je te maken hebt met een losse zin, dan verzin je een logische handelende
persoon.
- Naamwoordstijl: Werkwoord is omgevormd tot een zelfstandig naamwoord.
(Lidwoord) + zelfstandig naamwoord als afgeleide van de werkwoord vorm +
(voorzetsel)
Zelfstandig naamwoord:
o Werkwoord + achtervoegsel: De levering van
o Werkwoordstam: Het behoud van
o Infinitief/hele werkwoord: Het schilderen van
Een zin met een naamwoordstijl kan worden veranderd door het zelfstandig
naamwoord terug te vormen tot het werkwoord & van de nominalisatie een
persoonsvorm te maken/te kiezen voor een constructie met ‘te’.
Naamwoordstijl: Het beschilderen van de muur kostte Linda veel tijd.
Geen naamwoordstijl: Het kostte Linda veel tijd om de muur te beschilderen.
- Voorzetseluitdrukkingen: Vaste combinatie van drie of vier woorden, waarbij het
vaak begint en eindigt met een voorzetsel.
Voorzetseluitdrukkingen zijn altijd hetzelfde en zijn vaak te vervangen door één
voorzetsel.
o Voorzetsels Woorden waar je … ‘de kast’ of … ‘het feest’ achter kan zetten
(voor/achter/op/boven/onder/naast/in/door/over/uit/tegen/aan/bij/naar/met/tot).
Met voorzetseluitdrukking: Ik loop al maanden bij de fysio ten gevolge van dat
ongeluk.
Zonder voorzetseluitdrukking: Ik loop al maanden bij de fysio door dat ongeluk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SaraJanssen2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.