100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Tijd van burgers en stoommachines $3.23   Add to cart

Summary

Samenvatting Tijd van burgers en stoommachines

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Uitgebreide samenvatting van hoofdstuk 8

Preview 2 out of 8  pages

  • No
  • 8
  • April 5, 2022
  • 8
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 200
avatar-seller
Tijd van burgers en stoommachines (1800 – 1900)
KENMERKENDE ASPECTEN
KA 31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een
industriële samenleving.
KA32 Discussies over ‘sociale’ kwesties
KA33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
KA34 De opkomst van emancipatiebewegingen
KA35 Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en
vrouwen aan het politiek proces
KA36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, socialisme,
confessionalisme en feminisme.

8.1 Industrialisatie en modern imperialisme
KA 31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een
industriële samenleving.
KA33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
KA36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, socialisme,
confessionalisme en feminisme.

Veranderingen op het platteland
In Engeland en Schotland kwam steeds meer grond in handen van grootgrondbezitters;
deze werden bewerkt door pachtboeren. Door deze schaalvergroting en nieuwe
technieken nam de voedselproductie toe -> minder honger en langer leven -> groeiende
bevolking.
Landbouwopbrengst nam snel toe -> overschotten -> dalende prijzen -> minder
opbrengsten voor boeren om hun pacht te betalen -> inkomsten uit huisnijverheid (=
het thuis maken van producten) noodzakelijk om te kunnen overleven. Huisnijverheid
werd gecontroleerd door ondernemers uit steden; leverden grondstoffen, betaalden
loon en verkochten de producten. Door de toename van het aantal
huisnijverheidsproducten nam de prijs af -> minder inkomsten -> boeren trokken naar
de stad om te werken.

De industriële revolutie begint
Door de koloniën (leveren grondstoffen en kopen producten) vergrootte Groot-
Brittannië haar economische voorsprong; de handel was zeer winstgevend (handelska-
pitalisme). In Groot-Brittannië was veel geld en aandacht voor ontwikkelingen en
experimenten; dit leidde tot uitvindingen die de industriële revolutie (= overgang van
een economie die draait om landbouw en (huis)nijverheid naar een economie die zich
kenmerkt door machinale massaproductie in fabrieken) in gang zetten.
Als 1e in de textielindustrie: eerst kleine uitvindingen die het van weven (schietspoel) en
spinnen van wol versnelde. Later grote machines die met spierkracht maar later met
water- en stoomkracht bediend werden -> machines pasten niet in een huis/boerderij ->
productie werd verplaatst naar fabrieksruimten.
Alleen rijke mensen konden de machines en fabrieken betalen -> productie kwam
in handen van de economische elite.
Door de machines waren minder arbeiders nodig -> producten waren daardoor
goedkoper -> huisnijverheid verdween -> nog meer mensen van platteland naar stad (=
urbanisatie (verstedelijking)) -> meer producten nodig dus meer fabrieken: ontstaan

1

, van een industriële samenleving (= samenleving waarin de meerderheid van de mensen
in fabrieken werkt en in steden woont).

Grondstoffen en afzetmarkten
Ondernemers streefden naar industrieel kapitalisme: het zoveel mogelijk winst maken
door middel van het fabrieksmatig fabriceren van goederen. Kenmerk hiervan is een
groeiende productie en dus was er meer behoefte aan grondstoffen en afzetmarkten. Dit
vond men in de huidige koloniën (die door nieuwe transportmogelijkheden beter en
sneller te bereiken waren) maar ook door nieuwe koloniën te stichten (Afrikaanse
binnenlanden, grondstoffen: olie, rubber, goud en diamanten). Er ontstond modern
imperialisme: het streven van West-Europese landen vanaf ongeveer 1850 naar het bezit
van zo groot mogelijke koloniale gebieden. Om conflicten te voorkomen werd Afrika in
1885 verdeeld onder de diverse landen; de belangen van Afrikanen speelden hierbij
geen rol; leefgebieden werden verdeeld onder verschillende koloniale overheersers.
Belgische Force Publique (koning was eigenaar) voerde schrikbewind in Congo ivm de
aanwezigheid van rubber dat gewild was voor auto-industrie.
Belang van koloniën nam dus toe en dit veranderde de relatie tussen de koloniën en de
moederlanden.

Nationale trots en superioriteitsgevoel
Modern imperialisme ging verder dan kolonialisme. Bij het modern imperialisme
1. bleven overheersers niet alleen aan de kust maar trokken ook de binnenlanden in
2. kwam de hele economie van de kolonie in dienst van het moederland (en niet alleen
van een bepaald gebied).
3. werd de inheemse bevolking onderdrukt.

Redenen waarom overheersers de koloniën onderdrukten:
1. Nationalisme (= verschijnsel dat wordt gekenmerkt door trots op eigen land, eigen
volk en eigen cultuur); hoe meer koloniaal gebied een land had, hoe meer macht en
aanzien dat opleverde.
2. Sociaal-darwinisme (= past bevindingen uit Darwins evolutietheorie toe op de
maatschappij (2e helft 19e eeuw)). Conclusie uit evolutietheorie (1859) van Darwin:
de groep (mensen) die zich het best kon aanpassen aan veranderende omstandig-
heden, zou het meest succesvol zijn. Succes leidt tot hoog geboortecijfer en dus tot
groei, ten koste van minder succesvolle groepen (survival of the fittest-theorie van
de Brit Herbert Spencer). Deze theorie werd ‘aangevuld’ met niet alleen het recht om
inheemse volken te overheersen maar zelfs de plicht; de overheersers moesten de
gekoloniseerde volken helpen en westerse beschaving bij brengen (schrijver Kipling:
the white mans’ burden = de last die de blanke moet dragen).

Nederlands imperialisme
Nederland deed ook mee aan het modern imperialisme, in Nederlands-Indië. In ruil voor
samenwerken met de Nederlanders bleven de inheemse bestuurders in functie.

Cultuurstelsel:
- overheid NL bepaalde welke producten nodig waren (suiker, koffie, thee, tabak,
rubber en aardolie), boeren moesten een deel van hun land gebruiken om deze
producten te verbouwen en deze tegen een van te voren vastgestelde prijs
(plantloon) aan de Nederlanders verkopen. Sommige inheemse leiders zetten de
boeren extra onder druk.
- Doel van het cultuurstelsel was een zo hoog mogelijk koloniaal batig saldo.

2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller weschaapman. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23
  • (0)
  Add to cart