Art. 26 lid 2 VWEU
De interne markt omvat een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer
van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd volgens de bepalingen
van de Verdragen
Hof van justitie: gemeenschappelijke maakt ziet op de afschaffing van alle belemmeringen
van het intracommunautaire handelsverkeer teneinde de nationale markten te verenigen tot
een enkele markt die de omstandigheden van een binnenlandse markt zoveel mogelijk
benadert.
4 elementen die de Europese interne markt samen zo bijzonder maken
1. Gemeenschappelijke buitengrenzen
a. Douane-unie > betekent dat alle lidstaten dezelfde gemeenschappelijke
douanetarieven/invoerrechten hanteren ten opzichte van derde landen.
2. Marktintegratie is zeer breed
a. Vier vrijheden (worden gegarandeerd door Europese marktregels; vrije
verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal)
b. Mededingingsregels > het maken van die gemeenschappelijke markt zorgt
ervoor dat de ondernemingen die actief zijn op die markt, niet de
mededinging op die markt verstoren. De markt moet goed kunnen
functioneren. (art. 101 en 102 VWEU)
3. Marktintegratie is zeer diep
a. Niet alleen negatieve integratie (bv. verbieden van bepaalde dingen), maar
ook positieve integratie; gemeenschappelijke regels en hiermee
handelsbelemmeringen tussen de lidstaten weg te nemen. Bv. 27
verschillende normen bestaan over wat er in een bepaald product mag zijn, bv
teer van sigaretten, dan kunnen die sigaretten niet vrij verhandeld worden
want elke lidstaat heeft andere regels.
b. Interpretatie van het Hof van Justitie
4. Het rechtskarakter van de regels van de interne markt
a. Doorwerking en inroepbaarheid van de regels van de interne markt in
rechtsordes. In tegenstelling tot de meeste vrijhandelsakkoorden kunnen die
bepalingen van die vier vrijheden rechtstreeks worden ingeroepen door
particulieren voor de gewone nationale rechter. Dat is bijzonder effectief,
particulieren kunnen ze gewoon inroepen voor de nationale rechter, veel
maatregelen van lidstaten moeten dan buiten toepassing worden gelaten. De
Europese interne marktregels zijn erg sterk
,Kennisclip 2
Tarifaire belemmeringen
Tarifaire maatregelen: maatregelen van geldelijke aard (belastingen op goederen)
Non-tarifaire maatregelen: maatregelen van niet geldelijke aard die ook
handelsbelemmeringen kunnen opleveren. Bv. maatregel die verbiedt om bepaalde
producten te verkopen om bepaalde goederen in te kopen
Art. 30 VEU invoerrechten
Art. 110 VWEU > binnenlandse belastingen, verbied lidstaten om onderscheid te maken
tussen verschillende producten als daar een accijns over een bepaald product wordt
geheven.
Art. 30 VEU en 110 VWEU> als een lidstaat een bepaalde belasting gaat heffen op een
bepaald product.
Art. 34 en 35 VWUE > verdragsuitzondering art. 36 VWEU
Art. 34 ziet op handelsbelemmeringen voor de invoer van goederen
Art. 35 ziet op de handelsbelemmeringen voor de uitvoer van goederen (export)
> geen horizontale werking
Enkel van toepassing op maatregelen/ doen en nalaten van de overheid. Je kan deze
bepalingen inroepen ten opzichte van een andere particulier.
Anders bij vrij verkeer van werknemers; personen mogen wel een beroep op een bepaling
kunnen doen ten opzichte in een geschil met een andere particulier (Arrest Bosman)
,Art. 30 VWEU
Dit artikel verbiedt het de lidstaten om in en uitvoerrechten te heffen.
Verbod heffingen van gelijke werking
In- uitvoerrechten en ‘heffingen van gelijke werking’ verboden. (van Gend & Loos)
Het verbod is absoluut, geen uitzonderingen op mogelijk
Verbied ook heffingen die dezelfde werking hebben als in en uitvoerrechten.
Wat is een heffing van gelijke werking?
o Vorm is irrelevant
o Eenzijdig opgelegde last
o Hoogte heffing irrelevant
o Opgelegd wegens grensoverschrijding, op het moment dat belasting wordt
geheven omdat het product de GRENS overgaat (maakt niet uit hoe hoog),
dan is er al sprake van een heffing van gelijke werking.
In principe geen uitzonderingen mogelijk.
Art. 110 VWEU
Verbiedt enkel discriminerende belastingen. Het is dus prima mogelijk dat lidstaten
belasting heffen op de verkoop van producten. Accijnzen kunnen nog steeds worden
geheven.
Twee vormen van discriminatie
o Verboden om hogere belasting te heffen op het ingevoerde gelijksoortige
product aan het binnenlandse product. (bv. filtersigaretten en donkere
sigaretten of gelijksoortige appels.
o Als het gaat om concurrerende producten, lidstaten mogen niet een belasting
invoeren die het binnenlandse product beschermd. (bv. bier en wijn of appels
en peren)
Er moet worden aangetoond dat die hogere belasting op dat
ingevoerde concurrerende product de binnenlandse productie
beschermd.
Lidstaten mogen wel onderscheid maken tussen producten in hun belastingen op
grond van objectieve criteria. Je mag wel hogere belasting heffen op het ene product
dan op het andere product, als dat is gebaseerd op objectieve criteria en niet is
gebaseerd op de oorsprong van het product.
o Bv. Arrest Outokumpu Oy
Groene en grijze stroom
Rechtsoverweging 30-33
Invoer van groene stroom uit Zweden.
‘je kan niet ruiken of de groene of grijze stroom is’ > lagere tarief
belast. Anders is er sprake van discriminatie, want gelijksoortige
producten.
Verschil art. 30 en 110 VWEU
, Arrest Outokumpu Oy
Niet cumulatief van toepassing, of het een of het ander
R.o. 20, art. 110 VWEU van toepassing als een heffing deel uitmaakt van een
algemeen stelsel van binnenlandse belastingen.
R.o. 27. Als de last in feite uitsluitend op ingevoerde komt te rusten is art. 30 VWEU
van toepassing
Art. 30 enkel van toepassing als de heffing uitsluitend komt te rusten op ingevoerde
producten.
Lidstaten zijn vrij om aan de hand van objectieve criteria, zoals de aarde van de gebruikte
grondstoffen, voor bepaalde producten, zelfs al zijn zij gelijksoortig in de zin van art. 110
VWEU, verschillende belastingtarieven te hanteren.
Kennisclip 3
Non-tarifaire belemmeringen I: art 34 VWEU en het begrip ‘maatregel van gelijke werking’
- Art. 35-35-36 VWEU gaan over non-tarifaire belemmeringen. Regels die lidstaten stellen die
niet van fiscale aard zijn, maar op een andere manier het bemoeilijken om goederen in of uit
te voeren vanuit lidstaten naar andere lidstaten. Bv een invoerverbod. Maar ook een eis zijn
die een lidstaat stelt
Art. 34 VWEU
Ziet op belemmeringen voor de invoer van goederen. Verbodsbepaling die het
lidstaten verbiedt om de invoer van goederen uit andere lidstaten te belemmeren.
Art. 35 VWEU
Ziet op belemmeringen voor de uitvoer van goederen. Maatregelen die lidstaten
treffen om het moeilijker te maken om goederen uit te voeren vanuit de eigen
lidstaat naar een andere lidstaat.
> om protectionisme tegen te gaan. Om te verbieden dat lidstaten hun eigen industrie
proberen te beschermen door concurrerende producten vanuit andere lidstaten van de
markt te weren.
Art. 36 VWEU
regelt verdragsuitzonderingen voor inbreuken van ENKEL art. 34 en 35 VWEU.
Kwantitatieve in-uitvoerbeperkingen
Wat is een kwantitatieve in- of uitvoerbeperking?
Kwantitatieve in of uitvoerbeperking ziet op de kwantiteit van de aantal goederen dat
eventueel. Mag worden in- of uitgevoerd. Het aantal goederen dat mag worden in- of
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sofiekooitje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.