Samenvatting voor de kennistoets fysiologie leerjaar 1 kwartiel 3. Voor de opleiding tot fysiotherapeut. Dit jaar nieuw gemaakt. Colleges/afbeeldingen en extra uitleg voor moeilijke onderwerpen. Erg uitgebreid uitgelegd voor verduidelijking.
Vak Onderwerp LWP Leerdoelen
Fysiologie Spiercontractie 1 - De macroscopiscde macroscopische opbouw van spieren beschrijven. de microscopische
opbouw van spieren beschrijven en de functie van de myofibrillen en de organellen in de
spiercontractie verklaren. het glijdende filamentmodel van Huxley beschrijven.he
opbouw van spieren beschrijven.
- De gebeurtenissen te beschrijven vanaf en prikkeling van een zenuw tot aan de
contractie van een spier. 4 manieren te beschrijven waarop de kracht van een spier kan
variëren. (AP frequentie, summatie van prikkels, rekrutering van motorneuronen, lengte-
krachtrelatie van een sacromeer.)
- Definiëren wat een rustpotentiaal, sensorpotentiaal en actiepotentiaal is, benoemen
welke ionen hierin een rol spelen. Beschrijven wat er gebeurt met een
membraanpotentiaal bij het opwerkken van een Aptiepotentiaal en een
sensorpotentiaal. De verschillende fases van een actiepotentiaal beschrijven aan de hand
van membraanpotentialen.
Fysiologie Spiervezels/energiesystemen 1 - Van de aerobe en anaerobe verbranding (inclusief de fosfaatbatterij), de voor de vorm
van verbranding benoemen, de beschikbare brandstoffen, de opbrengst en de
omstandigheden waarin de betreffende verbranding plaatsvindt beschrijven.
- De indelingen van de spiervezeltypes benoemen. De kernmerken van de verschillende
spiervezeltypes beschrijven.
Fysiologie Groei 1 1 - De verschillende fasen van de celcyclus benoemen en de belangrijkste gebeurtenissen
tijdens elke fase benoemen.
- De celdeling, zowel mitose en meiose, beschrijven.
- Differentiëren tussengenen en allelen, genotype en fenotype, heterozygoot en
homozygoot, haploïd en diploïd. autosomaal dominante- en recessieve overerving en
geslachtsgebonden overervingen chromosomale aandoeningen (trisomie) verklaren.
, Kennistoets kwartiel 3 Fysiologie, leerjaar 1
Fysiologie Groei 2 1 - Benoemen welke weefsels voortkomen uit de 3 verschillende kiembladen (ectoderm,
endoderm en mesoderm). de embryonale ontwikkeling van het zenuwstelsel relateren
aan het ontstaan van segmenten.het ontstaan van segmenten beschrijven.
- De primaire en secundaire segmentatie beschrijven en de verschillen benoemen.
Onderscheid maken tussen somatische segmentatie en vegetatieve (sympathische en
parasympathische) segmentatie.
- De productie, afgifteregulatie en effecten van groeihormonen, schildklierhormonen en
geslachtshormonen benoemen.
Fysiologie Groei 3 1 - Het hiërarchisch model van Haeckel uitleggen en relateren aan de (motorische)
ontwikkeling van een kind. de in het boek beschreven primitieve reflexen en hun functie
in de ontwikkeling benoemen.
- De in het boek beschreven wetmatigheden in de ontwikkeling van een kind benoemen
beschrijven met voorbeelden.
- De volgorde waarin de grove en fijne motoriek zich doorgaans ontwikkelen in een kind
herkennen. de factoren de de ontwikkeling van een kind beinvloeden benoemen.
Fysiologie Veroudering 1 2 - Een aantal theorieën over verouderen uit te leggen
- De verandering van cellulaire processen door intrinsieke en extrinsieke factoren te
beschrijven en met enkele voorbeelden aan te duiden
- De effecten van veroudering op het immuunsysteem en enkele regelsystemten
(hormonaal en zenuwstelsel) ten aanzien van de homeostase globaal te beschrijven
Fysiologie Mobiliteit/stijfheid 2 - Bouw van pezen, spieren en ander bindweefsel uit te leggen en de gevolgen van
veroudering op deze structuren aan te duiden.
- Begrippen als mobiliteit, hyper- en hypomobiliteit uit te leggen en te gebruiken in het
beschrijven van de bewegingsmogelijkheden van het lichaam
- Biomechanische eigenschappen van bindweefsel en spieren welke invloed hebben op de
mobiliteit uit te leggen
, Kennistoets kwartiel 3 Fysiologie, leerjaar 1
Fysiologie Zenuwstelsel 1 3 - De anatomische en functionele terminologie van het zenuwstelsel te onderscheiden.
- De bouw en functie van de verschillende cellen van het zenuwstelsel te beschrijven
(neuren en gliacellen)
- De verschilende modellen van het zenuwstelsel uit te leggen.
- De globale functionele anatomie van het centrale zenuwstelsel uit te leggen.
- Te definiëren wat een rustpotentiaal, sensorpotentiaal en actiepotentiaal is en welke
ionen hierbij een rol spelen.
- Te beschrijven wat er gebeurt met een membraanpotentiaal bij het opwekken van een
actiepotentiaal of sensorpotentiaal.
- De verschillede transmissies (prikkeloverdracht) van het zenuwstelsel uit te leggen.
Fysiologie Zenuwstelsel 2 3 - De processen van het vegetatieve zenuwstelsel te benoemen
- De structuur van het sympatische en parasympatische systeem te onderscheiden
- De invloed van de sympathicus en parasympathicus op diverse organen en de huid te
beschrijven.
- De basis uit te kunnen leggen van interacties op segmentaal niveau (vegetatieve
reflexen).
- Basis Groei III: De ontwikkeling van de diverse segmenten uit te leggen. De samenhang
tussen diverse onderdelen die bij een segment horen benoemen (metameer, myotoom,
dermatoom, etc.)
Fysiologie Zenuwstelsel 3 3 - De bouw en functie van een sensor globaar uit te leggen, waarbij onderscheid wordt
gemaakt tussen de bouw en functie van een algemene sensor, sensoren van de huid en
het gezichtsvermogen.
- Onderscheid te kunnen maken tussen de verschillende indelingen van sensoren.
- Onderscheid te kunnen maken tussen de aard van de prikkels: vitale en gnostische
sensibiliteit
- De route die de sensorische informatie aflegt via de sensorische banen (vanaf de sensor
naar de uiteindelijke gewaarwording in de hersenen) in grote lijnen uit te leggen
, Kennistoets kwartiel 3 Fysiologie, leerjaar 1
Fysiologie Zenuwstelsel 4 3 - De globale organisatie van de twee hemisferen te beschrijven en daarbij aan te geven
wat de regionale indeling van de cortex is (in relatie met een aantal motorische en
sensorische functies).
- De hersengebieden benoemen die betrokken zijn bij de organisatie van de motoriek en
daarvan hun functie aan te geven.
- Het bewegingsplan van motorische aansturing vanaf de motorische cortex tot aan de
activatie van de spier te benoemen en daarbij onderscheid te maken tussen de bouw en
het verloop van de piramidale en extrapiramidale baansystemen.
Fysiologie Zenuwstelsel 5 4 - De anatomische bouw en functie van spierspoel, evenwichtsorgaan en golgi peesorgaan
uit te leggen, waarbij ook de innervatie (efferent/afferent) van de spierspoel wordt
beschreven.
- De rol van de propriocepsis (visus, evenwichtsorgaan en proprioceptoren) en de spieren
om de lichaamshouding te handhaven uit te leggen.
- Het model van Luria uit te kunnen leggen.
- De rol van de α-γ coactivatie in het onderhouden van de gevoeligheid van de spierspoel
uit te leggen.
Fysiologie Pijn 4 - De verschillende soorten pijn kunnen onderscheiden.
- Het globale mechanisme bij primaire en secundaire pijn en pijnverwerking te beschrijven
en daarbij de rol van substance P ook aan te geven.
- De verwerking van nociceptieve pijn op ruggenmerg- en centraal niveau uit te leggen.
- Endogene pijndemping als pijnregulerend system (basaal) te beschrijven
Fysiologie Trainen spierkracht 4 - De basale fysiologische principes achter training worden gekend en kunnen worden
aangegeven.Het onderscheid tussen verschillende wijze van krachtlevering van de
spier(en) kan worden benoemd.
- De student kan een aantal trainingsvariabelen benoemen en weet de relatie te leggen
tussen specifieke training en de te verwachten effecten (lokaal en globaal).
- Basale fysiologische veranderingen in de morfologie en functie van de getrainde spieren
wordt gekend.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mi123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.77. You're not tied to anything after your purchase.