Oorzaken van de oorlog.
I: Nationalisme: Frankrijk wilde wraak op Duitsland. Duitsland vond dat zij meer recht had op kolonies
en invloed in Europa. Engeland voelde zich bedreigd door Duitsland
II: Wapenwedloop: door de industriële revolutie was de vernietig kracht van wapens toegenomen
III: Bondgenootschappen
IIII: Verstoring marktevenwicht
IIIII: militarisme:
De oorlog breekt uit
Balkan was een veelvolkerenstaat. Nationalisten wilden dat Oost-Hongarije, Bosnië losliet zodat ze bij
Servië konden aansluiten. 28 juni 1914: Oostenrijkse kroonprins Frans Ferdinand gedood door
Servische nationalist. Oostenrijkse regering wilden onderzoek instellen in Servië, dit mocht niet en
toen brak de oorlog uit.
Centralen hadden een probleem want Frankrijk en Rusland waren bondgenootschappen en Duitsland
zou van twee kwanten aangevallen kunnen worden.
Oplossing: tweefrontenoorlog. Eerst met snelle aanvalsoorlog Frankrijk verslaan daarna alle kracht
op Rusland richten.
4 augustus vielen Duitse legers België binnen.
Soldaten groeven aan beide kanten van de frontlijn leidde niet tot terreinwinst maar tot dood van
veel soldaten
Steeds meer wapens ingezet, omdat de verdedigingslijn van de vijand niet doorbroken kon worden
1918: Rusland trekt terug. Duitsers konden nu soldaten in het westen inzetten
Duitsers breken frontlijn, kwam snel een einde aan
- Soldaten konden het niet meer aan
- Komst van Amerikaanse soldaten droeg bij aan Duits verlies.
Amerikaanse president besloot deel te nemen
Ideologisch motief: hij wilden zorgen dat volken hun eigen keuzes konden maken, in plaats van bezet
te zijn van Duitsland/ onderdrukt te worden in een veelvolkerenstaat
11-11-1918: Duitsers tekenen Capitulatie: overgave
Het verdrag van Versailles.
I: Duitsland moet alle oorlogsschade betalen
II: mag een klein leger hebben
III: grondgebied afstaan
, De Volkenbond werd opgericht door de Amerikaanse president om de vrede, veiligheid en
democratie te stimuleren. Duitsland en Rusland niet toegelaten.
Bond was te zwak. Verdrag bleek geen vredesverdrag, maar wapenstilstand
De Amerikaanse economie ging niet zo goed.
1. Hoge productie: meer aanbod dan vraag
2. Protectionistische politiek: buitenlandse producten waren duur in de VS door hoge
invoertarieven in te voeren. Zo kochten Amerikanen alleen Amerikaanse producten
3. Amerikaanse producten konden alleen verkocht worden in Amerika omdat Europese landen
op de politiek reageerden met hoge invoertarieven.
4. Ongelijke inkomensverdeling: grote groep arme, kleine groep rijke.
5. Slechte controle banken hadden nauwelijks eisen en bedrijven/particulieren leenden meer
dan goed was.
Beurskrach
Prijs van aandelen steeg
Oktober 1929: Beurskracht aandelenhandel beurs in Wal Street stort in.
Koersen daalden verder, omdat bellegers aandelen verkochte
Gevolg
- Economische crisis
- Meer werkloosheid, minder productie
Vertrouwen op economisch liberalisme: vrijheid zou hertellen, dus politici deed weinig
John Maynard Keynes: overheid moet economie afrennen als het goed gaat, zodat er een spaarpot is
in crisisjaren. Mensen aan het werk zetten meer geld kunnen uitgeven Economische groei.
Franklin D Roosevelt: new deal: bestreed werkloosheid en armoede
I: maximale werktijden
II: minimum loon
III: verminderde crisis
9.2 De Sovjet-unie, een communistische heilstaat?
- ka: rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en massaorganisatie.
- ka: het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën.
Rusland liep veel achter op West-Europa. De bevolking was arm en had geen inspraak. In Rusland
was de macht in handen van tsaar Nicolaas II en een kleine groep vertrouwelingen. Mensen die
democratie wilden of een andere verandering, werden door de geheime politie in de gaten
gehouden. Gingen zij te ver? Gevangenissen, strafkampen.
Rusland leed voortdurend militaire nederlagen
Gevolg: meer kritiek op de tsaar en de regering.
Februarirevolutie: demonstraties en stakingen
Gevolg: aftreden van de tsaar Nicolaas II.
Lenins boodschap: brood, grond, vrede
Grond: wens van de boeren om de landbouwgrond, nu in bezit van de grootgrondbezitters, onderling
te verdelen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller delfingundogdu. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.99. You're not tied to anything after your purchase.