WC 01
● uit onderzoek bleek dat complexe organische verbindingen spontaan kunnen
ontstaan door condities die op vroege aarde zouden hebben bestaan.
● de grote diversiteit op aarde aan organisme is mogelijk gemaakt door de unieke
chemische veelzijdigheid van de koolstofatomen
● simpele cellen zijn op de volgende wijzen tot ontstaan gekomen:
1. de abiotische synthese van kleine organische moleculen ( zoals aminozuren)
2. de samenkomst van deze kleine moleculen vormen macro moleculen ( eiwit)
3. de inkomst van deze macromoleculen in protocellen ( dit is een
zelfgeorganiseerde, endogeen geordende, bolvormige verzameling lipiden),
druppels met membranen dat een intern milieu hadden anders dan de
omgeving
4. het begin van zelf replicatie van moleculen die uiteindelijk overerving mogelijk
maakte.
● Door de ontdekking dat de aarde al miljoenen jaren bestaat was darwin zijn theorie
valide
● Stamboom kunnen aflezen ( organisme zijn meer verwant als er een meer recente
voorouder is)
★ uitgangspunten van Darwin:
1. individuen krijgen meer nakomelingen dan dat ‘er plek voor is’
2. variatie onder nakomelingen
3. en dus natuurlijke selectie
● Lamarck en Darwin zeiden dat soorten veranderen over tijd, maar Lamarck dacht dat
dit TIJDENS het leven was en niet zoals Darwin zei dat degene met de gunstige
eigenschappen overleefd waardoor deze eigenschappen worden overgegeven aan
de nakomelingen en zo een soort kan veranderen
● ( wat Lamarck zegt gebeurt wel maar word niet perse overgegeven aan de
nakomelingen en zorgt dus niet voor evolutie)
WC 02
● Een fylogenie is de beschrijving van hoe een groep organismen is ontstaan
uit een andere groep.
● Monofyllisch: wanneer de groep uit een voourouder en al zijn nakomelingen bestaat
● Parafyllisch: wanneer de groep uit een voorouder en een paar van die
nakomelingen bestaat
● Polyfyllisch: wanneer de groep bestaat uit alleen een paar nakomelingen van een
voorouder die er niet bijhoort
● bij analoge structuren horen paralogen genen
- bij homologe structuren horen orthologen genen
● als je plaatjes snapt in campbell dan is het goed
● het begrip outgroup is belangrijk
, ● maximale parsimony= minimale evolutie, dus meest waarschijnlijke boom
WC 04
Leerdoelen:
De student kan..
… kenmerkende verschillen tussen bacterien, archaeabacterien en eukaryoten
beschrijven
… de volgende termen uitleggen: transformatie, transductie, conjugatie,
horizontale genoverdracht, fototroof, chemotroof, autotroof, heterotroof,
symbiose, commensaal, mutualist, parasitair, pathogeen, exotoxine en
endotoxine
… het effect van prokaryoten op de biosfeer verklaren
… de nomenclatuur en classificatie van prokaryoten in relatie brengen met de
taxonomie
● verschil tussen eukaryoten en prokaryoten is dat prokaryoten geen celkern
hebben en eukaryoten wel
● prokaryoten hebben de volgende organellen:
1. een celwand
2. ribosomen
3. losliggend DNA.
- verder zijn de volgende organellen optioneel:
1. celwand
2. flagel
3. capsule
● de prokaryoten bestaan uit de twee groepen:
- bacteriën
- archaea
● er is een grote genetische diversiteit in de prokaryoten door de volgende twee
factoren:
1. snelle reproductie, waardoor veel mutaties ontstaan
2. horizontale genoverdracht ( conjugatie, transformatie en transductie)
- genetische diversiteit zorgt ervoor dat een prokaryoot zich snel kan
aanpassen aan een ander milieu en zo is er snelle evolutie bij
prokaryoten en daardoor komen ze overal voor op de wereld, in de
meest extreme milieus zelfs
● bacteriën en archaea verschillen van elkaar door verschil in lipiden in het
celmembraan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ivardejong. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.80. You're not tied to anything after your purchase.