Investeren: Het aanschaffen van productiemiddelen door een onderneming. Hiervoor stel je
een investeringsplan/investeringsbegroting op. Het is gewoon het invullen van de debetzijde
van de oprichtingsbalans
Vaste Activa: Productiemiddelen die langer dan een jaar meegaan die de onderneming
gebruikt om het bedrijf draaiende te houden (machines, inventaris, pand,
transportmiddelen). Dit zijn dus investeringen.
Inventaris: alle spullen in een gebouw
Vlottende Activa: Productiemiddelen die van korte termijn zijn, zoals de voorraden, liquide
middelen, debiteuren, enz.
Liquide middelen: beschikbare middelen van een onderneming
o (bank, kas)
Vermogensbehoefte: Het bedrag aan vermogen dat nodig is om alle activa te financieren.
Omzet
Investeringsplan:
Inkoopwaarde –
Vaste Activa
Pand …
Bruto winst
Machines …
Bedrijfskosten -
Inventaris …
Transportmiddelen …
Nettowinst
Gewaardeerd loon -
Vlottende Activa
Voorraden …
Economisch resultaat
Debiteuren …
bestemd voor het beschikbaar
Liquide middelen …
stellen van vermogen en voor het
------------------------------------------
ondernemen
Vermogensbehoefte …
Hierna wordt het financieringsplan gemaakt, waarin de eigenaar kijkt welk bedrag hij zelf
kan betalen, en welk bedrag hij moet lenen bij bijvoorbeeld de bank. Na het maken van een
financieringsplan, wordt de oprichtingsbalans gemaakt (combinatie van beide plannen).
Operationele Leasing: Vermogensbehoefte van de vaste activa is vaak te groot, operationele
leasing is een manier om deze productiemiddelen te hebben zonder aan te schaffen, dus het
is een soort huur.
1
,Finance
Ondernemersinkomen: Het verschil tussen omzet en kosten.
Gewaardeerd loon: Een bedrag wat je krijgt voor je geleverde arbeid. Het is dus het bedrag
wat de ondernemers als werknemer zou verdienen als hij in loondienst zou zijn.
Inkoopwaarde van de omzet = beginvoorraad + inkopen – eindvoorraad. !
Brutowinst = omzet – inkopen (inkoopwaarde/kostprijs van de verkoop)
Winst voor aftrek van belastingen en afschrijvingen !
Nettowinst: de winst die overblijft na aftrek van alle kosten en na betaling van belasting.
Het inkomen waarover je inkomstenbelasting moet betalen (fiscale winst).
Nettowinst = brutowinst – kosten – belasting !
Opbrengsten vergroten het EV, en kosten verkleinen het EV. Dit wordt aan het begin en eind
van een bepaalde periode gemeten
momentopname / tijdstipgrootheid
Foto
Balans: overzicht van bezittingen & schulden
Je maakt dus een foto van de beginbalans en de eindbalans. Als je die vergelijkt is het
verschil niets anders dan het verschil tussen de films van opbrengsten en kosten:
resultatenrekening.
Foto, film, film, foto
2
,Finance
Hoofdstuk 3
Elke onderneming heeft een eigenaar. Dit is een rechtspersoon of een natuurlijk persoon.
Natuurlijk persoon: eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor het privé-vermogen.
(eenmanszaak, VOF, commanditaire vennootschap) !
Rechtspersoon: sprake van een zelfstandig lichaam met eigen vermogen en eigen
rechten en verplichtingen tegenover derden. eigenaar is niet meer hoofdelijk
aansprakelijk voor het privé-vermogen. (BV, NV, stichting)
o Aansprakelijk tot het ingelegd bedrag.
Eenmanszaak
Er is één persoon de eigenaar, en hij is een natuurlijk persoon. De leiding en algehele
zeggenschap is ook in handen van deze persoon, waardoor zo’n eenmanszaak heel
kwetsbaar is omdat alles in handen ligt van één persoon. Nettowinst van een eenmanszaak
is een beloning voor ingezette arbeid & het verstrekte eigen vermogen (valt onder de
inkomstenbelasting)
Je betaalt inkomstenbelasting. Verlies je geld, dan krijg je geld terug van de
belasting.
Vennootschap Onder Firma (VOF)
Er zijn twee of meer eigenaren die onder dezelfde naam een bedrijf uitoefenen (natuurlijke
personen). Vaak ontstaat een VOF uit een eenmanszaak. Hiervoor zijn verschillende
redenen. Bijvoorbeeld: Kinderen krijgen invloed in papa z’n bedrijf, onderneming heeft
behoefte aan andere kwaliteiten omdat er een taakverdeling komt, behoefte aan extra
vermogen, enz.
Bij de oprichting moet er een taakomschrijving zijn met afspraken waar elke vennoot zich
aan moet houden. Wanneer een vennoot buiten zijn taakomschrijving iets doet, dan is hij
daar zelf hoofdelijk aansprakelijk voor.
Vennoten krijgen een gewaardeerd loon. Nettowinst – gewaardeerd loon = het economisch
resultaat. Het economisch resultaat wordt onderverdeeld onder de firmanten, dus hun
inkomen bestaat uit gewaardeerd loon en hun aandeel in het economisch resultaat.
Zowel eenmanszaak en VOF moeten ingeschreven zijn in het Handelsregister bij de Kamer
van Koophandel.
Commanditaire vennootschappen
Als een VOF groeit, stijgt de vermogensbehoefte. Extra geld in een onderneming stoppen, is
niet voor elke vennoot een optie, dus is het handig om een extra vennoot te nemen. Deze
krijgt dan ook medezeggenschap. Wil je dit niet, dan moet je iemand zoeken die alleen geld
in het bedrijf stopt maar geen zeggenschap heeft (Stille/Commanditaire Vennoot). De
overige vennoten heten beherende vennoten.
Besloten Vennootschap (BV)
In een BV heb je te maken met rechtspersonen, de eigenaren zijn niet hoofdelijk
aansprakelijk voor eventuele schulden. In een BV is het maatschappelijk vermogen in
aandelen verdeeld. Aandeelhouders zijn dan alleen aansprakelijk voor hun aandeel.
Als een VOF hoge winst maakt, belanden ze in de hoogste schrijf van de inkomstenbelasting.
Als dit gebeurt veranderen ze in een BV, waarbij de eigenaar gewoon een salaris krijgt. Dit
salaris valt dan onder de kosten van de BV, waardoor de belastbare winst lager wordt.
Hierover betaalt de BV vennootschapsbelasting.
3
, Finance
Een CV omzetten in BV
- Er moet akte van oprichting worden opgesteld.
- De BV moet worden ingeschreven in handelsregister
- Er moet een aandelenregister worden geopend
- Het minimale bedrag van het geplaatst aandelenkapitaal bij de BV is €18.000
- De bv kan pas tot stand komen als de minister van justitie een verklaring van geen
bezwaar heeft afgegeven.
Het aandelenkapitaal van een BV staat op de balans, maar de verdeling over de
verschillende eigenaren niet. Dit staat vastgelegd in het aandelenregister. Als iemand zijn
aandeel wilt verkopen, moet hij deze eerst aan de andere aandeelhouders bieden of hij
moet goedkeuring hebben van hun.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jerrydewaart. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.87. You're not tied to anything after your purchase.