100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Biologie: oefenbundel inleiding in de biologie + cellen, HAVO $4.28   Add to cart

Exam (elaborations)

Biologie: oefenbundel inleiding in de biologie + cellen, HAVO

 32 views  1 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Dit document is speciaal samengesteld om de onderwerpen 'inleiding in de biologie + cellen' te toetsen voor een tentamen of examen. Met deze oefenbundel weet je zeker dat je voldoende kennis beschikt over dit onderwerp. Antwoorden zijn inbegrepen (zie laatste pagina's). Mocht je nog vragen hebben ...

[Show more]

Preview 3 out of 20  pages

  • April 6, 2022
  • 20
  • 2021/2022
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Oefenbundel Biologie HAVO (Nieuw 2022)
Inleiding in de biologie + cellen

Osmosepracticum
Osmoseproeven kun je doen met verschillende stoffen. Voorbeelden van dergelijke
stoffen zijn: keukenzout (NaCl), glucose en eiwit. De moleculen van deze stoffen
verschillen aanzienlijk in grootte. NaCl-moleculen zijn erg klein, suikermoleculen zijn
groter en eiwitmoleculen zijn nog veel groter. Een leerling maakt een
geconcentreerde ‘oplossing’ van bakkersgist in water (een zogenoemde
gistsuspensie) en mengt deze met de drie genoemde stoffen en met water.
In reageerbuis P mengt hij 20 gram gistsuspensie met 1 gram keukenzout.
In reageerbuis Q mengt hij 20 gram gistsuspensie met 1 gram suiker
In reageerbuis R mengt hij 20 gram gistsuspensie met 1 gram eiwit.
In reageerbuis S mengt hij 20 gram gistsuspensie met 1 mL water.
1. In welke reageerbuis zal het meeste water aan de gistcellen onttrokken
worden?
A In reageerbuis P
B In reageerbuis Q
C In reageerbuis R
D In reageerbuis S


Leerlingen onderzoeken in welke mate plantaardige en dierlijke cellen bestand zijn
tegen een zeer geconcentreerde zoutoplossing en tegen gedestilleerd water.
Zij voeren de volgende experimenten uit:
experiment 1 20 gram intact wordt toegevoegd aan
bladweefsel van soort Z 100 mL gedestilleerd
water
experiment 2 20 gram intact wordt toegevoegd aan
bladweefsel van soort Z 100 mL 30% NaCl-
oplossing
experiment 3 20 gram intact wordt toegevoegd aan
leverweefsel van soort W 100 mL gedestilleerd
water
experiment 4 20 gram intact wordt toegevoegd aan
leverweefsel van soort W 100 mL 30% NaCl-
oplossing


2. De cellen in experiment 1 zijn na een dag nog in leven en die in
experiment 3 niet. Leg dat uit.

3. Cellen in de experimenten 2 en 4 sterven na korte tijd in de oplossing af.
Leg ook dat uit.

,Onderzoek aan zuurgraad
Nathan doet een onderzoek over de invloed van de zuurgraad van de bodem op het
ontkiemen van tuinkerszaden.

Dit onderzoek kan men in vijf stappen delen. In willekeurige volgorde zijn deze
stappen:
1. Nathan verwacht dat zaden van tuinkers bij een lagere en hogere Ph slechter
zullen ontkiemen dan bij een neutrale pH.
2. Nathan laat 20 zaadjes van tuinkers ontkiemen bij pH 6 en 25 zaadjes bij pH 7
en 25 zaadjes bij pH 8.
3. Nathan stelt vast dat bij pH 8 maar 4 zaadjes van tuinkers ontkiemen, bij pH 6
maar 8 en bij pH 7 zijn dat er 22.
4. Nathan leest in een boek dat voor het ontkiemen van zaden de pH neutraal
moet zijn.
5. Nathan vraagt zich af of bij een lagere en hogere zuurgraad minder zaadjes
van tuinkers ontkiemen dan bij een neutrale pH.
6. Nathan concludeert dat pH 7 inderdaad de ideale zuurgraad is voor de
ontkieming van tuinkers.
4. Welke stap is de hypothese?


Celonderzoek
Drie reageerbuizen worden gevuld met oplossingen van keukenzout (NaCl) van
verschillende concentraties. Buis 1 bevat een 0,1% NaCl-oplossing, buis 2 bevat een
0,9% NaCl-oplossing en buis 3 bevat een 1,5% NaCl-oplossing. In elk van deze
buizen wordt een stukje van hetzelfde verse weefsel ondergedompeld. De stukjes
weefsel zijn allemaal even groot en rood van kleur. Voordat ze in de buizen zijn
gedaan, zijn ze eerst goed afgespoeld totdat ze geen kleurstof meer afgeven. Na een
half uur wordt het experiment beëindigd. De oplossing in buis 1 is licht rood
geworden. De oplossingen in buis 2 en 3 zijn kleurloos gebleven.
Leerling 1 beweert dat de cellen in buis 3 groter zijn dan in oplossing 2.
Leerling 2 beweert dat de cellen in de buizen 2 en 3 een celwand hebben, zodat ze
geen invloed ondervinden van het veranderen van de osmotische waarde van de
omgeving.
5. Welke leerling heeft of welke leerlingen hebben gelijk?
A geen van de leerlingen
B alleen leerling 1
C alleen leerling 2
D Beide leerlingen

, Rode kool en ui
De kleur van rode kool wordt veroorzaakt door een kleurstof in de vacuolen van de
cellen.
Vier bladeren van een rode kool worden op de volgende wijzen behandeld.
Blad 1 wordt gelegd in een 5 % glucose-oplossing van 20 °C.
Blad 2 wordt gelegd in een 5% glucose-oplossing van 100 °C.
Blad 3 wordt gelegd in water van 20 °C.
Blad 4 wordt gelegd in water van 100 °C.
Na 30 minuten wordt de kleur van de vloeistof waarin elk blad zich bevindt,
genoteerd.
6. Bij welk of bij welke van deze bladeren is de omringende vloeistof rood
gekleurd?
A alleen bij blad 4
B bij de bladeren 1 en 2
C bij de bladeren 1 en 3
D bij de bladeren 2 en 4
Het vocht in de vacuolen van de opperhuidcellen van een blad van een rode kool is
paars gekleurd. Een leerlinge legt een stukje opperhuid van een blad van rode kool
in water. Zij bestudeert de cellen met een microscoop. Vervolgens legt zij het stukje
opperhuid enige tijd in een zoutoplossing en bekijkt het preparaat weer met haar
microscoop. Op grond van haar waarnemingen concludeert zij dat bij cellen in de
zoutoplossing de concentratie van opgeloste stoffen in de vacuolen groter is
geworden dan bij cellen in water.
7. Wat heeft zij gezien waardoor zij deze conclusie terecht kan trekken?
A Ze heeft gezien dat door de behandeling met de zoutoplossing de
celwanden paars zijn gekleurd.
B Ze heeft gezien dat door de behandeling met de zoutoplossing het
vacuolevocht donkerder van kleur is geworden.
C Ze heeft gezien dat door de behandeling met de zoutoplossing het
vacuolevocht lichter van kleur is geworden.
D Ze heeft gezien dat door de behandeling met de zoutoplossing de
zoutoplossing paars is gekleurd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stenvs. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.28  1x  sold
  • (0)
  Add to cart