100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Alle concepten casustoets 1.2. 'Opvoeden buiten het gezin'. Pedagogiek, Ontwikkelingspsychologie, Sociologie en Onderwijskunde. $8.01
Add to cart

Summary

Samenvatting Alle concepten casustoets 1.2. 'Opvoeden buiten het gezin'. Pedagogiek, Ontwikkelingspsychologie, Sociologie en Onderwijskunde.

8 reviews
 603 views  29 purchases
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting is een geheel van alle onderwerpen (concepten) uit zowel de opgegeven literatuur als de hoorcolleges van de HBO opleiding Pedagogiek blok 1.2 en daarom het perfecte hulpmiddel om te leren voor het tentamen. Het document omvat namelijk het gehele leermateriaal voor casustoets 1.2 �...

[Show more]

Preview 4 out of 41  pages

  • August 28, 2015
  • 41
  • 2014/2015
  • Summary

8  reviews

review-writer-avatar

By: amsto • 6 year ago

review-writer-avatar

By: sannakhan8 • 6 year ago

review-writer-avatar

By: Beyzans • 7 year ago

review-writer-avatar

By: loulourandolfi • 7 year ago

review-writer-avatar

By: 2biisz_04 • 7 year ago

review-writer-avatar

By: lenie_de_roo • 7 year ago

Translated by Google

should something fuller

review-writer-avatar

By: meyra_1996 • 7 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Voorafgaand: De ontstaande samenvatting is een geheel van de belangrijkste onderwerpen
(concepten) uit zowel de literatuur als de hoorcolleges van de HBO opleiding Pedagogiek blok
1.2. Het omvat het gehele leermateriaal voor casustoets 1.2 ‘Opvoeden buiten het gezin’’ aan
de Haagse Hogeschool. Het tentamen bestaat uit 4 theorievakken, in blok 2 van het 1e jaar
betreffen dit de volgende vakken: Pedagogiek, Ontwikkelingspsychologie, Sociologie en
Onderwijskunde. Hieronder vind je per vak de verzamelde theorie.


Behandelde concepten Pedagogiek

• Historische ontwikkeling van de kinderopvang

Drie belangrijke periodes:
1. Begin twintigste eeuw: kinderopvang als noodzakelijke kwaad
Kindersterfte was voor deze tijd hoog, kinderen werden in een hoek geplaatst in zeer
slechte omstandigheden. In deze periode ontstond er ontwikkeling om dit te verbeteren,
zoals de kinderarbeid die werd afgeschaft. Het kind werd nog wel als object gezien. De
overheid verwachtte ook van moeders dat ze thuis voor de kinderen zorgde.
2. Na de tweede wereldoorlog: kinderopvang als middels
Welvaart steeg, nieuwe sociale voorzieningen en het kind werd vanaf deze tijd als subject
gezien. Het KDV was niet alleen een opvang (zoals de begin 20e eeuw), maar er werd
gekeken naar het emotionele welzijn van het kind. Dit kwam mede door de
gehechtheidstheorie. In de jaren 70 waren er discussies; KDV als middel; de gelegenheid
om kinderen wat bij te brengen en een middel i.v.m. de maatschappelijk verandering,
i.v.m. onder andere de emancipatie. Moeders gingen in deze periode namelijk ook meer
aan het werk.
3. Eind twintigste eeuw: kinderopvang als arbeidsmarktinstrument
In deze periode was er een economische crisis, dit zorgde ervoor dat de overheid vond
dat er alleen geïnvesteerd in kerntaken. KDV kwam daardoor weer op een laag pitje te
staan. KDV was er alleen zodat de ouders konden werken. Pas in 1997 kwam de eerste
BSO.

• Formele in informele opvang

De formele opvang moet voldoen aan kwaliteitseisen uit de Wet kinderopvang. Bij een
formele opvang krijgt de ouder een subsidie of vergoeding en worden de regels door de
overheid bepaald, zoals in het LRKP.
Informele opvang is opvang die u meestal zelf (incidenteel) regelt, waar geen vereisten vanuit
de overheid voor vaststaan en waar geen subsidie voor wordt aangeboden

• Functies KDV

De kinderopvang heeft verschillende maatschappelijke functies:
- Economische functie
Vergroten arbeidskansen voor vrouwen
- Educatieve functie
Socialiseren van kinderen (contact met leeftijdsgenoten)
- Sociale functie
Toegankelijkheid van de kinderopvang, Socialisatie van ouders onder elkaar,
Het kind bouwt zelfvertrouwen op, is hoeverre is een kind assertief en empathisch
vermogen

• De Wet op de Kinderopvang

Kwaliteitsparagraaf in de Wet (art. 47): “Verantwoorde kinderopvang, opvang die bijdraagt
aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving”

,Basiseisen voor een verantwoorde kinderopvang:
- Aantoonbare aandacht voor leidster-kind ratio, de groepsgrootte en de beschikbare ruimte
- De voertaal moet in principe Nederlands zijn (m.u.v. nieuwe invloed expats)
- Het kinderopvangcentrum moet ouders informeren over het te volgen beleid
- Er moet een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid zijn
- Er moet een schriftelijke overeenkomst tussen de ouder en het kinderopvangcentrum zijn
- Elk kinderopvangcentrum of gastouderbureau dient verplicht een oudercommissie in te
stellen

• Vier pedagogische basisdoelen van M. Riksen-Walraven

In de wet kinderopvang wordt gesteld dat ‘verantwoorde kinderopvang is het stellen van een
goede en gezonde ontwikkeling in een veilige en gezonder omgeving’. Deze verantwoorde
kinderopvang is gebaseerd op 4 (wettelijke) pedagogische doelen. Dit is om het kind goede
handvaten te bieden voor een goede ontwikkeling en toegang tot de maatschappij.

De wettelijke pedagogische doelen:
1. Het bieden van een (emotioneel) veilige omgeving
2. Het stimuleren van persoonlijke competenties
3. Het stimuleren van sociale competenties
4. De overdracht van cultuur, normen en waarden

• Indicatoren o.b.v. wettelijke pedagogische doelen

Vanuit de 3 onderstaande kwaliteitsindicatoren kan worden gemeten in hoeverre een opvang
voldoet als de bovenstaande 4 pedagogische doelen.

1. Maten voor de uitkomst van het zorg en opvoedingsproces in de kinderopvang, dit wil
zeggen de maten die het welzijn en de ontwikkeling van de kinderen weergeven.

2. Kenmerken van het zorg- en opvoedingsproces zelf (aangeduid als proceskwaliteit)
Proceskwaliteit: “De kwaliteit van de feitelijke ervaringen die kinderen opdoen in hun
interacties met de sociale en materiële omgeving”

3. Kenmerken van de opvoeders of van de opvoedingssetting waarvan aangenomen kan
worden dat zij een goed zorg en opvoedingsproces bevorderen (de zogenaamde
structurele kwaliteitsmaten).

• Zes interactievaardigheden

Interactievaardigheden leidsters:
1. Sensitieve responsiviteit
2. Respect voor de autonomie
3. Structuren en grenzen stellen
4. Praten en uitleggen
5. Ontwikkelingsstimulering
6. Begeleiden van interacties van kinderen

Figuur 5.1: het kwaliteitsmodel
Factoren die direct of indirect van invloed zijn op het welbevinden en de ontwikkeling van een
kind in een kinderdagverblijf:

In het kwaliteitsmodel van Marianne Riksen-Walraven (2004), professor
Ontwikkelingspsychologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, zijn alle factoren
weergegeven die direct of indirect van invloed zijn op het welbevinden en de ontwikkeling van

2

, een kind in de kinderopvang. Bij de kwaliteit van de kinderopvang gaat het vooral om de
ervaringen die kinderen opdoen in de interactie met de materiële omgeving (ruimte,
spelmaterialen), de pedagogisch medewerker en de andere kinderen (middelste kolom).
Factoren die meer indirect van invloed zijn, zijn de structurele kenmerken van het
kindercentrum (linker kolom). Ouders kunnen invloed uitoefenen op de kwaliteit van de opvang
door contacten met de pedagogisch medewerkers, of via oudergroepen ook invloed uitoefenen
op het kindercentrum.




Invloed van structurele opvangkenmerken (toelichting model):
Pedagogisch beleid: een helder en door het team onderschreven pedagogisch beleidsplan, zodat
de pedagogisch medewerkers weten wat er van hen verwacht wordt.
Ruimte, inrichting en materalen: voldoende ruimte binnen en buiten, geschikt meubilair en
gevarieerde spelmaterialen.
Programma: een dagprogramma met afwisseling van activiteit en rust, met voldoende
mogelijkheden voor eten, drinken en slapen. Zo’n programma is een houvast voor de pedagogisch
medewerker. Voor de kinderen bieden de terugkerende programmaonderdelen houvast en
voorspelbaarheid, hetgeen bijdraagt aan hun veilige gevoel.
Opleiding/training: de pedagogische kwaliteit is hoger in groepen met beter gekwalificeerd en
geschoold personeel.
Pedagogische ondersteuning: ondersteuning kan geleverd worden door regelmatige bijscholing,
studiedagen, consultatie van een pedagoog, intervisie en teamdiscussie. Ook begeleiding op de
werkvloer (coaching on the job) leidt tot de noodzakelijke reflectie en verbetering.
Voorzieningen voor de pedagogisch medewerker: dit zijn de voorwaarden waaronder de
pedagogisch medewerker het werk met plezier en in relatieve rust kan uitvoeren. Bijvoorbeeld
goede werkroosters, voldoende pauzes, voldoende aansturing en de zorg voor prettige onderlinge
relaties tussen de collega’s, zeker met de collega in de eigen groep. Kinderen voelen het aan als
hun pedagogisch medewerker ontevreden of boos is op haar collega, en voelen zich dan
onveiliger.
Stabiliteit pedagogisch medewerker: vaste pedagogisch medewerkers op de groep.
3

, Staf-kind ratio, groepsgrootte en groepsstabiliteit: het belang van deze factoren is hierboven al
beschreven.

Tot slot is ook een goede samenwerking met de ouders van belang: een vertrouwde relatie en
goede informatieoverdracht tussen pedagogisch medewerker en ouders leidt tot meer kwaliteit
voor de kinderen. Kinderen voelen zich daardoor veiliger en pedagogisch medewerkers kunnen
met behulp van de informatie van de ouders beter inspelen op ieder kind.

Proximale processen is de ontwikkeling van het kind in interactie met zijn directe omgeving.
Proximale processen vinden plaats tussen kinderen en 3 aspecten van hun onmiddellijke
omgeving:
 De materiële omgeving
 Andere kinderen
 De leidster

Samenvattend impliceert het kwaliteitsmotel dat een goede meting van de pedagogische kwaliteit
van de kinderopvang een dubbelfocesbenadering vereist, waarbij zowel de meest belangrijke
aspecten van de proximale proceskwaliteit in kaart worden gebracht, als de distale factoren die
deze proceskwaliteit beïnvloeden. Tezamen lijken deze proces en structurele kwaliteitsmaten een
genuanceerd en compleet beeld van de pedagogische kwaliteit van de opvang op te leveren, dat
tevens voldoende aanknopingspunten biedt voor verbetering of verandering van de kwaliteit.

Uit het voorafgaande kan geconcludeerd worden dat de proceskwaliteit van de kinderopvang
afhankelijk is van een groot aantal factoren, die elkaar ook onderling beïnvloeden. Een verdere
conclusie is dat die proceskwaliteit valt of staat met de interactievaardigheden van de leidsters.
Door haar interacties met de kinderen zelf en door haar invloeden op de interacties van die
kinderen met leeftijdsgenoten en met de materiele omgeving bepaalt de leidster in hoge mate de
kwaliteit van ervaringen die kinderen in de kinderopvang opdoen. Hiervoor zijn de volgende
interactievaardigheden voor leidsters van toepassing:
 Sensitieve responsiviteit
 Respect voor de autonomie (het kind de ruimte geven om te exploreren)
 Structuren en grenzen stellen (overzien)
 Praten en uitleggen
 Ontwikkelingsstimulering (ontwikkeling van de persoonlijke competentie)
 Begeleiden van interacties van kinderen

Implicaties voor het meten en verbeteren van pedagogische kwaliteit:
Bij de meting van de pedagogische kwaliteit zou een observatie van de leidster-kind interactie
centraal moeten staan, maar de aandacht voor de bovenstaande 6 kwaliteiten voor gedrag van
leidsters. De betrokkenheid en het welbevinden van kinderen (de twee gedragsuitingen) kan
hierop een mooie aanvulling zijn.

• Pedagogisch kader

Het pedagogisch kader:
- Biedt handvatten voor uitvoering op de werkvloer
- Geeft impuls aan de verbetering van de Nederlandse kwaliteit van de kinderopvang

Meer dan 45% van de kinderopvangorganisaties gebruikt inmiddels het pedagogisch kader
kindercentra 0-4 jaar. Hiermee gaat het niet alleen inhoudelijk over het KDV of BSO, maar
wordt er tevens gekeken naar de ontwikkeling van kinderen.
Effecten van het pedagogisch kader:
- Betere invulling pedagogisch beleid
- Betere invulling pedagogische werkplannen
- Betere vertaling van pedagogisch beleid naar werkvloer
4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Amandelspijs. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.01. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.01  29x  sold
  • (8)
Add to cart
Added