100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Medische kennis 1.2b medicijnleer $5.97   Add to cart

Summary

Samenvatting Medische kennis 1.2b medicijnleer

13 reviews
 612 views  48 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting, aantekeningen van hoorcolleges en powerpoints medische kennis 1.2b + uitgewerkte meditatielijst.

Last document update: 2 year ago

Preview 5 out of 25  pages

  • Yes
  • April 7, 2022
  • April 13, 2022
  • 25
  • 2021/2022
  • Summary

13  reviews

review-writer-avatar

By: liekebakker28 • 8 months ago

review-writer-avatar

By: paula2006paiva • 1 year ago

review-writer-avatar

By: brechtjekors • 1 year ago

review-writer-avatar

By: hayrunnisaozay • 2 year ago

review-writer-avatar

By: obenali_ • 2 year ago

review-writer-avatar

By: mariemendiour • 2 year ago

review-writer-avatar

By: emmavdbroek • 2 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Lijst van medicatie bij colleges MK

Van onderstaande medicatie moet je de naam, indicatie, werking en specifieke bijwerkingen
kennen.

Groepen
NSAID’s
Corticosteroiden
Opioïden
Insuline (kortwerkend/langwerkend/mix) Orale bloedglucose verlagende middelen Orale
anticonceptie (‘de pil’) Luchtwegverwijders
Bisfosfonaten
Antibiotica
ACE-remmers
Diuretica
Antistolling (verschillende groepen) Anti-depressiva (verschillende groepen)
Maagzuurremmers (PPI’s) Beta-blokkers
Calciumantagonisten Benzodiazepines Cholesterol verlagers



Specifieke medicatie
Ibuprofen, naproxen, diclofenac Dexamethason
Morfine, oxycodon, fentanyl, lidocaïne Paracetamol
Metformine, Canagliflozine
Lantus
Ethinylestradiol/levonorgestrel (Microgynon 30) Salbutamol
Alendroninezuur/Fosamax Amoxicilline/clavulaanzuur
Enalapril
Furosemide, hydrochloorthiazide Acenocoumarol, acetylsalicylzuur, rivaroxaban Citalopram,
Amitriptyline
Omeprazol (maagzuurremmers)
Atenolol
Verapamil
Diazepam
Simvastatine, evolocumab

,Mk 1.2b bijeenkomst 1, Het geneesmiddel

1. De plaats van het geneesmiddel binnen de patiëntenzorg benoemen;
2. Het belang van goed geneesmiddelgebruik toelichten: receptuur lezen en informatie
opzoeken in het farmacotherapeutisch kompas;
3. Het verschil uitleggen tussen stofnamen en merknamen van geneesmiddelen;
4. De verschillende indicaties voor geneesmiddelgebruik benoemen;
5. De begrippen ‘farmacokinetiek’ en ‘farmacodynamiek’ uitleggen;
6. De verschillende toedieningsvormen benoemen;
7. Uitleggen wat bijwerkingen en interacties zijn;
8. Het begrip ‘teratogeen effect’ beschrijven;
9. De verschillen tussen type A- en type B-reacties op geneesmiddelen beschrijven;
10. De rol van het Lareb beschrijven;
11. De begrippen ‘contra-indicatie’ en ‘dubbelmedicatie’ uitleggen;
12. Een geneesmiddelvoorschrift lezen;
13. Het begrip ‘medicatieveiligheid’ uitleggen;
14. De plaatsen benoemen waar in het proces van medicatie voorschrijven medicatietoediening
fouten gemaakt kunnen worden;
15. De mogelijke gevolgen beschrijven van medicatiefouten voor de patiënt;
16. De maatregelen om medicatiefouten te voorkomen beschrijven.

- Lever is belangrijk voor afbraak hormonen.
- Hoe ouder een medicijn, hoe goedkoper het is.
- Waarom is kennis farmacologie belangrijk?  Wanneer gebruik je welk medicijn, geen
fouten maken, medicatie trouw, kosten, medicijnentekort, veiligheid, kosten.

Interacties: ander effect dan verwacht door gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen.
Natuurlijke producten kunnen ok interacties veroorzaken.

Bijwerking: is iedere schadelijke, niet bedoelde werking van een in een gebruikelijke dosering
toegediend geneesmiddel.

Stofnaam van een medicijn = generieke naam, dit verwijst naar het werkzame bestanddeel in het
middel.

Merknaam = door de fabrikant toegekend aan het geneesmiddel.
Op een recept altijd stofnaam!

Teratogeen = slechte medicatie bij zwangerschap

INR = mate van bloedstolling
Vit K = zorgt voor bloedstolling, te weinig hiervan verdunt het bloed

Stofnaam = generieke naam, dit verwijst naar het werkzame bestanddeel in het middel
Merknaam = door de fabrikant toegekend aan het geneesmiddel, op een recept staat altijd de
stofnaam

Softenon = geboren zonder armen, benen door medicatie. Ernstige geboorteafwijkingen.

Contra indicaties en dubbelmedicatie = is het gelijktijdig gebruik van twee of meer geneesmiddelen
die eenzelfde werkzame stof bevatten

,Opdracht 1. Paracetamol FK
Welke toedieningsvormen bestaan er voor paracetamol?
- Zetpil
- Oraal
- Poeder
- Invuus
Wat is de indicatie voor het geven van paracetamol?
- Bij allerlei vormen van pijn, koorts, verkoudheid, hoofdpijn, kiespijn, zenuwpijn,
menstruatiepijn, na vaccinatie, spierpijn etc.
Wanneer moet je paracetamol niet geven: wat is een contra-indicatie en waarom?
- Ernstige leverinsufficiëntie, giftig metaboliet kan er ontstaan en dat kan je dan niet afbreken.
Wat moet je doen als iemand met een chronisch alcoholprobleem paracetamol wil gebruiken?
Onderbouw je antwoord.
- Niet goed om paracetamol te gebruiken/ aan te raden. Je lever is dan heel druk met die
alcohol en je lever is al aangetast.
Wat gebeurt er met de werking van paracetamol bij het gebruik van anticoagulantia
(bloedverdunners)?
- Paracetamol heeft invloed op versterking van vitamine k dus je krijgt meer
bloederverdunning.
Wat wordt bedoeld met teratogenese (het ontstaan van misvormingen tijdens de embryonale
ontwikkeling)? En wat is het teratogeen effect van paracetamol?
- Je krijgt schade aan het ongeboren kind. Paracetamol passeert de placenta, maar het wordt
toch wel afgeraden. Laagst effectieve dosering, alleen als het echt nodig is.

Polyfarmacie = het gebruik van meerder medicijnen tegelijk.
Risicofactoren bij ouderen:
- Meerdere aandoeningen
- Veranderde/verminderde nierfunctie
- Hoog en complex medicatiegebruik
- Meerdere specialisten die medicatie voorschrijven en niet afstemmen
- Praktische problemen: verpakking/breken van pillen/slikfunctie
- Cognitie en invloed op therapietrouw
- Ouderen verbinden bepaalde klachten niet altijd aan het medicijngebruik, maar aan het
ouder worden
- Therapietrouw is ontzettend belangrijk!

Farmacokinetiek = Wat doet het lichaam met het geneesmiddel? Van binnenkomst in het lichaam tot
de uitscheiding?
Farmacodynamiek = Wat doet het geneesmiddel met het lichaam? Geneesmiddel moet een
interactie aangaan met bestanddelen in het lichaam om werkzaam te kunnen zijn.
- Het gewenste effect/ therapeutisch effect
- Ongewenst effect: bijwerking/ toxisch effect
Iedere schadelijke, niet bedoelde werking van een geneesmiddel, dat in de gebruikelijke dosering
wordt toegediend, bij het voorkomen, ontdekken of behandelen van ziekte “.
- Kans op bijwerkingen is groter bij kinderen, ouderen en zwangere.

Lokale en systemische toediening (op welke wijze kun je het toedienen):
Lokale toediening: (je doet het alleen op de plek waar het nodig is)
- Huid, oog, oor, neus, long.
Systemische toediening:
- Enteraal: oraal, rectaal, sublinguaal of via sonde

, - Parenteraal: intraveneus, intramusculair, subcutaan, transdermaal en meer
Bijwerkingen kinderen, ouderen en zwangere:
Ouderen:
- Verminderde nierfunctie en leverfunctie
- Afname spiermassa door veranderde verhouding tussen vet en water
- Ervaren bijv. temp wisselingen minder goed: dorstgevoel ontbreekt bijv bij gebruik van
diuretia en warm weer

Zwangere:
o.a.
Hoeveelheid lichaamsvocht neemt toe (effect op distributie) (Vetopslag neemt ook toe) Passage
foetus (distrubutie)
TERATOGEEN EFFECT:
Wanneer een geneesmiddel stoffen bevat die bij de foetus afwijkingen veroorzaken als de moeder
tijdens de zwangerschap het geneesmiddel inneemt.
Voorbeeld: Softenon/DES

Bijwerkingen melden:
Bijwerkingen Centrum Lareb: bewaken van veiligheid van geneesmiddelen: inzicht en kennis over
bijwerkingen

Interacties en dubbelmedicatie:
Interactie: Ander effect dan verwacht door gelijktijdig gebruik van andere (genees)middelen.

KRUIDENPREPARATEN MET INTERACTIE GEZONDHEIDSRISICO'S KUNNEN VEROORZAKEN:
Sint-Janskruid, Zonnehoed, Knoflook, Kava, Ginkgo, Geelwortel, Danshen, Amerikaanse ginseng,
Valeriaan, Groene thee

Contra indicaties en dubbelmedicatie:
- Dubbelmedicatie is het gelijktijdig gebruik van twee of meer geneesmiddelen die eenzelfde
werkzame stof bevatten.
- Contra-indicatie: Aandoeningen, ziekte of redenen waarbij een een bepaald medicijnen, niet
(= contra-) mag worden voorgeschreven
Bij een absolute contra-indicatie mag de therapie beslist niet worden toegepast
Bij een relatieve contra-indicatie moet vooraf zorgvuldig worden afgewogen of de therapie wel of
niet moet worden toegepast

Medicatieveiligheid:
Medicatieveiligheid gaat over alle activiteiten die zijn gericht op juiste voorschrijving, aflevering en
gebruik van geneesmiddelen. Met als doel dat:
- De juiste cliënt
- Het juiste medicijn
- Op de juiste tijd
- In de juiste hoeveelheid en dosering
- En op de juiste wijze krijgt toegediend
WET BIG: bevoegd en bekwaam
Veel voorkomende oorzaken: onduidelijke afspraken, geen duidelijke toedienlijst, afgeleid.

, Mk 1.2b bijeenkomst 2, eiwitten waarop geneesmiddelen ingrijpen

1. De bouw en functie van cellen beschrijven;
2. De biochemische processen van de cel beschrijven;
3. Uitleggen waarom eiwitten goede aangrijpingspunten zijn voor geneesmiddelen;
4. Uitleggen hoe de belangrijkste eiwitten zijn opgebouwd waarop geneesmiddelen aangrijpen;
5. Uitleggen wat er gebeurt wanneer geneesmiddelen zich aan deze eiwitten binden.

Hc 1  Farmacokinetiek = wat doet het lichaam met het geneesmiddel.
Hc 2  Farmacodynamiek = Wat doet het geneesmiddel met het lichaam.
Het beschrijft:
- Het effect (klinisch effect)
- Bijwerkingen & toxiciteit

Het lichaam  orgaansystemen  organen  weefsels  cellen  celorganellen  cel chemie.
Medicijnen grijpen aan op receptoren.

Hydrofiel = verwijst naar een chemisch deeltje dat aangetrokken wordt door watermoleculen, en de
neiging heeft om op te lossen in water.
Hydrofoob = Een hydrofoob molecuul daarentegen wordt erdoor afgestoten.
Hydrofobe medicatie komt makkelijk de cel in.

Doelwitten geneesmiddelen:
- Receptoren (1)
- Ionkanalen (2)
- Enzymen (3)
- Transporteiwitten (4)

Receptoren (1)
= Receptor is een plaats op de celwand waar bepaalde stofjes zich kunnen hechten, waardoor de cel
zich anders gaat gedragen (bijvoorbeeld het toestaan of juist voorkomen dat bepaalde
voedingsstoffen de cel binnenkomen)

In de celmembraan: blijven buiten de cel maar geven signaal door naar binnen.
In de nucleus: beïnvloeden de activering op blokkering van het DNA.

Binding aan receptoren op membraanoppervlak:
Antagonist = Blokkeert de natuurlijke chemische boodschapper. Wanneer iets blokkeert, past op
receptor maar vervormd niet. (Vb: Bèta-blokker: Atenolol)
Agonist = Stimuleren de bijbehorende receptor. Soms wat meer, soms wat minder effect. Geeft wel
effect. (vb: salbutamol)

Salbutamol = opent uw luchtwegen. Hierdoor wordt u minder benauwd. Bij de longziekten astma en
COPD (chronische obstructieve longziekte).
- Bij astma-aanval bronchoconstrictie  adrenaline receptoren in de longen,
- Waar grijpt Salbutamol op aan?  Adrenaline receptoren in de longen, zorgt ervoor dat
spieren in de bronchiën ontspannen Longen: beta-2-adrenalinereceptor, Hart: beta-1-
adrenalinereceptor
- Agonist, omdat hij iets blokkeert
- Bijwerking?  Verhoogde hartslag

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fienderuijter. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79373 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.97  48x  sold
  • (13)
  Add to cart