H9 De economische sprong van Europa
9.1 De Industriële Revolutie
Van thuiswerkplaats naar fabriek
Door een verandering in de aard van de economie begon de Engelse economie in de tweede helft
van de 18e eeuw flink te groeien. De kleinschalige en handmatige productie, die kenmerkend is voor
de agrarisch-urbane samenleving, veranderde in de gemechaniseerde productie van de industriële
samenleving. Dit werd veroorzaakt door een aantal kenmerken:
1) Opbrengsten van de landbouw stegen. Door toepassing wetenschappelijke kennis, nieuwe
gewassen en betere landbouwvoertuigen.
2) Bevolkingsgroei. Door meer voedsel en betere ziektebestrijding. Het was gunstig voor boeren en
handelaren.
3) De koloniën in Azië en Amerika produceerden meer goedkope grondstoffen groei
textielnijverheid. De winst uit landbouw en handel werd gebruikt om de textielproductie te
verbeteren, die vond nu plaats in fabrieken. Eerst machines op waterkracht en daarna ook stoom.
Huisnijverheid kon de concurrentie niet aan en verdween. Andere bedrijfstakken gingen ook
stoommachines gebruiken. Mijnbouw en ijzerindustrie groeiden. In gebieden met steenkool en
ijzererts ontstonden fabriekssteden. Er werden ook kanalen en spoorwegen aangelegd om de
grondstoffen en eindproducten te vervoeren.
We gingen over van een standenmaatschappij naar een klassenmaatschappij. Het verschil hier is dat
bij de standenmaatschappij je laag vanaf je geboorte vast staat. Maar in een klassenmaatschappij
heb je alle gelegenheid om in een hogere maar ook lagere klasse terecht te komen.
De industrialisatie had ook sociaal grote gevolgen:
1) De maatschappelijke indeling veranderde in klassen en standen. Het aantal fabriekseigenaren,
industriëlen, nam toe. Deze werden bijzonder rijk en kregen in de loop van de 19e eeuw steeds meer
politieke macht. De adel zat hier echter niet op te wachten.
2) Er ontstond een nieuwe sociale groep, de arbeidersklasse. Hun leef- en werkomstandigheden
waren beroerd. Ze maakten lange werkdagen. Ook vrouwen en kinderen werkten. Als ze ziek werden
hadden ze geen geld. Geen onderwijs.
3) De middenklasse werd versterkt. Fabrieken boden ook werk aan boekhouders en ingenieurs. In de
steden was er behoefte aan onderwijzers, ambtenaren en winkeliers.
Voor deze klasse nam de welvaart toe door de dalende prijzen van allerlei eerste levensbehoeften
die machinaal werd geproduceerd.
De opkomst van de industriële samenleving zorgde er ook voor dat de staat zich meer met de
samenleving ging bemoeien. De staat ging scholen oprichten, vooral voor de middenklasse.
Verbeterde de leefbaarheid in de steden door riolering, afvalverwerking en goed drinkwater.
Door al die gevolgen spreken we van een Industriële revolutie.
Modern kapitalisme en economisch liberalisme
Het handelskapitalisme was door de Industriële revolutie veranderd in het moderne kapitalisme.
Particuliere ondernemers produceren goederen en diensten om zoveel mogelijk winst te maken. Ze
maken gebruik van productiemiddelen zoals grond, gebouwen, machines en grondstoffen, die
hebben ze in eigen bezit. De arbeid wordt geleverd door mensen die de productiemiddelen niet
bezitten.
Velen waren halverwege de 18e eeuw ook nog voorstander van een mercantilistische politiek: De
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisanneflinkert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.