Dit is een samenvatting van het volledige onderdeel ontwikkelingsstoornissen 1 (leerstoornissen-specifieke ontwikkelingsstoornissen-taalontwikkelingsstoornissen-psychodiagnostiek), zowel cursus, slides en eigen notities werden gebruikt. Ook oefeningen en mogelijke examenvragen zijn er in verwerkt.
...
Ontwikkelingsstoornissen 1
Lectors: Sandrine De Coster, Paul Phillips, Annelore Defever,Fleur Gailly en Veerle Willockx
Te kennen: cursus, slides, leerpaden, oefeningen en werkcolleges
OLOD: ontwikkelingsstoornissen 1: taalontwikkelingsstoornissen, specifieke ontwikkelingsstoornissen,
psychodiagnostiek en leerstoornissen
Taalontwikkelingsstoornissen (Veerle Willockx)
Herhaling: Normale spraak-en taalontwikkeling
Stelling 1: kinderen beginnen pas op 1 jaar te spreken
Niet waar,
Voor 1 jaar: krijsen + non-verbale communicatie (bv.lachen,huilen,…) soort van praten
Krijsen = dingen duidelijk maken door te krijsen zoals honger, pijn, vermoeidheid,…
Rond 1 jaar: woorden spreken zoals mama, papa, dat, bal, koek,… fonologische processen (1-woord
zinnen)
Fonologische processen = niet allemaal correct uitgesproken
o Kind vergemakkelijkt spraak, verbouwen van een woord
Stelling 2: Eén van de basisvoorwaarden om tot een normale taalontwikkeling te komen is via de omgeving een
goed en een voldoende taalaanbod krijgen.
Waar,
Interactionistische visie met elkaar in interactie gaan
LAD = language adiction device = taalaanleg
Voldoende taalaanbod lezen, schrijven,…
Goed en voldoende tegen het kind praten, samen lezen, samen activiteit uitvoeren + uitleg vragen
Naaste ontwikkeling = 1 niveau hoger dan het kind zelf
Tweelingen hebben vaak een ‘geheim taaltje’ (ideogrosie) kinderen aparte individuen benaderen, niet als
eenheid beschouwen!. Zelf kinderen in aparte klassen zetten indien zich TOS zich voordoen
Nog belangrijk
o Cognitieve ontwikkeling
o Auditieve ontwikkeling
o Sociale ontwikkeling
o Motorische ontwikkeling
o Normale articulatieorganen
o Visuele ontwikkeling
o Sociaal-emotionele ontwikkeling
Stelling 3: een intact functionerend spraakapparaat en een goede ontwikkeling van het comprehensief aspect zijn
een sine que non voor een goede ontwikkeling zijn van de actieve spraak-en taalontwikkeling
Waar,
Een intact functionerend spraakapparaat: allemaal perfect gebouwd (tong-kaak-neus)
o Voorbeelden niet intact functionerend spraakapparaat
Cheilognatoplatoschisis
Gotisch gehemelte
Syndroom van down (dikker tong, uitpuilen mond)
Comprehensief aspect: absolute voorwaarde
, o Begrips aspect expressie-aspect
Sine qua non
o Absolute voorwaarde = iets wat noodzakelijk is
Stelling 4: een kind met een lipspleet loopt meer kans op een vertraagde fonologische ontwikkeling
Waar,
Unilateraal (langs 1 kant) of bilateraal (aan beide kanten) kan een spleet komen, kan door u tandenboog
gaan, door het harde en tot aan het zachte gehemelte gaan = schisis
Niet intact functionerend spraakapparaat: lippen niet mooi op elkaar geplaatst, geen explosief + bilabiaal
Vaak problemen met klanken waarbij je tongpunt moet gebruiken (d,I) + waarbij je je lippen moet gebruiken
(b, p…)
Hoe groter de spleet, hoe meer logopedische problemen
Stelling 5: een langdurig zieke kinderen en buitenlandse adoptiekinderen hebben een gelijkaardige
taalverwerving
Waar,
Geen normale spraak-en taalontwikkeling, lopen risico op een vertraagde taalontwikkeling (TO)
Beide hebben een stilteperiode
Stilteperiode = moment van stilstand, tijd gaat door achteraf inhalen
Langdurig zieke kinderen (bv. Kinderen met kanker) isolatie, niet bezig met taal maar met genezen
Adoptiekinderen alles is nieuw, schrikwekkend voor kind
1 Taalontwikkelingsstoornissen
Enkele termen
Taal = multidimensioneel gebeuren waarbij volgende elementen een cruciale rol spelen
Aangeboren taalvermogen (taalaanleg of van nature aangeboren anatomische en neurologische vermogens)
Voldoende en aangepast taalaanbod (externe stimulus)
Andere ontwikkelingsdomeinen (sensori-motorisch, cognitief, sociaal-emotioneel)
1.1 Spraak- en taalontwikkelingsstoornissen
STOS Spraak-en taalontwikkelingsstoornis
SLI Specific language impairment
OD Ontwikkelingsdysfasie
DO Dysfatische ontwikkeling
SDLD Specific developmental language
disorder
Primaire problemen = de spraak -en/ of
taalontwikkelingsproblemen zijn niet te verklaren
vanuit een ander ontwikkelingsdomein
Vertraagde ontwikkeling: kenmerken uit
vroegere periode ontwikkeling komen voor in latere periode (therapie = bijbenen) voorbijgaand
Gestoorde ontwikkeling: kernmerken die niet in een bepaalde fase van het taalverwervingsproces
thuishoren en die geen samenhangend geheel vormen
o Alleen een groot probleem met spraak en taalontwikkeling
o Als logo probleem nooit volledig oplossen
, o Vrij normale hersenen (ondanks kleine verschillen)
Secundaire problemen = spraak-en taalproblemen zijn niet de hoofdzaak (bv. Auditieve beperkingen, verstandelijke
beperkingen,…)
Oefeningen: primaire TOS problemen
Vic (5j) zegt bloel tegen broer
o Probleem met R fonologie kinderen zouden R moeten kunnen uitspreken tegen het eerste
leerjaar, omdat ze leren lezen en schrijven
o GEEN stoornis, wel een vertraging
Pol (9j) zegt ‘ik slaapte al’
o Vervoeging van onregelmatige werkwoorden 3de leerjaar, 8 jaar
o GEEN stoornis, wel een vertraging
Fien (4j) zegt ‘ik eet graag banaans’
o Meervouden op -en / -s overregularisatie GEEN stoornis
o Één van de vroegste systemen die verworven wordt.
Zonder inzicht geïmiteerde vormen (2j -2,5j)
Meervoudsconcept (2j –2.5j) (nog, veel, allemaal, ...)
Inzicht in de regel met overregularisatie(2.5 j –4 j) (schoenes, slaks, voetsof auto-en,
gieteren, veteren)
Inzicht in de regel met terugvorming (2.5 j –4 j) (vark, deek, laak)
Regelmatige meervoudsvorming beheerst (4 j)
‘ik heb 10 vingeren’ (Lucas, 7j)
o Meervoud -en / -s regelmatige meervoudsvorming beheerst op 4 jaar kan een stoornis zijn
o Theorie zie hierboven
‘papa komt mij halen met de vroemvroem’ (Els 5j)
o Iets vernoemen naar het geluid dat het maakt = onomatopee bij zeer jonge kinderen
vertraging
1.2 indeling volgens taalontwikkelingsstoornissen
Definitie ontwikkelingsstoornis
Volgens handboek; ‘wijzer in ontwikkelingsstoornissen’;
Een ontwikkelingsstoornis is volgens DSM-5: een neurobiologische ontwikkelingsstoornis die in de vroege
ontwikkelingsperiode tot uiting komt en die gekenmerkt wordt door ontwikkelingsachterstanden op een of
, meerdere functiedomeinen en die levenslang beperkingen veroorzaakt in het persoonlijke, sociale, schoolse of
beroepsmatige functioneren
Neurobiologisch: in de hersenen
Levenslang: niet oplosbaar
Communicatiestoornissen zijn stoornissen die gekenmerkt worden door een verstoorde ontwikkeling van taal,
spraak en/of communicatie
Taalontwikkelingsstoornis
o TOS tot de leeftijd van 10 jaar
o Na de leeftijd van 10 kan je spreken van een taalstoornis
Spraakklankstoornis
Ontwikkelingsstotteren
Sociaal(pragmatische) communicatiestoornis
1.2.1 wetenschappelijke onderbouwde indeling
Kenmerken TOS volgens DSM-V
Persisterende (=blijvend) problemen in verwerven en gebruiken van taal
In alle taalmodaliteiten
Problemen op vlak van grammatica, narratieve vaardigheden en conversatievaardigheden en/of andere
pragmatische vaardigheden
o Narratieve vaardigheden = vertellen van een verhaal
o Conservatievaardigheden = bv. Beurt nemen, bij het onderwerp blijven,…
Taalvaardigheden onder leeftijdsverwachtingen
Geen invloed van regionale, sociale of cultureel/etnische variatie
Symptomen aanwezig vanaf kindertijd
Aanwezig tot in adolescentie/volwassenheid
Primair of secundair
Functionele beperkingen op vlak van communicatie, schools presteren of bij uitoefening van beroep
Kinderen met TOS zijn GEEN DOMME KINDEREN, scoren gewoon minder op verbaal IQ
Benadering vanuit ICF-model
Multidimensionale aanpak
o Ouders, leerkrachten niet vanuit 1 standpunt bekijken
Functioneren v/h kind komt uit een interactie van linguïstische kernprocessen, de vaardigheid om deze te
gebruiken in sociale interacties en de beïnvloeding van een grote waaier van omgevings-en persoonlijke
factoren
o Hoe slimmer je bent met TOS, hoe meer mogelijkheden, hoe meer omkadering,…
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ronnadeconinck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.20. You're not tied to anything after your purchase.