Economie periode 1 samenvatting
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
1.1 keuzes maken
Schaarste: een product is schaars wanneer er moeite/tijd ingestoken moet worden om het te
krijgen. Schaarste ontstaat doordat je niet genoeg middelen hebt om al je behoeftes te voorzien.
Opofferingskosten: opofferingskosten bestaan uit de kosten van het alternatief dat je niet kiest. Die
kosten bestaan uit een geldbedrag. Opofferingskosten gaan ervan uit dat middelen alternatief
aanwendbaar zijn.
Opofferingskosten berekenen: opbrengsten niet gekozen alternatief – de opbrengsten gekozen
optie.
Opofferingskosten zitmeubel: 10/4 x 3000
Opofferingskosten verlichtingsplan 4/10 x 6000
Alternatief aanwendbaar: middelen zijn voor verschillende mogelijkheden in te zetten.
Primaire behoeften: voedsel, drinken, kleding en onderdak
Secundaire behoeften: alle andere behoeften zoals een laptop en een dure telefoon.
Statusgoederen: merkkleding en producten om andere mensen je status te laten zien.
Micro-economie: huishoudens en bedrijven.
Macro-economie: de gehele economie.
Productiefactoren: kano
Kapitaal, machines en gebouwen je gebruikt de middelen langer dan een jaar.
Arbeid, de inspanning van mensen dit noem je menselijk kapitaal.
Natuur, natuurlijke grondstoffen en energie.
Ondernemerschap, het idee om met natuur, arbeid en kapitaal winst te maken.
Investeren: het geld ergens in stoppen met het idee om er winst mee te maken.
, 1.2 budgettaire vraagstukken
Budget: het bedrag dat je in een bepaalde periode te besteden hebt.
Begroting: een begroting kan een overzicht geven van je verwachtingen van je inkomsten en
uitgaven in een bepaalde periode die nog gaat komen.
Budgettair probleem: je spreekt van een budgettair probleem wanneer je inkomsten minder zijn dan
je uitgaven.
Soorten uitgaven:
Dagelijkse uitgaven, dit zijn de kosten die te maken hebben met levensonderhoud.
Vaste lasten, dit zijn uitgaven die iedere periode terugkomen.
Incidentele uitgaven, incidentele uitgaven zijn uitgaven die af en toe voorkomen.
Ceteris paribus: als variabelen buiten beschouwing worden gelaten noem je dit ceteris paribus, dit
betekent onder overigens gelijke omstandigheden.
Model: voor de vereenvoudiging van de werkelijkheid kun je een model gebruiken.
Budgetlijn: de budgetlijn is een voorbeeld van een model dat de samenhang tussen iemands
inkomsten en uitgaven weergeeft.
Formule budgetlijn: M= P x x + P y y
M= inkomen (budget)
Px = prijs van goed x
X = hoeveelheid goed x
Py = prijs van goed Y
Y= hoeveelheid goed Y
Budgetset: de budgetset is de budgetlijn plus het gebied eronder dus alle combinaties die mogelijk
zijn in de budgetlijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lievepasteuning. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.49. You're not tied to anything after your purchase.