100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting inleiding in de gezondheidspsychologie (OU) in het Nederlands $6.93
Add to cart

Summary

samenvatting inleiding in de gezondheidspsychologie (OU) in het Nederlands

 38 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige samenvatting van het boek Health psychology 9th edition. Ik had met deze samenvatting een 8.7 gehaald.

Preview 4 out of 52  pages

  • Yes
  • April 7, 2022
  • 52
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
H1
- 18e eeuw: kolonisten infectieziekten, malaria en dysenterie (bloeddiarree). Immuunfuncties
beperkt, oorspronkelijke bevolking nog nooit blootgesteld aan nieuwe micro organismen.
- 19e eeuw: tbc, einde 19e eeuw daling doden, verbetering hygiene, weerstand (voeding).
Hervorming gezondheid.
- 20e eeuw: stijging levensverwachting, verschuiving infectieziektes naar chronisch.

1 tot 24jr.: belangrijkste doorsoorzaak ongeval. Daarna (15-24 jr): levensberoving, zelfmoord, kanker
en cardiovasculaire ziektes.

Trepanatie: gaten in schedels om demonen eruit te laten die mentale ziekte veroorzaakten.
Griekse filosofen vroegst geschreven ideeen over fysiologie ziekte en geest.
Hippocrates: humoral theory = 4 lichaamsvloeistoffen (humors) die samen balans vormen.
Plato: eerste lichaam geest verschillende entiteiten. Lichaam geestprobleem.
Galen: ontleedde dieren, idee verschillende ziekten verschillende effecten, grieks 2 eeuw.
Kerk: mens wezen met ziel en vrije wil, apart van gewone natuurlijke wetten. Kan geen object van
wetenschappelijk onderzoek zijn. Hinderde ontwikkeling naar medicijnen en anatomie. Ziekte straf
van god. Priesters ziekte behandelen (martelen, kwade geesten uitdrijven) tot 13e eeuw (st thomas
Aquinas zag geest lichaam niet als gescheiden maar onderling gerelateerd.

- 14 en 15e eeuw: renaissance, wedergeboorte, onderzoek cultuur politiek (europa). Meer mens
gecentreerd ipv god)
17e eeuw: descartes: lichaam geest gescheiden maar:
- lichaam als machine ( actie en sensatie, reflexen theorie)
- lichaam geest communiceren door pineal gland (epifyse, pijnappelklier)
- dieren geen ziel en ziel mensen verlaat lichaam na dood. Maakte ontleding mogelijk.
18 19e eeuw: kennis in wetenschap en geneeskunde groeide , microscoop, gebruik van dissectie in
autopsies.microorganismen veroorzaken ziekte,
Halverwege 19e eeuw: chirurgie, steriel, en verdoving. Vertrouwen in doctoren herstelde

19 en 20e eeuw: Biomedisch model (geleid tot ontwikkeling vaccinaties, antibiotica): ziekte en
lichamelijke aandoeningen verklaard door verstoring fysiologische processen gescheiden van
psychologische en sociale processen van geest. Nog steeds dominante theorie op geneeskunde
(medicine) nu.
William Osler: geest kan gezondheid beinvloeden. Rol stres op hart: focus van modern medisch
onderzoek.
Persoon als uniek individu niet opgenomen in biomedische model

Risicofactoren: 1 biologisch zoals genen, 2 gedragsmatig zoals roken. Risicofactor geassocieerd met
probleem, mogelijk niet veroorzakend.
Gedragsmatige risicofactoren geassocieerd met top 5 doodsoorzaken (USA)
1 hartziekte (roken, hoog cholesterol,obesitas, gebrek aan lichaamsbeweging)
2 kanker (roken, hoogalcoholgebruik, voeding)
3 beroerte (roken, hoog cholesterol, gebrek aan lichaamsbeweging)
4. COPD (chronische longziektes, roken)
5. ongelukken (alcohol drugsgebruik, verkeer).
Hoge medische kosten veroorzaakt door levenswijze (gedragsoorzaken dus). Waarom mensen
ongezonde levensstijl:
- snel genot (vaak ongezond)
- sociale druk (leidt soms tot ongezond gedrag)
- gewoonte/ verslaving (roken)
- niet bewust van gevaren of hoe gedrag te veranderen


1

,Persoonlijkheid: cognitieve, affectieve of gedragsmatige neigingen die redelijk stabiel zijn over tijd
en situaties. Persoonlijke eigenschappen gekoppeld aan gezondheid. Werkt 2 kanten op:
persoonseigenschappen verhogen bepaald risicovol gedrag, ziekte veroorzaakt persoonlijke
kenmerken (zoals emotionele aanpassing en zienswijze).

Vroege 20e eeuw: Sigmund Freud: psychologie en geneeskunde met elkaar verbonden. Fysieke
symptomen zonder waarneembare organische stoornis.
Psychoanalytische theorie: symptomen door onbewuste emotionele conflicten = conversiehysterie.
Willen begrijpen van deze coditie leidde tot ontwikkeling psychosomatische geneeskunde =
toegewijd aan interactie tussen emotioneel leven en lichamelijke processen. Psychosomatisch =
lichaam en geest beide betrokken.
Vroeger interpretaties voor specifieke echte gezondheidsproblemen, nu breder veld onderlinge
relatie tussen psychologische, sociale biologische en fysiologische functies en ontwikkeling en beloop
ziekte.
1970: nieuwe gebieden om rol psychologie in ziekte te bestuderen:
- gedragsmatige geneeskunde (behavioral medicine)
- gezondheidspsychologie (health psychology)

Behaviorisme: belangrijke basis voor gezondheidspsychologie, gedrag = resultaat van 2 vormen van
leren:
klassieke conditionering: geconditioneerde stimulus lokt reactie uit door asociatie met
ongeconditioneerde stimulus.
Operante conditionering: gedrag wordt veranderd door consequenties: beloning of straf.
1970: emotie beinvloedt lichamelijke functie: fysiologische systemen kunnen gecontroleerd worden
door feedback -> Biofeedback: fysiologische processen worden gecontroleerd (dmv apparaat) zodat
persoon controle over kan krijgen. Betrekt operante conditionering, feedback dient als versterker.

Matarazzo: 4 doelen gezondheidspsychologie:
- promoten en handhaven gezondheid ( media campagne, school gezondheidsprogramma)
- voorkomen en behandelen van ziekte (klinische training, rehabilitatie, psychologische principes om
gezondheidsproblemen te voorkomen, zoals voorkomen van hoge bloeddruk)
- identificeren van oorzakenen diagnostische correlaties van gezondheid, ziekte en dysfunctie.
(studie)
- analyseren en verbeteren van stelsels voor gezondheidszorg en gezondheidsbeleid. (adviseren
specialisten)

Psychosomatische geneeskunde: interdisciplinair,nauw verbonden met medische disciplines,
psychiatrie voor psychische ziektes
Gedragsmatige geneeskunde: interdisciplinair, focus op interventies die gezonde levenswijze
promoot zonder medicijnen of operatie
Gezondheidspsychologie: gevestigd in psychologie, focus op klinishc, sociaal, ontwikkelings,
experimeenteel en fysiologische psychologie om emotionele processen te identificeren en te wijzigen
die tot ziektes leiden en om functioneren en herstel te verbeteren.
Overeenkomst tussen 3: gezondheid en ziekte = resultaat van intereactie biologische psychologische
en sociale krachten.

Gezondheidspsychologen werken in ziekenhuizen, klinieken en academische departementen
universiteiten. Bieden:
- Directe hulp: 1. patienten helpen aanpassen aan en beheren van gezondheidsproblemen, 2.
therapie geven voor emotionele en sociale aanpassingsproblemen die ziekte kan veroorzaken, 3.



2

,helpen veranderingen in gedragsmatige risicofactoren aan te brengen doorpsychologische methodes
(vb biofeedback)
- indirecte hulp: 1. Onderzoeken (wetenschappelijk), 2 programmas ontwerpen, 3.
Gezondheidsprofessionals onderwijzen.

Biopsychososiale model: uitbreiding biomedische kijk, biologisch, psychologischen sociaal. Alle drie
van invloed open beinvloed door gezondheid van persoon (werkt 2 richtingen op)
- biologische factoren: genetisch, functie en structuur fysiologie, hoe effectief lichaam en geest met
elkaar samenwerken
- psychologische factoren: beschrijven van gedragsmatige en mentale processen:
Cognitie: waarnemen, leren, herinneren, denken, interpreteren, geloven, problemen oplossen.
Emotie: subjectief, beinvloed door onze gedachtes gedrag en fysiologie
Motivatie: brengt activiteit op gang, kiest richting en volhard.
- sociale factoren: sterk motiverende kracht: samenleving (media), gemeenschap (omgeving, buren,
gezondheidsbeleid), familie

Systeem
Holistisch: persoon als geheel bekeken (gebruikt in het biopsychosociale model). Breed scala van
alternatieve benaderingen om gezondheid te promoten.
Systeem: dynamische entiteit met componenten die continu met elkaar verbonden zijn.
- Sociale systemen: maatschappij, gemeenschap, familie (buiten de persoon)
- Psychologische systemen (ervaringen en gedrag): cognitie, emotie, motivatie (binnen persoon)
- Biologische systemen (genetich en fisieke): organen, weefsel, cellen (binnen persoon)

Levensloop perspectief: kijkt naar iemands voormalige en huidige gedrag en probeert voorspellingen
te maken over toekomst. Kijkt ook naar levensfase. Gezondheid en ziekte varieren met ontwikkeling.
Gender perspectief: mannen en vrouwen verschillen in biologisch functioneren, gezondgerelateerd
gedrag, sociale relaties, ervaren van stress, risico’s op specifieke ziektes.

Verwand aan gezondheidspsychologie: geneeskunde, epidimiologie, volksgezondheid, sociologie,
antropologie, gezondheidseconomie, gezondheidsbeleid.
Epidemiologie: wetenschappelijke studie van de verspreiding en frequentie van ziekte en letsel.
Mortaliteit: sterfte op bepaalde (grote) schaal binnen bepaalde periode.
Morbiditeit: ziekte, letsel of handicap (afwijkingen in gezondheid)
Prevalentie:totaal aantal zaken van ziekte (zowel bestaand als nieuw)
Incidentie: aantal nieuwe zaken
Epidemie: aantal van meestal infectieziekten enorm gestegen (snelle toename van incidentie)
Volksgezondheid is begaan met beschermen handhaven en verbeteren van gezondheid door
georganiseerde inspanning in gemeenschap. Bestudeert gezondhied en ziekte in context
vangemeenschap als sociaal systeem. Het succes van deze programmas en manier waarop individuen
hierop reageren zijn van belang voor gezondheidspsychologen.
Sociologie: focust op menselijk en sociaal leven (groepen), impact van massamedia, bevolkinsgroei
e.d. impact sociale relaties, sociaal economische factoren, organisatie ziekenhuisservices en
medische praktijken
Antropologie: studie naar menselijke culturen
Gezondheidseconomie: bestuderen vraag en aanbod voor gezondheidsbronnen, lasten baten en
kosten van gezondheidszorg.
Gezondheidsbeleid: bestudeert beslissingen, plannen en acties genomen door overheid mbt
gezondheidszorg en gerelateerd gedrag. Kan belangrijk effect hebben op gezondheidsgedrag van
individuen.




3

, H2
Zenuwstelsel: integreert constant acties van onze inwendige organen. Geeft commando’s af door
netwerk van biljoenen gespecialiseerde zenuwcellen: neuronen.
- dendriet: ontvangers boodschappen
- axon: lange verbinding (gemeylineerd, ongemyleneerd.)
- synaptische knopen: verbinden dendrieten van andere neuronen doorgaans door synaptische spleet
(met vloeistof gevuld)
- synapsen: knooppunten gevuld met vloeistof, waar boodschap doorgegeven wordt aan
aangrenzende neuronen. Boodschap bevat elektrochemische activiteit.
-ionen: electrisch geladen deeltjes veroorzaakt door bepaalde mate van chemische lading dat door
de dendrieten binnenkomt. Een impuls van een electrisch potentiaal wordt getriggerd.
Neurotransmitters kunnen inhiberen (remmen) of exhiberen (versterken).
Epilepsy: grote groep neuronen vuurt ongecontroleerd.

Bij baby is basisstructuur gevormd voor bijna alle neuronen, zenuwstelsel is nog niet rijp. Hersenen
wegen minder (25%) dan volwassenen. Toename in gewicht hersenen komt door toename in gliale
cellen en toename myeline.
Gliale cellen: in dienst van en onderhouden neuronen.
MS: ontaardt myeline schede, zenuwen verbroken.
Groei baby -> uitbreiding netwerk dendrieten en synaptische knopen (aantal cellichamen blijft
gelijk!) Myeline toename van boven naar beneden (celaufaudaal). Uit zich in motorische
vaardigheden, eerst hoge gebieden onder controle vervolgens naar beneden uitgewerkt.
In vroege volwassenheid: hersenen langzaam in gewicht afnemen, aantal hersencellen veranderd
niet veel, synapsen wel-> leidt tot afnameinvermogen om zenuwimpulsen te sturen. Merkbaar met
50/ 60 jaar.

Zenuwstelsel 2 divisies:
• centrale zenuwstelsel: hersenen en ruggenmerg = centrale sturingssysteem. Ruggenmerg
verbindingsweg met perifere stelsel.
• perifere zenuwstelsel: overgebleven netwerk zenuwcellen/ neuronen door het hele lichaam.
Perifeer onderverdeelt in:
1. somatische zenuwstelsel: verzorgt communicatie tussen centrale zenuwstelsel en zintuigenen
motorische functies. Belangrijke rol bij zien, horen,proven,ruiken, voelen, bewegen.
2. autonome zenuwstelsel: verzorgt communicatie tussen centrale zenuwstelsel en verschillende
organen. Regelt belangrijke lichaamsfuncties zoals hartslag en spijsvertering.
Autonome onderverdeeld in:
- sympatische zenuwstelsel: mobiliseren en gebruiken energie, reageert direct op emoties
- parasympatische zenuwstelsel: energie conservatie en kalmeren na lichamelijke stimulatie.
Hersteld weer van sympatische.


Centrale zenuwstelsel: hersenen en ruggengraad
Algemene regel: bovenste (buitenste) gedeelte van hersenen, betrokken bij perceptuele, motorische,
leren en conceptuele activiteiten. 2 subdivisies Lagere (centrum) gebieden vooral betrokken bij
interne en automatische lichaamsfuncties en overdracht van informatie van en naar telencephalon,
fysieke en emotionele arousal.

Hersenen onderverdeeld in 3 delen: forebrain, cerebellum en brainstem
• Forebrain. Bovenste gedeelte hersenen. Onderverdeelt:
- diencephalon: 1. thalamus en 2. hypothalamus
1. Thalamus is centrum/ schakelstation waarsensorische info wordt opgevangen en doorgestuurd.
Opdrachten vanuit skeletspieren naar motorische gebieden sturen.


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wieskewester. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55628 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.93  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added