100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Levensfasen toetsdoelen $3.81   Add to cart

Summary

Samenvatting Levensfasen toetsdoelen

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

De toetsdoelen zijn uitgewerkt

Preview 3 out of 19  pages

  • Yes
  • April 7, 2022
  • 19
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Toets doelen Levensfasen:
Babytijd (0-2)
Fysieke ontwikkeling
 de ontwikkeling van het zenuwstelsel van de baby beschrijven aan de hand van de
begrippen neurotransmitter, neuron, myeline en plasticiteit en kan deze
begrippen onderscheiden;
o Het zenuwstelsel van baby’s bevat een enorme hoeveelheid neuronen, meer dan ze
eigenlijk nodig hebben. Een neuron is de basis-cel van het zenuwstelsel. Neuronen
hebben 1 vermogen dat ze onderscheidt met andere cellen: dat is dat neuronen
met andere cellen kunnen communiceren.
Hiervoor hebben ze aan 1 uiteinde een cluster
van vertakkingen die dendrieten heten.
Dendrieten ontvangen boodschappen van
andere cellen. Neuronen hebben aan de
andere kant een lang uiteinde dat de axon heet, het
deel van de neuronen dat boodschappen bevat die bestemd zijn voor
andere neuronen. Neuronen raken elkaar niet echt. Ze communiceren met andere
neuronen via chemische boodschappers, neurotransmitters geheten, die door de
minuscule ruimten tussen neuronen reizen. Die ruimten heten synapsen.
o Na de geboorte blijft het aantal neuronen toenemen. Ze krijgen steeds meer
dendrieten, en worden hun axonen bedekt met myeline. Myeline is een vettige
substantie die de neuronen beschermt en de overdracht van zenuwsignalen
versnelt. De ontwikkeling van de hersenen is ook zeer gevoelig voor
omgevingsinvloeden. De plasticiteit is een belangrijk kenmerk van de hersenen.
Zonder deze plasticiteit is het onmogelijk om opgedane kennis op te slaan.
Plasticiteit is namelijk de mate waarin een zich ontwikkelend gedragspatroon of
fysieke structuur veranderbaar is.
 motorische ontwikkeling verklaren vanuit de dynamische systeemtheorie;
o Dynamische systeemtheorie is de theorie die de ontwikkeling van een kind ziet als
een dynamisch systeem; alles ontwikkelt zich tegelijk en hangt nauw samen met de
ervaringen die het kind opdoet. Ontwikkelingspsycholoog Esther Thelen verklaarde
via de dynamische systeemtheorie het motorisch ontwikkelen van een kind; als de
coördinatie van allerlei capaciteit die een kind ontwikkelt, variërend van de
ontwikkeling van spieren, waarnemingsvermogen en zenuwstelsel tot zijn motivatie
om bepaalde motorische activiteiten uit te voeren en de steun van de omgeving te
krijgen.
Cognitieve ontwikkeling
 de vier basisbegrippen uit de theorie van Piaget over het construeren van een mentaal
begrip van de wereld benoemen en toepassen (schema, adaptie, assimilatie,
accommodatie);
o Schema: Georganiseerde mentale structuur en patronen.
o Adaptie: De neiging van iemand om zich aan te passen aan zijn omgeving.
o Assimilatie: Het proces waarbij mensen een nieuwe ervaring interpreteren aan de
hand van hun huidige cognitieve ontwikkelingsstadium en denkwijze.
o Accommodatie: Het proces waarbij bestaande manieren van denken of doen
veranderen in reactie op nieuwe stimuli of gebeurtenissen.

,  de ontwikkeling in de sensomotorische fase volgens Piaget aan de hand van de zes sub-
stadia onderscheiden en de bijbehorende verworvenheden benoemen;




 de cognitieve ontwikkeling tijdens de babytijd aan de hand
van de informatieverwerkingstheorie beschrijven en het verschil met de theorie van Piaget
aangeven;
o De informatieverwerkingstheorie van cognitieve ontwikkeling probeert verklaringen
te geven voor de manier waarop individuen informatie coderen, opslaan en
terughalen. Volgens deze theorie vormen de geleidelijke veranderingen in het
vermogen van baby’s om informatie te ordenen en te manipuleren de hoekstenen
van de cognitieve ontwikkeling. Vanuit dit perspectief is cognitieve groei een kwestie
van toenemende complexiteit, snelheid en capaciteit op het gebied van
informatieverwerking. De informatieverwerkingstheorie richt zich meer op de
‘mentale programma’s’ die mensen gebruiken als ze problemen proberen op te
lossen. Piagets theorie richt zich meer op de cognitieve ontwikkeling als een
consistent en vast patroon van ontwikkeling, waar de overgang van stadia abrupt
verloopt.
Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling
 kan de begrippen social referencing en theory of mind beschrijven en onderscheiden;
o Social referencing: Het doelbewuste zoeken naar informatie over de gevoelens van
anderen om onduidelijke omstandigheden en gebeurtenissen te kunnen plaatsen.
o Theory of mind: De (cognitieve) vaardigheid om aan jezelf en aan anderen
gedachten, gevoelens, ideeën en intenties toe te schrijven en op basis daarvan te
anticiperen op het gedrag van anderen.
 kan de theorie over hechting op basis van onderzoek van Konrad Lorenz, Harry Harlow,
John Bowlby en Mary Ainsworth benoemen en onderscheiden;
o Konrad Lorenz: Observeerde pasgeboren ganzen om zo het hechtingsproces te
doorgronden. Hij ontdekte dat als die ganzen uit de broedmachine hem zagen op
het moment dat ze het ei uit kwamen, ze hem overal op de voet gingen volgen, alsof
hij hun moeder was. Hij noemde dit proces inprenting; gedrag dat plaatsvindt tijdens
een kritieke periode en waarbij een organisme zich hecht aan het eerst bewegende
object dat het ziet.

, o Harry Harlow: deed onderzoek en liet daarin babyaapjes kiezen tussen twee
kunstapen. De ene kunstaap was van metaaldraad. Volgens Harlow leverde de
voorkeur voor de warme, stoffen aap zogenaamd contactcomfort op. Het werk van
Harlow liet zien dat voedsel alleen niet voldoende is om hechting tot stand te
brengen. Het feit dat de voorkeur van de aapjes voor de zachte ‘moeder’ zich pas na
enige tijd na hun geboorte ontwikkelde, komt overeen met onderzoek waaruit blijkt
dat er weinig bewijs is voor het bestaan van een kritieke hechtingsperiode tussen
menselijke moeders en baby’s direct na hun geboorte.
o John Bowlby: Volgens Bowlby is hechting primair gebaseerd op de genetisch
bepaalde behoeften van kinderen aan veiligheid en zekerheid. Als ze zich
ontwikkelen, leren ze dat hun veiligheid het best wordt gewaarborgd door een
bepaald individu. Dit besef leidt uiteindelijk tot het ontstaan van een speciale relatie
met dat individu, meestal de moeder. Bowlby meent dat deze unieke relatie
kwalitatief verschilt van de banden die een kind met anderen aangaat, inclusief de
vader. Bowlby meent ook dat het hechtingsproces, dat zijn oorsprong heeft in het
verlangen om de beschermende veiligheid van de moeder op te zoeken, een cruciale
rol speelt bij het verkennen van de wereld. Volgens hem verschaft het een soort
thuisbasis met een sterke en stabiele hechting. Als kinderen onafhankelijker worden,
kunnen ze steeds verder van hun veilige basis afdwalen.
o Mary Ainsworth: ontwikkelde op basis van Bowlby ’s theorie de wijdverbreide
vreemde-situatie-procedure van Ainsworth om hechtingen te meten. Deze
procedure bestaat uit een aantal in scene gezette situaties die de kracht van de
hechting tussen kind en (meestal) moeder illustreren. Hieruit kwam ze erachter dat
de een-jarigen drie typen reacties vertonen; veilig hechtingspatroon, angstig-
ambivalent hechtingspatroon en angstig-vermijdend hechtingspatroon.
 Veilig hechtingspatroon: Hechtingsstijl waarbij kinderen zich op hun gemak
lijken te voelen als hun moeder aanwezig is en, ook al raken ze van streek als
moeder de ruimte verlaat, naar haar toe gaan als ze terugkeert.
 Angstig-vermijdend hechtingspatroon: Hechtingsstijl waarbij kinderen niet
de nabijheid van hun moeder opzoeken en haar lijken te mijden als ze
terugkeert.
 Angstig-Ambivalent hechtingspatroon: een combinatie van positieve
negatieve reacties op hun moeder vertonen als ze terugkeert na
afwezigheid.
 kan het stadium van vertrouwen versus wantrouwen volgens Erikson’s theorie van
psychosociale ontwikkeling benoemen en toepassen;
o Erikson’s theorie van psychosociale ontwikkeling: theorie die een verklaring biedt
voor de manier waarop individuen zichzelf, en de betekenis van gedrag van anderen
en van zichzelf, leren begrijpen.
o Stadium van vertrouwen versus wantrouwen: De periode waarin kinderen een
gevoel van vertrouwen of wantrouwen ontwikkelen, afhankelijk van hoe goed hun
verzorgers op hun behoeften reageren.
 kan de interactie tussen baby’s en hun verzorgers uitleggen aan de hand van
het wederzijdse regulatiemodel en wederzijdse socialisatie en kan deze begrippen
onderscheiden.
o Wederzijdse regulatiemodel: model waarin baby’s en ouders emotionele
stemmingen aan elkaar leren communiceren en daar adequaat op leren reageren.
o Wederzijdse socialisatie: proces waarbij het gedrag van baby’s nieuwe responsen
van ouders en andere verzorgers oproept en vice versa.
Peuter- en kleutertijd (2-6)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannehavenaar. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.81
  • (0)
  Add to cart