Onderwerp = woord of woordgroep die aangeeft waar de tekst over gaat
Hoofdgedachte = een mededelende zin (dus geen vraag!), die het belangrijkste weergeeft wat er in
de tekst over het onderwerp wordt gezegd.
Tekstdoelen
1. Amuseren à het publiek vermaken met iets wat leuk, spannend of ontroerend is
2. Informeren à het publiek uitleggen hoe iets in elkaar zit, hoe iets is
3. Opiniëren à het publiek zelf een mening laten vormen
4. Overtuigen à het publiek een mening laten overnemen
5. Activeren à het publiek aanzetten om iets te gaan doen (of juist niet doen)
Een tekst heeft 1 van deze doelen als hoofddoel, kan een 2 e bijkomend doel hebben.
Vaak geeft de hoofdgedachte aanwijzingen over het tekstdoel:
- De hoofdgedachte is een constatering: het tekstdoel is informeren of opiniëren
- De hoofdgedachte is een mening: het tekstdoel is overtuigen en/of activeren
Titel
- Informerende titel à geeft aan waar een tekst over gaat, bijv. het terugbetalen vd
studieschuld is een groot probleem
- Motiverende tekst à maakt de lezer nieuwsgierig naar de tekst, bijv. afgestudeerden zitten
op zwart zaad
Par. 2
Inleiding en slot
Inleiding: de aandacht trekken
- drie delen, inleiding, middenstuk, slot
De inleiding van een tekst heeft twee functies
1. De aandacht van het publiek trekken
2. Het onderwerp van de tekst introduceren
Waarom moet de inleiding de aandacht van het publiek trekken?
Als de inleiding niet hun aandacht trekt, lezen ze niet door.
Manieren om de inleiding aantrekkelijk te maken:
- Naar een actuele gebeurtenis verwijzen
Actualiteit is de aanleiding voor de tekst
- Kort de voorgeschiedenis beschrijven
Hoe ging men in het verleden ergens mee om
- Een aantrekkelijk voorbeeld geven
kort verhaaltje, anekdote, kort, grappig (waargebeurd) verhaaltje
, - Het belang voor het publiek aangeven
is voor belang voor mensen, dus ze willen verder lezen
Inleiding wordt aantrekkelijk door een sterke eerste zin:
- Een intrigerende vraag
je wordt zelf aangesproken, de spreker spreekt het publiek aan
- ‘schokkende’ of opvallende cijfers
‘’1 op de 200 inwoners van de VS zit achter slot en grendel”
- Een paradox (schijnbare tegenstelling)
“onze kennis wordt steeds groter en tegelijkertijd weten we steeds minder”
- Een prikkelend citaat
“er zijn 3 soorten leugens, keiharde leugens en statistieken” zei Benjamin Disraeli
- Een suggestieve of raadselachtige opsomming
Een geweer, een koe, een boom een vrouw. Wat hebben deze woorden met elkaar te
maken?
Het onderwerp van de tekst introduceren:
- Er worden 1 of meerdere vragen gesteld
- Er wordt een mening/standpunt geformuleerd
- Er wordt een probleem geschetst
In het middenstuk worden die vragen dan beantwoord, de argumenten bij het standpunt gegeven, of
de verklaringen en/of oplossingen voor het probleem gepresenteerd.
Slot
Een tekst wordt afgerond met een slot. Het slot bevat de hoofdgedachte (de conclusie) van de tekst
(meestal in 1 zin geformuleerd).
Slot begint vaak met kortom, al met al, hieruit kunnen we concluderen dat, etc.
Naast de hoofdgedachte bevat het slot soms (een combinatie van):
- Een samenvatting in enkele zinnen (niet bij korte teksten)
- Een afweging
- Een aansporing of aanbeveling
- Een toekomstverwachting
De manier waarop een tekst wordt afgerond, wordt onder meer bepaald door het doel van de tekst
en door de inleiding. Een activerende tekst kan bijvoorbeeld eindigen met een aansporing.
Manieren om aantrekkelijk te eindigen:
- Een aansluiting bij het begin, in het slot wordt weer teruggekomen op de inleiding
- Een uitsmijter, pakkende slotzin, bijv. een retorische vraag of een citaat.
Par. 3
Middenstuk
Onderwerp van de tekst wordt in het middenstuk uitgewerkt in deelonderwerpen: vragen uit de
inleiding worden beantwoord, het standpunt wordt beargumenteerd, er worden oplossingen en/of
verklaringen gegeven voor het probleem enz. het middenstuk bevat een aantal deelonderwerpen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eclinssen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.