• De opkomst van handel en ambachten die de basis legde voor het herleven van een
agrarisch-urbane samenleving. (Economie en Sociaal)
Tot het jaar 1000 was West-Europa een agrarische samenleving, deze samenleving was
autarkisch. Vanaf het jaar 1000 wordt West-Europa weer een agrarische-urbane
samenleving. Er zijn nog steeds boeren die op het land werken maar er ontstaan ook
ambachten.Verder wordt het vanaf deze tijd een stuk veiliger, de plunderingen stopten.
Ook de voedselproductie neemt enorm toe. Hierdoor groeit de bevolking weer sterk. Op
sommige plekken is er zelfs een overschot aan voedsel dat weer verhandeld kan worden
en wat goed is voor de economie. Al deze oorzaken zorgen weer voor de terugkomst van
steden.
, • De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
(Politiek, Economie en Sociaal)
De steden zorgde ervoor dat er meer vrijheid ontstond, dit gold voor verschillende
groepen. Dit gold onder andere voor de boeren, zij verhuisden naar de steden om te
ontkomen aan de herendiensten en belastingen van de heer. Maar ook voor de boeren
die of het hof bleven werken nam de vrijheid toe. De heer laste minder herendienst in uit
angst voor het verliezen van alle boeren. Ook de hoge adel nam voordeel uit het
ontstaan van steden. Zij gingen belasting vragen in ruil voor stadsrechten, zoals een
eigen bestuur (die nog wel werd aangesteld door de hoge adel), rechtspraak en
verdediging. Verder werden er jaarmarkten georganiseerd en ontstonden er gilden en
werd er tol geheven.
• Het begin van staatsvorming en centralisatie. (Politiek (Sociaal))
Staatsvorming is als een land steeds meer als een eenheid bestuurd wordt. En
centralisatie is als een land steeds meer vanuit 1 plek wordt bestuurd. Door centralisatie
werd de koning zijn wil wet.
In 1066 werd Engeland 1 geheel door de Slag bij Hastings; De Franse koning Willem de
Veroveraar veroverde Engeland. In 1215 werd door koning Jan de eerste grondwet
ondertekend: de Magna Carta. Er was nog wel sprake van feodalisme want land was nog
verdeeld in stukken. De koning zorgde wel dat alles wat hij wilde ook echt gebeurde.
(wel staatsvorming, geen centralisatie)
Door de 100 jarige oorlog van 1337 tot 1453 kwam er in Frankrijk centralisatie. De
oorlog ontstond door het feodalisme. In Frankrijk was een stuk gebied in leen door de
koning van Engeland. Ze kregen ruzie en Frankrijk won en had door dat het feodalisme
niet werkte. Toen kwam er staatsvorming en centralisatie. De koning bestuurde vanuit
een bepaald punt het hele land. Met belastinggeld zorgde de koning voor een eigen
leger. Ambtenaren namen de plek van de hoge adel in het feodalisme in. Zij hadden
geen erfrecht. Wel ontstonden er grote verschillen tussen de standen.
In Duitsland mislukte de staatsvorming. Dit kwam omdat de koning afhankelijk was van
keurvorsten. De koning had geen erfelijk koningschap; er werd na zijn dood door
machtige edelen en bisschoppen een nieuwe koning gekozen. De koning was dus
afhankelijk van de adel en niet andersom. Staatsvorming mislukte hierdoor.
Veel gebieden van de Nederlanden behoorde tot Duitse rijk. Maar na verovering in 1430
door de Bourgondiërs ontstond er even centralisatie door Filips de Goede. Totdat zijn
zoon stierf in een oorlog en het Duitse rijk de Nederlanden weer in handen kreeg.
• Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel geestelijke
macht het primaat behoorde te hebben (Politiek en Cultuur)
In het Westen was er een tweezwaardenleer. Dit houdt in dat er een scheiding is tussen
de wereldlijke en de geestelijke macht. De koning had wereldlijke macht en de Paus had
de geestelijke macht. Hierdoor splitste EU in 1054 op in 2 delen (schisma): Westen was
Rooms-Katholiek en Oosten was Oosters-Orthodox.
In Duitsland was er nog een leenstelsel. De keizer begon grip op zijn eigen rijk te
verliezen omdat (achter)leenmannen zelf kozen aan wie ze het stuk land door gaven. Dit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lynnkok19. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.