▪ Producenten van zuurstof en organische
massa
▪ Voedingsbron, direct of als veevoer, ze
bevatten 9 aminozuren waarvan de mens
zelf niet in staat is om deze zelf aan te
maken
▪ Bouwmateriaal, kleding
▪ Fossiele en biobrandstof (hout, alcohol)
▪ Bron van chemicaliën (incl.
Geneesmiddelen)
Planten zijn anders dan (de meeste) dieren
▪ Bewegen niet van hun plek
▪ Regeneratie (we kunnen ze stekken), plastische groei, onsterfelijk
▪ Geen centraal zenuwstelsel
▪ Geen bloedsomloop
▪ Geen spijsverteringskanaal
▪ Voeding: H2O, CO2, simpele zouten en sporenelementen
▪ Bezitten metabole routes die in dieren ontbreken
Hormonen en andere signalen
Ondanks dat ze geen zenuwstelsel hebben, reageren planten wel op bepaalde
signalen.
Plant reageert op exogene signalen:
▪ Abiotisch: licht, temperatuur, droogte,
zwaartekracht
▪ Biotisch: verwonding door herbivoren
(insecten)
▪ Infectie door micro-organismen en virussen
,Zo kunnen planten reageren met het buigen naar het licht, of er kunnen de
volgende verschijnselen plaatsvinden:
▪ Heliotropisme; planten draaien met het licht mee)
▪ Gravitropisme; plant kan zwaartekracht warnemen en oriënteert zich ten
opzichte van de zwaartekracht
▪ Thigmotropisme; reactie op aanraking
Veel verschijnselen in planten zijn geregeld door een 24 uurs ritme (circadian
rhythm), ze hebben een interne klok. Een voorbeeld is de vlinderbloemigen die
hun bladeren in een 24 uurs ritme bewegen.
Plant produceert endogene signalen (hormonen):
▪ Regulatie ontwikkeling en groei
▪ Regulatie adaptatie aan omgeving
▪ Regulatie verdedigingsrespons
Planten hebben geen hart, dus geen bloedsomloop.
Hoe zorgen ze dat hormoonsignalen, suikers en mineralen getransporteerd
kunnen worden en op de goede plaats terecht komen (Hoofdstuk 36).
Planten hebben geen spieren.
Hoe kunnen ze bewegen onder invloed van signalen (Hoofdstuk 39).
Plantenhormonen (Hoofdstuk 39).
▪ Welke hormonen zijn er in planten?
▪ Hoe worden ze waargenomen door cellen?
▪ Wat voor effecten hebben ze?
▪ Ze hebben niet een specifiek orgaan wat hormonen aanmaakt en een
orgaan wat het kan waarnemen, in tegenstelling tot dieren.
▪ “Plant hormones are a group of naturally occurring organic substances
which influence physiological processes at low concentrations”
(De groene hormonen zijn de klassieke
plantenhormonen, deze zijn als eerst
ontdekt)
,Uit een van de eerste onderzoeken van de groei van graszaailingen naar het licht
kwam de volgende conclusie: planten groeien naar het licht door de cel
strekking aan de schaduwkant.
Later kwam uit het onderzoek van Darwin en zijn zoon: de tip neemt licht waar
en dat leidt ertoe dat verderop kromming plaats vindt. Dus geen strekking, maar
door het topje van de plant.
Nog later kwam uit andere onderzoeken dat vanuit de top een mobiel signaal
naar beneden migreert. De top neemt dus het licht waar en dan gaat er een
diffundeerbare stof naar beneden die de kromming veroorzaakt.
Frits Went (1926, Utrecht):
Het mobiele signaal heeft de hoogste concentratie aan de schaduwzijde en
veroorzaakt daar celstrekking. Went noemde de stof “auxine”.
In 1936 ontdekte Thimann dat auxine in feite indool-3-azijnzuur is (IAA/IAZ).
Van het auxine bestaat in planten maar een natuurlijke vorm: de IAA/IAZ. Er zijn
ook niet natuurlijk voorkomende stoffen met auxine activiteit: 1-NAA en 2,4-D.
Deze worden vaak gebruikt in weefselkweek van planten.
2,4-D is schadelijk voor dicots omdat ze het niet kunnen afbreken, monocots
(zoals grassen) kunnen dat wel, hierdoor wordt het gebruikt als
onkruidverdelgers.
Dus onder invloed van licht vindt er herdistributie van auxine en celstrekking aan
de schaduwkant met veel auxine plaats. Maar hoe veroorzaakt auxine
celstrekking?
, Acid growth hypothese
1. Auxine activeert een pomp die H+ buiten de cel, de celwand in pompt.
2. De omgeving van de celwand verzuurt.
3. Eiwitten genaamd expansines worden geactiveerd
4. Deze maken de ruimte tussen de microfibrillen en de polysaccharides wat
groter
5. Hierdoor kunnen knipenzymen beter bij de polysachariden en gaan deze
knippen
6. De celwand wordt minder hecht en de celwand gaat uitzetten door de
turgordruk
Het hormoon Auxine:
▪ Heeft een enorm effect op planten
▪ Apicale dominantie
▪ Ontwikkeling van vaatweefsel
▪ Inductie van wortelvorming en zijwortels
▪ Inhibitie van bladval
▪ Induceert celstrekking
▪ Kan ook celdeling stimuleren
▪ Stimuleert ethyleenproductie
▪ Stimuleert vruchtontwikkeling
▪ Belangrijk bij fototropisme
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IlseVerkerk18. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.