AUDIOLOGIE 1: DEEL
AUDIOLOGIE EN AUDIOMETRIE:
ONDERZOEK V/H GEHOOR
HOOFDSTUK 1 – INLEIDING: HET
AUDIOLOGISCH ASSESMENT
Beschrijven v/e geluid op grafiek
- Luidheid: intensiteit (dB SPL)
- Toonhoogte: frequentie (Hz)
1. ANAMNESE
- Administratieve gegevens
- Sociale en psychosociale gegevens
o Beperkingen
o Participatieproblemen
- Medische voorgeschiedenis
- Audiologische voorgeschiedenis
o Onset gehoorklacht
o Audiologische interventies
- Vraaggesprek en observatie
2. OTOLOGISCHE INSPECTIE
- Otoscoop – otoscopie
- Onderzoek van uitwendige gehoorgang + trommelvlies
o Gehoorgang vrij? Cerumenprop?
o Trommelvlies mooi gespannen? Hamersteel zichtbaar? Licht van otoscoop gereflecteerd?
- Structuren van midden- en binnenoor → via medische beeldvorming
3. AUDIOMETRISCHE TESTEN
Audiometrische testen: auditieve functies in kaart brengen
- Detectie van geluiden
- Discriminatie van spraak
- Lokalisatie van geluiden
Audiologische basistesten
1. Stemvorkproeven horen van zuivere tonen
2. Tonale audiometrie horen van zuivere tonen
3. Spraakaudiometrie verstaan van woorden/zinnen
4. Impedantiemetrie meting van de impedantie v/h middenoor
1
,Aanvullende objectieve audiologische onderzoeken
- Stapediusreflexmeting
- Oto-akoestische emissies
- Auditief geëvoceerde hersenstam potentialen
o BERA Brainstem Evoked Respons Audiometry
o ABR Auditory Brainstem Respons
Aanvullende subjectieve audiologische onderzoeken
- Lokalisatie (binauraal horen)
- Luidheidsaangroei
- Spraakverstaan in ruis
- …
HOOFDSTUK 2 – HET TONAAL
AUDIOGRAM
= A.d.h.v. zuivere tonen gehoordrempel voor ≠ frequenties bepalen
Het menselijke gehoor
- Max 20 000 Hz
- Frequenties belangrijk voor spraakverstaan: 125 – 8.000 Hz
1. DE GEHOORDREMPEL
Psychofysische definitie: ‘Geluidsintensiteit die in helft v/d gevallen gedetecteerd wordt’
In praktijk: ‘Intensiteit waarop toon net hoorbaar is’
A. DE GEHOORDREMPEL VOOR NORMAALHORENDEN
- Zachtst hoorbare geluidswisseldruk voor menselijk oor
→ 20µPa voor 1000 Hz
Deze geluidsdruk komt overeen met intensiteitsniveau
van 0 dB SPL
- Oor is minder gevoelig voor lage frequenties
- Meest gevoelig voor frequenties 2000 – 5000 Hz
Van dB SPL naar dB HL (‘hearing level’)
- Van ‘geluidsdrukniveau’ naar ‘hoorniveau’
- Gemiddelde gehoordrempel (in dB SPL) van normaalhorenden gelijkgesteld aan 0 dB HL
- Vb. geluid van 9 dB SPL op 2000 Hz, noemen we 0 dB HL
2
, - Alles boven 0 dB HL is hoorbaar, alles eronder is onhoorbaar
2. DE OPBOUW VAN HET AUDIOGRAM
- Dikke lijn op 0 dB HL → gehoordrempel
(Herhaling: gehoordrempel: intensiteit (dB HL) waarop patiënt in 50%
v/d gevallen aangeboden toon hoort)
- Y-as → dB HL
- X-as → frequenties (Hz)
A. TOONAUDIOGRAM
Testfrequenties
Op ≠ frequenties gehoor testen (octaaffrequenties → verdubbeling van
frequenties) + frequenties die voornaamste componenten van spraak
bevatten (125 – 8000 Hz)
Weergave per oor
- Rechts: rood – rondjes
- Links: blauw – kruisjes
Toonaudiogram v/e normaalhorende
- Gemiddelde voor jonge normaalhorenden = 0 dB HL
- Gehoordrempels tss – 20 dB HL en 20 dB HL → klinisch normaal
3. DE LUCHTGELEIDINGSDREMPEL
Geluid komt via lucht (trilling) aan aan uitwendig
oor, gaat door gehoorgang, via trommelvlies
naar middenoor, via gehoorbeentjes naar
binnenoor, via binnenoor omgezet in elektrische
prikkels, deze worden door gehoorzenuw
doorgegeven aan brein
3
, Bepaling van 0 dB HL voor luchtgeleiding
- Luchtgeleidingsdrempel voor normaalhorenden = 0 dB HL
- Koptelefoon wordt zo gekalibreerd → per frequentie wordt fysische luidheid van koptelefoon
ingesteld dat ‘0’ op audiometer overeenkomt met drempel
Weergave op audiogram
- Rechts: rood rondje
- Links: blauw kruisje
- (Geen drempel meetbaar? Rechts: pijl naar linksonder, links: pijl naar rechtsonder)
A. BESCHRIJVING V/H AUDIOGRAM
Audiogram geeft veel info over gehoorverlies, soms ook nood aan kortere beschrijving gehoor
- Weergave v/h gehoorverlies in 1 cijfer (per oor)
o Veel gebruikte indices
- Weergave v/d mate van gehoorverlies
o Classificatie volgens BIAP
I. VEEL GEBRUIKTE INDICES VOOR GEHOORVERLIES
PTA = Pure Tone Average
- Gemiddelde gehoordrempel voor enkele frequenties, vb. PTA (1, 2, 4 kHz)
FI = Fletcher Index
- Gemiddelde gehoordrempel voor 500, 1000 en 2000 Hz
- = Klinische PTA
hFI = verhoogde Fletcher Index
- Gemiddelde gehoordrempel voor 1000, 2000 en 4000 Hz
- = Prothetische PTA
PTA(500,1K,2K,4kHZ)
- Gemiddelde gehoordrempel voor 500, 1000, 2000 en 4000 Hz
- (Belangrijke frequenties voor spraakverstaan)
IPA = indice de Perte Auditieve
- Gemiddelde gehoordrempel voor 500, (2 x 1000) en 2000 Hz
DUS
- PTA gwn gemiddelde, nog zeggen van wat
- FI veel gebruikt, gemiddelde verlies op 500, 1000 en 2000 Hz
- hFI gem verlies op 1000, 2000 en 4000 Hz
- PTA(500…) gem verlies voor 500, 1000, 2000 en 4000 Hz
4
AUDIOLOGIE EN AUDIOMETRIE:
ONDERZOEK V/H GEHOOR
HOOFDSTUK 1 – INLEIDING: HET
AUDIOLOGISCH ASSESMENT
Beschrijven v/e geluid op grafiek
- Luidheid: intensiteit (dB SPL)
- Toonhoogte: frequentie (Hz)
1. ANAMNESE
- Administratieve gegevens
- Sociale en psychosociale gegevens
o Beperkingen
o Participatieproblemen
- Medische voorgeschiedenis
- Audiologische voorgeschiedenis
o Onset gehoorklacht
o Audiologische interventies
- Vraaggesprek en observatie
2. OTOLOGISCHE INSPECTIE
- Otoscoop – otoscopie
- Onderzoek van uitwendige gehoorgang + trommelvlies
o Gehoorgang vrij? Cerumenprop?
o Trommelvlies mooi gespannen? Hamersteel zichtbaar? Licht van otoscoop gereflecteerd?
- Structuren van midden- en binnenoor → via medische beeldvorming
3. AUDIOMETRISCHE TESTEN
Audiometrische testen: auditieve functies in kaart brengen
- Detectie van geluiden
- Discriminatie van spraak
- Lokalisatie van geluiden
Audiologische basistesten
1. Stemvorkproeven horen van zuivere tonen
2. Tonale audiometrie horen van zuivere tonen
3. Spraakaudiometrie verstaan van woorden/zinnen
4. Impedantiemetrie meting van de impedantie v/h middenoor
1
,Aanvullende objectieve audiologische onderzoeken
- Stapediusreflexmeting
- Oto-akoestische emissies
- Auditief geëvoceerde hersenstam potentialen
o BERA Brainstem Evoked Respons Audiometry
o ABR Auditory Brainstem Respons
Aanvullende subjectieve audiologische onderzoeken
- Lokalisatie (binauraal horen)
- Luidheidsaangroei
- Spraakverstaan in ruis
- …
HOOFDSTUK 2 – HET TONAAL
AUDIOGRAM
= A.d.h.v. zuivere tonen gehoordrempel voor ≠ frequenties bepalen
Het menselijke gehoor
- Max 20 000 Hz
- Frequenties belangrijk voor spraakverstaan: 125 – 8.000 Hz
1. DE GEHOORDREMPEL
Psychofysische definitie: ‘Geluidsintensiteit die in helft v/d gevallen gedetecteerd wordt’
In praktijk: ‘Intensiteit waarop toon net hoorbaar is’
A. DE GEHOORDREMPEL VOOR NORMAALHORENDEN
- Zachtst hoorbare geluidswisseldruk voor menselijk oor
→ 20µPa voor 1000 Hz
Deze geluidsdruk komt overeen met intensiteitsniveau
van 0 dB SPL
- Oor is minder gevoelig voor lage frequenties
- Meest gevoelig voor frequenties 2000 – 5000 Hz
Van dB SPL naar dB HL (‘hearing level’)
- Van ‘geluidsdrukniveau’ naar ‘hoorniveau’
- Gemiddelde gehoordrempel (in dB SPL) van normaalhorenden gelijkgesteld aan 0 dB HL
- Vb. geluid van 9 dB SPL op 2000 Hz, noemen we 0 dB HL
2
, - Alles boven 0 dB HL is hoorbaar, alles eronder is onhoorbaar
2. DE OPBOUW VAN HET AUDIOGRAM
- Dikke lijn op 0 dB HL → gehoordrempel
(Herhaling: gehoordrempel: intensiteit (dB HL) waarop patiënt in 50%
v/d gevallen aangeboden toon hoort)
- Y-as → dB HL
- X-as → frequenties (Hz)
A. TOONAUDIOGRAM
Testfrequenties
Op ≠ frequenties gehoor testen (octaaffrequenties → verdubbeling van
frequenties) + frequenties die voornaamste componenten van spraak
bevatten (125 – 8000 Hz)
Weergave per oor
- Rechts: rood – rondjes
- Links: blauw – kruisjes
Toonaudiogram v/e normaalhorende
- Gemiddelde voor jonge normaalhorenden = 0 dB HL
- Gehoordrempels tss – 20 dB HL en 20 dB HL → klinisch normaal
3. DE LUCHTGELEIDINGSDREMPEL
Geluid komt via lucht (trilling) aan aan uitwendig
oor, gaat door gehoorgang, via trommelvlies
naar middenoor, via gehoorbeentjes naar
binnenoor, via binnenoor omgezet in elektrische
prikkels, deze worden door gehoorzenuw
doorgegeven aan brein
3
, Bepaling van 0 dB HL voor luchtgeleiding
- Luchtgeleidingsdrempel voor normaalhorenden = 0 dB HL
- Koptelefoon wordt zo gekalibreerd → per frequentie wordt fysische luidheid van koptelefoon
ingesteld dat ‘0’ op audiometer overeenkomt met drempel
Weergave op audiogram
- Rechts: rood rondje
- Links: blauw kruisje
- (Geen drempel meetbaar? Rechts: pijl naar linksonder, links: pijl naar rechtsonder)
A. BESCHRIJVING V/H AUDIOGRAM
Audiogram geeft veel info over gehoorverlies, soms ook nood aan kortere beschrijving gehoor
- Weergave v/h gehoorverlies in 1 cijfer (per oor)
o Veel gebruikte indices
- Weergave v/d mate van gehoorverlies
o Classificatie volgens BIAP
I. VEEL GEBRUIKTE INDICES VOOR GEHOORVERLIES
PTA = Pure Tone Average
- Gemiddelde gehoordrempel voor enkele frequenties, vb. PTA (1, 2, 4 kHz)
FI = Fletcher Index
- Gemiddelde gehoordrempel voor 500, 1000 en 2000 Hz
- = Klinische PTA
hFI = verhoogde Fletcher Index
- Gemiddelde gehoordrempel voor 1000, 2000 en 4000 Hz
- = Prothetische PTA
PTA(500,1K,2K,4kHZ)
- Gemiddelde gehoordrempel voor 500, 1000, 2000 en 4000 Hz
- (Belangrijke frequenties voor spraakverstaan)
IPA = indice de Perte Auditieve
- Gemiddelde gehoordrempel voor 500, (2 x 1000) en 2000 Hz
DUS
- PTA gwn gemiddelde, nog zeggen van wat
- FI veel gebruikt, gemiddelde verlies op 500, 1000 en 2000 Hz
- hFI gem verlies op 1000, 2000 en 4000 Hz
- PTA(500…) gem verlies voor 500, 1000, 2000 en 4000 Hz
4