Leermoeilijkheden Leerstoornissen
- Niet aangeboren - Aangeboren
- Niet in individu - IN individu
- Als gevolg van andere stoornis OF ontstaan - In grote mate erfelijk, verhoogd risico OF
vanuit omgeving predispositie
o Gezinsproblemen (scheiding, armoede…) - Gaat niet over, maar kan gecompenseerd
o Schoolproblemen worden
o Omstandigheden zoals ziekte - Ernst ervan zal bepalen tot welk niveau van
o Invloed van milieu/buurt lezen/spellen je kan geraken
- Kan verholpen worden - Stoornis in leren zelf
- Heeft invloed op leren - Kent wisselend verloop in tijd (verergeren,
verbeteren, stabiel blijven)
- Is steeds blijvend
- Beschrijvend observeerbare gedragingen worden enkel beschreven
- Verklarend probeert te verklaren wrm bep gedrag vertoond wordt
1
, I. DEFINITIE DSM-V
(Weten wat er instaat, niet vanbuiten kennen)
- Moeite met aanleren en gebruiken van schoolse vaardigheden, zoals blijkt uit persisterende
aanwezigheid van min. 1 v/d volgende symptomen gedurende minstens 6md, ondanks interventies
gericht op deze moeilijkheden:
o Onnauwkeurig of langzaam en moeizaam lezen van woorden
o Moeite om de betekenis te begrijpen van wat wordt gelezen
o Moeite met spelling
o Moeite om zich schriftelijk uit te drukken
o Moeite met het zich eigen maken van gevoel voor en feiten rond getallen of berekeningen
o Moeite met cijfermatig redeneren
- Betreffende schoolse vaardigheden zijn substantieel en meetbaar slechter ontwikkeld dan gezien
kalenderleeftijd verwacht mag worden + hebben significant negatieve invloed op de schoolresultaten
+ werkprestaties
- Leerproblemen beginnen tijdens schooljaren, maar pas echt manifest op moment dat betreffende
schoolse vaardigheden zwaarder belast worden dan persoon aankan
- Leerproblemen kunnen niet beter worden verklaard door verstandelijke beperkingen, niet-
gecorrigeerde visus of gehoorproblemen, andere psychische of neurologische stoornissen, …of
inadequaat onderricht
II. NETWERK LEERPROBLEMEN VLAANDEREN, 2014
(Deze definitie kennen + in eigen woorden kunnen uitleggen)
“Dyslexie is stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of
vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau.”
- Focus op automatiseringsaspect
- Automatiseringsproblemen blijken uit daling van kwaliteit van taakuitvoering bij taakverzwaring
(door bv. hogere tijdsdruk/interfererende (dubbel)taken)
III. STICHTING DYSLEXIE NEDERLAND
(Deze definitie kennen + in eigen woorden kunnen uitleggen)
“Dyslexie is een specifieke leerstoornis die zich kenmerkt door een hardnekkig probleem i/h aanleren van
accuraat en vlot lezen en/of spellen op woordniveau, dat niet gevolg is van omgevingsfactoren en/of een
lichamelijke, neurologische of algemene verstandelijke beperking.”
↓ Vanuit definitie naar criteria voor diagnosestelling
- Criterium van achterstand
- Criterium van didactische resistentie
- Criterium van (mild) exclusiviteit
o Uitsluiten van alternatieve verklaringen
o Vaststellen van co-morbiditeit
2
,IV. 3 CRITERIA DIAGNOSE LEERSTOORNIS
- Achterstandscriterium
o Klinische scores (< pc 10, -1,5 SD)
o Herhaling
0-10 klinisch
10-16 subklinisch
16-25 zwak
… gemiddeld (laaggemiddeld, hooggemiddeld)
…
- Hardnekkigheidscriterium = didactische resistentie
o RTI: respons-to-intervention principe
o Taakspecifieke interventie gedurende min. 6 maand
- Exclusiecriterium
o Niet volledig te verklaren door andere oorzaken, problemen ernstiger dan verwacht op basis
van ongunstige condities
V. VERSCHIL TSS BELANG VAN DEFINIËRING & CRITERIA DIAGNOSESTELLING
Goede definiëring belangrijk voor: Duidelijke + concrete criteria:
- Kwaliteit van hulpverlening - Geen over- en onderdiagnostisering
- Wetenschappelijk onderzoek - Objectieve + betrouwbare diagnosestelling
- Uitstippelen beleid - Betere beeldvorming + afstemming m.b.t.
hulp in onderwijs
3. PREVALENTIE
- Door bestaan van ≠ definities met eigen klemtoon → verschillen in prevalentiecijfers
- Cijfers verschillen ook sterk van taal tot taal
o Taal met oppervlakkige orthografie (hoge consistentie tss klank + teken: minder dyslexie)
o Spaans en Fins ‘makkelijker’ dan NL, Frans en Engels (= orthografisch inconsistente taal)
- Nederlandse prevalentiecijfers: 2 à 10%
- Meer jongens dan meisjes (ong 60%)
Verklaring: neiging in onderwijs om alles wat we als ‘niet normaal’ bestempelen, direct te koppelen
aan jongens, vb. zoon kan niet stilzitten, er scheelt iets mee
4. ERFELIJKHEID
- Problemen met lees- en spellingsvaardigheden → in grote mate erfelijk
- Invloed van erfelijkheid is niet éénduidig → niet enige oorzaak van dyslexie
- Erfelijke risicofactoren voor dyslexie
o Kans op kind met dyslexie bij 1 ouder met dyslexie: 30-60%
o Als beide ouders dyslexie hebben: 80%
o Geen echte dyslexiegenen, wel risicoallelen om dyslexie te ontwikkeling
- Ook omgevingsfactoren
o Ook kind zonder familiale dyslexie kan dyslexie hebben
o Tweelingonderzoek aangetoond dat maar 50% dr genetische factoren is bep
o Andere 50% verklaard door omgevingsfactoren (leeservaring, SES, kans op onderwijs,
geletterdheid thuis…)
3
, - = Multifactoriële oorzaak
5. VERKLARINGSMODELLEN
A. MULTIFACTORIËLE OORZAAK
B. BIOLOGISCHE OORZAKEN/VERKLARINGEN
- Hersengebieden die geactiveerd worden bij leesactiviteiten
o Vooral regio’s in linkerhemisfeer
o 3 regio’s binnen linkerhemisfeer
1. Inferieur frontale cortex rol bij articulatie + benoemen bij woorden
2. Temporo-pariëtale cortex fonologische verwerking + grafeem-foneemkoppeling
3. Occipito-temporale cortex rol bij vloeiend lezen + automatisch verwerken van visuele
woordvormen (herkennen + onderscheiden van korte + lange
woorden)
Hyperactivatie: bep gebieden worden
te veel geactiveerd i.v.m. andere
gebieden
Regio’s die hypo-activatie vertonen
tijdens lezen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margotvermeersch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.77. You're not tied to anything after your purchase.