Summary
Samenvatting Observatie van Interacties Binnen Gezinnen: College 4
- Course
- Institution
Deze samenvatting bevat de stof die besproken is tijdens college 4, inclusief een samenvatting van de bijbehorende literatuur (Howe, 2016)
[Show more]
Seller
Follow
sanne-driessen
Available practice questions
Oefenvragen college 4
Flashcards
15 Flashcards
$3.18
0 sales
Flashcards
15 Flashcards
$3.18
0 sales
Some examples from this set of practice questions
1.
Wat zegt de Family Systems Theory?
Answer: Een individu kan niet compleet begrepen worden afhankelijk van het netwerk van relaties waarin hij zich bevindt.
2.
Een relatie tussen broers en zussen is zowel wederkerig als complementair. Leg uit wat hiermee wordt bedoeld.
Answer: Omdat het leeftijdsverschil vaak niet heel groot is, hebben ze dezelfde machtsverhouding en is er sprake van gelijkwaardigheid. Omdat er wel altijd één kind de oudste is, is er wel een bepaald soort hiërarchie. De oudste kan de jongste bijvoorbeeld dingen aanleren.
3.
Een onderzoek naar conflicten over speelgoed had verschillende resultaten. Wat concludeerden de auteurs over prosociaal gedrag?
Answer: Oudere zussen lieten meer prosociaal gedrag zien dan oudere broers. Prosociaal gedrag ontwikkelt zich eerder bij oudere kinderen en bij meisjes.
4.
Een onderzoek naar conflicten over speelgoed had verschillende resultaten. Wie initieerde het meeste conflict, jongens of meisjes?
Answer: Er werd geen verschil gevonden in het initiëren van conflict tussen de twee genders.
5.
Welke significante verschillen werden er gevonden tussen oudste en jongste in het onderzoek naar conflicten over speelgoed?
Answer: De jongste gaf vaker aan het speelgoed te willen hebben en toonde vaker protest, de oudste toonde vaker verzet en prosociaal gedrag.
6.
Uit het onderzoek naar conflicten over speelgoed bleek dat de ouder vaker ingreep bij het oudste kind, wat zou hier een reden voor kunnen zijn?
Answer: Er is tussen de jongste en oudste geen verschil in bezit, maar de jongste geeft wel vaker aan dat hij het speelgoed wil hebben. Het kan zijn dat de jongste meer moeite heeft met wachten op zijn beurt en dat de ouder vaker ingrijpt omdat de jongste er dus vaker naar vraagt.
7.
Is er een verschil in sibling discipline qua geslacht?
Answer: Ja; meisjes deden dit vaker dan jongens. Dit kan te maken hebben met het prosociale gedrag dat bij meisjes sneller ontwikkelt dan bij jongens.
8.
Stel je voor dat je een interactie tussen twee broertjes codeert. Twee broertjes zijn bezig met een puzzel. De oudste zegt tegen de jongste: “Dat stukje moet hier” en wijst de plek aan. Welke teaching strategy wordt hier toegepast? a. Demonstration b. Explaining c. Planning d. Direct instruction
Answer: d. Er is sprake van directe instructie, omdat informatie op een directe manier wordt gedeeld. Voor demonstratie is het nodig dat de oudste voordoet hoe het stukje op dat plekje moet, voor uitleg is het nodig dat de oudste redenen geeft waarom het stukje daar moet en voor planning is het nodig dat de verschillende stappen worden uitgelegd (e.g. “Je pakt het stukje vast en legt hem dan op de goede plek”).
Content preview
College 4Er is nog weinig onderzoek naar de interacties tussen broertjes en zusjes. Ze worden vaak
apart genomen, wat best gek is aangezien twee kinderen ook effect hebben op elkaar. De
Family systems theory zegt dat een individu niet compleet begrepen kan worden afhankelijk
van het netwerk van relaties waarin hij zich bevindt. De interactie tussen een ouder en kind
staat ook niet op zich: het is verankerd in het gezinssysteem waarin alle individuen weer
invloed hebben op elkaar.
Er zijn een aantal dingen die de broer-zusrelatie uniek maken. Zo hebben ze zowel
wederkerige als complementaire interacties.
Wederkerig: vaak verschillen ze niet heel veel in leeftijd, waardoor dezelfde
machtsverhouding ontstaat en er sprake is van gelijkwaardigheid. Dit wordt ook wel
de horizontale verhouding genoemd. Een voorbeeld hiervan is spel en conflict: er
kan op een veilige manier ruzie gemaakt worden, omdat de band niet dermate kapot
gemaakt kan worden. Omdat je elkaar niet kunt ontlopen, moet je het weer goedmaken
→ leren hoe je ruzies moet bijleggen en compromis kan sluiten. De ruzies zijn
daardoor ook veel heftiger dan met peers.
Complementair: er is altijd één kind de oudste en die kan de jongste altijd wat
aanleren. Er is dus wel een bepaald soort machtsverschil of hiërarchie. Dit wordt ook
wel de verticale verhouding genoemd. Voorbeelden zijn het aanleren van cognitieve
en sociale vaardigheden (ook voordelig voor de oudste omdat hij iets moet uitleggen),
steunen en troosten bij negatieve gebeurtenissen binnen het gezin (kan beide kanten
omgaan), modelling (als het gaat om het aanleren, niet kopiëren)
Op een gegeven moment wordt het machtsverschil kleiner, bijvoorbeeld in de adolescentie.
In een onderzoek naar conflicten over speelgoed (→ wederkerige interacties) is er gekeken
naar 380 gezinnen waarvan het oudste kind 4 jaar oud was en het tweede kind 2 jaar oud. Er
werden thuis observaties gedaan (eenmaal met vader en eenmaal met moeder) tijdens een
interactie van 5 minuten met één aantrekkelijk stuk speelgoed wat lastig te delen is, waardoor
conflict werd uitgelokt. Eerst werd op een globale schaal gecodeerd voor het hele filmpje, en
daarna is per 30 seconden gekeken welk gedrag er aanwezig was (gedragsfrequenties): gedrag
gericht op het speelgoed van de ander, verzet, frustratie, prosociaal gedrag, bezit en ingreep
ouder. Bij frustratie wordt er ook gekeken naar de context; het moet te maken hebben met het
speelgoed dat hij niet krijgt, niet omdat het kind zich bijvoorbeeld verveelt en daardoor
dingen om ver gaat schoppen.
Resultaten:
Uit de observaties bleek dat er gemiddeld 5,5 keer een conflict optrad bij vader en 5,3
keer bij moeder in de totale observatie (dus 5 minuten). De taak werkte dus goed om
het conflict op te roepen.
In 70-73% had het oudste kind als eerste het aantrekkelijke speelgoed
Er was geen verschil in het initiëren van conflict tussen de twee genders (dit wordt in
het algemeen bij onderzoeken gevonden). Het gaat meer om broertje/zusje dan om
jongen/meisje. Voorbeeld: een meisje zegt dat ze niet met jongens speelt, waarop
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanne-driessen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.18. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
59804 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now