100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting MSA (EZ) $9.21   Add to cart

Summary

Samenvatting MSA (EZ)

5 reviews
 132 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het blok MSA (EZ), beschreven zijn de hoorcolleges, weekopdrachten en aanvulling van literatuur en aantekeningen.

Preview 4 out of 160  pages

  • April 8, 2022
  • 160
  • 2021/2022
  • Summary

5  reviews

review-writer-avatar

By: jadeahkerkvliet • 9 months ago

review-writer-avatar

By: trverdiesen • 1 year ago

review-writer-avatar

By: naaldje53 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: twanaalders • 1 year ago

review-writer-avatar

By: btheo • 2 year ago

avatar-seller
Samenvatting Blok C : MSA, extramuraal

Hoorcollege 1 : ‘Team up’ (de acute fase)

Hypothetico deductief (iedere vraag, direct ja/ nee – patiënt ja, andere vraag dan bij nee, gevaar =
tunnelvisie), verzamelmethode (‘alles vragen’ – gevaar = geen herkenning) , patroonherkenning (patiënt –
leeftijd, geslacht, ervaring, kennis etc. – patroon aandoening, gevaar = snel conclusies)

Wat moet je van een patiënt weten (klinisch redeneren)?
- Is deze patiënt bij de fysiotherapeut op de juiste plaats?
- Wat is precies het probleem?
- Als ik kijk naar houdings- en bewegingsgedrag, wat is ‘normaal’ en wat is ‘abnormaal’?
- Wat is de meest problematische handeling?
- Welke oplossingsstrategie heeft de patiënt gekozen en is dat de juiste ‘keuze’?
- Wat zijn de voorspellende factoren?

Welke ervaringen heb ik hiermee? Wat vind ik hiervan? En, wat kan ik hierover vinden in de literatuur?




Veel soorten collageen (alpha ketens zijn niet bij alle collageenvezels hetzelfde) :
1. Type I (90% van al het bindweefsel) : erg trekvast en stevig (rekkrachten opvangen)
2. Type II (in kraakbeen) : vezels zijn dunner, kunnen goed tegen druk
3. Type III : wordt als eerste geplaatst na schade en bijv. ook in lever, weinig structuur
Na schade weinig doorbloeding, bloedvaten ook kapot, iets minder kwalitatief collageen eerst..
4. Type IV : bijvoorbeeld in bindweefsel rondom de spiercellen

Ontstekingsproces : de fysiologische reactie van weefsel op een lokaal letsel. Het eerste doel is
vloeistof (plasma), witte bloedcellen en fibroblasten snel naar de plaats van verwonding te brengen.
Wondgenezing kent drie fases :

1. Ontstekingsfase
Weefsel belasten voorbij de fysiologische grenzen beschadigt cellen en bloedvaten. Rubor, tumor,
calor, dolor en functio lasea (gestoorde functie).

Bloedstolling :
Bloedingen uit kleine vaten wordt bij een klein letsel binnen een minuut tot staan gebracht
(hemostase). Gebeurt d.m.v. stollingsfactoren en bloedplaatjes die in contact komen met verscheurde
collagene vezels en beschadigde celwanden. De stollingsreacties (trombine : ook alarmstof
macrofagen en fibroplasten) leiden tot vorming van fibrine en een stolsel van onoplosbare
fibrinedraden. M.b.v. fibronectinemoleculen die al in het bloed circuleerden, kleven de fibrinedraden
aan het omringende wondweefsel vast -> eerste bijdrage aan treksterkte wondgebied. Ook contractie
van fibrinenetwerk : verkleining wondoppervlak.


1

,Pijn en zwelling :
Bij weefselletsel komen ontstekingsmediatoren uit immuuncellen, beschadigde cellen en bloedbaan
vrij. Mediatoren uit cellen : cytokinen en speciale eiwitten uit de bloedbaan : kininen. De belangrijkste
ontstekingsmediatoren zijn als volgt :
• Mestcellen : alarmcellen, geven bij trauma door mechanische druk cytokinen af (histaminen,
serotine en heparine, liggen opgeslagen in celinwendige). Histamine veroorzaakt verwijding
kleine adertjes (venulen) en terugtrekking randen endotheelcellen, treedt vocht naar buiten
in intracellulaire ruimte, heparine remt de bloedstolling.
• Bradykinine : actief molecuul met bloedstroom meegevoerd, bij schade in weefselvloeistof
geactiveerd door stollingsfactoren. Veroorzaakt pijn (algogene stof), doordat het vrije
zenuwuiteinden intensief stimuleert.
• Prostaglandinen : verlagen prikkeldrempel van vrije zenuwuiteinden en verhevigen de pijn bij
beschadigende prikkels en inwerking van bradykinine (hyperalgesie), ook vasodilatatie.
Vrije ongemyeliniseerde zenuwuiteinden prikkel - ruggenmerg en hersenen – gewaarwording van pijn -
perifere uiteinden substance P in weefselvocht af - prikkelt zenuwvezels en mestellen.
Ontstekingsmediatoren zorgen ook voor vasodilatatie in alle lokale vaten (arteriolen, capillairen en
venulen) : weefsel wordt rood (zichtbaar), hierdoor wordt bloed sneller door weefsel getransporteerd
en aangevoerd en bloed verwarmt het weefsel. Het doel is lekkage, in venulen (aansluitend aan
capillairen).

Kortom, ontstekingsmediatoren activeren vrije zenuwuiteinden en versterken de pijnsensatie. Bovendien
veroorzaken ze vasodilatatie van de bloedvaten in het omringende weefsel. Oedeem : fysiologisch proces
tijdens de ontstekingsfase. Een acute ontstekingsreactie in weefsel is snel aantoonbaar door veel vocht
tussen weefselcellen en aanwezigheid van grote hoeveelheid granulocyten.

Naast de ontstekingsmediatoren is de natuurlijke afweer (innate immuniteit) van belang, circulerende
witte bloedcellen.
• Granulocyten : lagere stroomsnelheid (gevolg van uittredend vocht en indikkende rode
bloedcellen) geeft de granulocyten de kans om zich aan de vaatwand te vestigen.
• Macrofagen : maken de opruimacties af die de granulocyten begonnen zijn. Verplaatsen zich
langs collagene vezels en fibrinedraden. Kunnen net als granulocyten bacteriën fagocyteren.
Daarnaast ruimen ze ook dode granulocyten, bacterieresten, overtollig weefselmateriaal in
wondgebied en overige bloedstolsels met rode bloedcellen in intercellulaire ruimte op.
Hiervoor scheiden ze enzymen uit zoals collagenase … Essentieel is de afgifte van fibroblast
growth factor (FGF) om fibroblasten op te roepen en vascular enothelial growth factor (VEGF)
om de vorming van nieuwe capillairen (angiogenese) te stimuleren.

2. Proliferatie, productie en littekenvorming
Mestcellen en macrofagen geven ook groeifactoren af, door middel van cytokinen zenden ze
boodschappen uit die groei, differentiatie en functie van lichaamscellen regelen. Twee processen :
- Nieuwvorming van capillairen om zuurstof en voedingsstoffen te leveren
- Opbouw van weefsel door fibroblasten

Is nu aan de fibroblasten, samen met vaatspruiten vormen fibroblasten granulatieweefsel (in open
oppervlak zijn rode korrelige structuren (granulae) van nieuwe capillairen zichtbaar. Bij gehechte
wonden dus niet echt sprake daarvan. De periode van reparatie met vorming van capillairen en
fibroblasten is de proliferatiefase. Als in weefsels overrekking van structuren heeft plaatsgevonden
treedt er ook wondcontractie op om het wondgebied te verkleinen. Na een week is de productie van
collageen goed op gang gekomen – duurt zo’n drie tot vier weken. Het pasgevormde littekenweefsel is
nog niet heel sterk, belasting moet voorzichtig worden opgebouwd.

Proliferatiefase


2

,Fibroblasten rond het wondgebied worden gestimuleerd door cytokinen. Afkomstig van :
mesenchymcellen, groeifactor PDGF bij stolling uit bloedplaatjes, trombine, en basic fibroblast growth
factor (bFGF) van macrofagen. Al binnen een dag na het trauma vormen ze zich al om in vrij
bewegende cellen, door tastende microspikes en lamellipodiën, vinden ze langs fibrinedraden en
collageen hun weg naar het beschadigde weefsel (het oedeem in de matrix maakt het eenvoudig om te
verplaatsen). Eenmaal daar gaan de fibroblasten zich delen, hiervoor zijn zuurstof en voedingsstoffen
nodig. Maar weinig zuurstof : macrofagen en granulocyten (wel in zuurstofarme omstandigheden) –
door middel van de glycolyse. Maar wel behoefte aan ingroeiende bloedcapillairen, fibroblasten
kunnen anders niet werken in een zuurstofarme omgeving : door VEGF – angiogenese.

Fibroblasten en ingroeiende capillairen vormen samen het granulatieweefsel. Ze vormen eerst
overwegend waterbindende proteoglycanen en collageen type III om het wondgebied te structureren
(hyaluronan : sterk waterbindende eigenschap, een gel die vult). De meeste aandacht naar synthese,
maar ook d.m.v. eiwitsplitsende enzymen (MPP’s) opruimen en onterecht geplaatst weefsel
verwijderen – aanpassing naar steeds functioneler weefsel.
- Primaire wondgenezing : relatief snelle wondgenezing (gescheurd ligament/ huidwond
hechting), secundaire wondgenezing : niet behandelde wond met wijkende wondranden (veel
granulatieweefsel nodig)

Wondcontractie
Na de eerste verkleining van het wondoppervlak door contractie van fibrine in stolsels neemt het
oppervlak verder af, ook fibroblasten zorgen hiervoor door het uitsteken van lammelipodia,
verankeren aan collageen en intrekken. Ze scheiden fibronectine af: maakt koppeling tussen
celmembraan en collagene fibrillen mogelijk. Aan het einde van de eerste week vormt een deel van de
fibroblasten zich om tot myofibroblast : hebben in vergelijking tot fibroblasten een sterk actineskelet
(lange strengen a-smooth muscle actine, stressfibers). Deze liggen in de richting van de trekkrachten.
Als de wond goed gesloten is neemt de activiteit af en verdwijnen door apoptose.

Productiefase
Voor de synthese van collageen type I is een hoge zuurstofspanning in het wondweefsel nodig. De
nieuwe capillairen bieden zuurstof en essentiële bouwstoffen voor de synthese van het treksterke
collageen (aanvoer van vitamine C is belangrijk voor crosslinking).
• Eerst voornamelijk collageen type III, dunne fibrillen in willekeurige richtingen aangelegd.
Door dit netwerk ontstaat informatie over de richting van trekkrachten – belangrijk voor
functioneel versterken van weefsel. Fibroblasten hechten aan omringende collageenfibrillen
met behulp van hechtmoleculen zoals fibronectine en integrinen, daardoor geïnformeerd over
trekspanningen en trekrichtingen.
• De productiefase is na een week goed op gang, de productie van elastine is nog laag,
synthese van hyaluronan daalt en het aandeel chondroïtinesulfaat stijgt -> ontstaan dikkere
collagene fibrillen en vezels, treksterkte type I.
• Nieuwgevormde collagene fibrillen bevatten veel waterstofbruggen, wel plaats in fibrillen
ingenomen, maar zonder crosslinking geen treksterkte, eerst dus vrij kwetsbaar.
Littekenweefsel wordt in de eerste maand steeds meer aangepast aan de trekrichting van de
mechanische belasting. Na drie weken wordt de enzymatische afbraak van fibrillen lastiger
door de vordering van crosslinking. Na 6 tot 10 weken heeft een ligament vaak al de helft van
zijn treksterkte herwonnen.
Van groot belang dat er in een vroeg stadium al functioneel wordt belast. Het ontbreken hiervan door
immobilisatie leidt tot zwak litteken met volledig willekeurige georiënteerde collagene fibrillen.
In de eerste weken moet het licht worden belast om zo verklevingen (adhesies) te voorkomen. Gaat
vooral om onderhouden en herkrijgen van bewegingsuitslagen en licht belast bewegen.

3. Organisatiefase


3

, Op een gegeven moment neemt de totale collageenhoeveelheid niet meer toe, maar is er ten
gevolgde van crosslinking een toename in treksterkte (toename diameter collagene fibrillen en
bundels in de trekrichting).
• Reorganisatiefase (remodelleringsfase) : treksterkte (na 2/3 weken nog maar 20%), wordt in
de volgende zes tot twaalf maanden steeds groter. Fibroblasten blijven actief doorgaan met
structureren, mits het functioneel belast wordt. De collagene vezels worden dikker en
voortdurende crosslinking verhoogt de stevigheid aanzienlijk.
Pezen hebben door een laag gehalte aan fibroblasten een trage start bij littekenvorming, pas na negen
maanden op 75% van oorspronkelijke treksterkte. Eerst rood door sterke vascularisatie tijdens begin
herstel, maar daarna bleker doordat bloedvaatjes zich terugtrekken : veel fibroblasten en capillairen ->
dichte collagene structuur met enkele fibroblasten en lage doorbloeding.
• Integratiefase : alleen mechanisch herstel is niet voldoende, pas na ingroeiing zenuwvezels in
herstellende bindweefsel mogelijk om informatie over weefselspanning en vervorming naar
CZS te sturen. Van functioneel herstel is dus pas sprake als lokale proprioceptieve prikkels
weer voor sensomotorische terugkoppeling zorgen. Als de sensomotorische cirkel niet
compleet is (bewegen, voelen en bijsturen), niet juiste coördinatie en risico op onduidelijk
beeld van beweging en onzekerheid -> ‘fear of giving way’ en soms tot recidiverend letsel.

Remodelleringsfase : treksterkte wordt aangepast aan de mechanische eisen, oorspronkelijke
structuur wordt nooit volledig hersteld. Ingroeien van zenuwvezels in litteken zorgt voor
bewustwording van herstellende delen, vanaf dat moment integratiefase.

- Wat verwacht de patiënt van je?
- Wat denk je zelf dat het beste is?
- Wat is de prognose?
- Wat zeggen de verschillende richtlijnen over de voorbeelden?
- Met welke belangen heb je te maken?

Hoorcollege 2 : Klinisch redeneren (patiënt in de acute fase acuut herstel)

Fysiotherapeutische diagnose, ICF
- Beroeps-specifieke en wettelijke kaders
- Beperkte onderzoeksmogelijkheden
- Bio-psycho-sociaal model
- Gaan uit van het bewegingsapparaat van de mens

Het is een beroepsspecifiek oordeel van de fysiotherapeut over het
gezondheidsprobleem van de cliënt, als basis van het – in samenspraak
met de cliënt (of andere betrokkenen) – op te stellen behandelplan.

Methodisch handelen (logisch aantal stappen in bepaalde volgorde die samen een methodiek vormen)
1. Screeningsproces (anamnese, rode vlaggen, pluis niet pluis, is de verwijzing terecht)
2. Diagnostisch proces (inventarisatie, onderzoek en analyse gezondheidsprobleem, pluis niet pluis)
3. Therapeutisch proces (samen met cliënt opstellen uitvoeren en evalueren behandelplan)

Klinisch redeneren : denkstappen in het proces van gegevens verzamelen, analyseren en interpreteren om
gezondheidsprobleem in de klinische praktijk te begrijpen en op te lossen (hoofd, hart en handen). Het is
niet uitsluitend een cognitief proces (zowel impliciet als expliciet). Soms ondersteunt wetenschappelijk
bewijs de beste oplossing van een FT probleem, maar bewijs is niet altijd voorhanden, de fysiotherapeut is
er niet mee bekend of de context voor toepassing van dat bewijs is niet geschikt.

DTF : screening op rode vlaggen en een poortwachtersfunctie (lijst rode vlaggen, AMPLE en onderbuik).




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MaritVisser. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77858 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.21  2x  sold
  • (5)
  Add to cart