100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Praktisch Europees Recht $5.89   Add to cart

Summary

Samenvatting Praktisch Europees Recht

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Gehele boek internationaal recht samengevat.

Preview 4 out of 35  pages

  • Yes
  • April 8, 2022
  • 35
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Praktisch Europees recht
Hoofdstuk 1: Europese Unie
1.1 Internationaal recht
Personen of rechtspersonen maken afspraken volgens de nationale wet.
Staten maken afspraken volgens het internationale recht.

Beginselen bij overeenkomen van verdragen.
1. Staatssoevereiniteit: de overheid heeft de ultieme beslissingsbevoegdheid op
het grond gebied van de staat. Kan als enige wet- en regelgeving opstellen.
a. Soevereiniteit overdragen (beperking): (een gedeelte van)
beslissingsbevoegdheid overdragen aan bijvoorbeeld een
internationale organisatie. De staat accepteert dan dat een organisatie
hoger en gezaghebbender is dan de staat zelf. Dit hoeft niet permanent
zo te zijn.
i. Europese gemeenschap van Kolen en Staal: voorkomen van
oorlog en het bewerkstelligen van economische groei en herstel
waren de belangrijkste redenen voor het overdragen van
staatssoevereiniteit.
ii. Bij uittreden van de Europese Unie heeft de Staat toestemming
nodig van de Europese Raad, de Raad en het Europees
Parlement. Ook het nationaal parlement moet toestemming
verlenen.
b. Soevereiniteit onvrijwillig beperkt: als een staat wordt binnengevallen
door een ander land en dat het andere land de macht overneemt. Dit
kan door militair ingrijpen, maar ook door een mandaat dat de
Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft afgegeven om een land
binnen te vallen.

1. Gouvernementele organisaties: een samenwerkingsverband tussen staten. De
oprichting ervan gebeurt in een verdrag. Hierin worden de doelstellingen
vermeld en de middelen die de organisatie heeft om de doelstellingen te
bereiken. Staten kunnen kiezen bij het oprichten van een organisatie of en
hoeveel soevereiniteit ze afdragen.
a. Internationale Telecommunicatie-Unie: dit is de oudste organisatie en
inmiddels zijn 191 staten lid. Houdt zich bezig met telefoonnetwerken
(intergouvernementeel).
b. Intergouvernementele organisatie: als lidstaten geen soevereiniteit
afdragen.
c. Supranationale organisatie: als lidstaten wel beslissingsbevoegdheid
afstaan aan de organisatie (Europese Unie).
2. Non-gouvernementele organisaties: een groep personen die een
internationale organisatie opricht. Heeft vaak een ideëel doelstelling
(onafhankelijk van staten). Ngo’s worden vaak gevraagd om deel te nemen
aan internationale vergaderingen, maar hebben dan geen stemrecht, wel een
adviserende rol.
a. Bijvoorbeeld: Rode Kruis, Natuurmonumenten, Amnesty International.

, 1.2 De EU en haar doelstellingen
Kandidaat lidstaten
Land heeft lidmaatschap van de EU aangevraagd  voorgelegd aan de Raad 
Europese Commissie geeft formeel advies uit  Raad beslist uiteindelijk om de
aanvraag al dan niet in behandeling te nemen. Wanneer unaniem door de Raad
wordt ingestemd is een land een officiële kandidaat lidstaat.

De twee verdragen die op dit moment in de EU van kracht zijn.
1. Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU).
2. Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU).
Handvest van de Grondrechten van de EU is ook een belangrijk EU-verdrag.

Instrumenten van de EU om doelstellingen te bereiken.
1. Negatieve integratie: beleidsintegratie door het uitvaardigen van verboden.
a. ‘Je mag niet…’
2. Positieve integratie: beleidsintegratie door het uitvaardigen van geboden.
a. ‘Je moet…’ ‘Zijn verplicht ..’
b. Het doel is om de nationale regelgeving te uniformeren (of
harmoniseren).
Harmonisatie: de wetgeving van de lidstaten wordt door middel van Europese wetgeving
(verordeningen, richtlijnen, enz.) in overeenstemming gebracht.

Doelstellingen van de EU
1. Primair doel van de EU: vrede en welzijn.
- Middel om het mee te bereiken is economische integratie.
- Wanneer lidstaten economisch met elkaar gaan samenwerken, zorgt dit
ervoor dat de economieën van de lidstaten met elkaar verweven raken.
o Dit zorgt voor een algehele welvaart en dat eventuele conflicten tussen
lidstaten eerder op diplomatieke wijze opgelost worden. Je maakt
namelijk geen ruzie met handelspartners, want dat betekent
achteruitgang van de eigen economie.
- Landen worden zo ook afhankelijk van elkaar. Nederland produceert bijv. bijna
geen auto’s en Duitsland juist heel veel. Heeft Nederland ruzie met Duitsland
dan heeft Nederland wat betreft auto’s een probleem.
2. Creëren van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht.
- Vrij verkeer van personen, goederen en diensten. Wij Nederlanders kunnen
overal in de EU wonen en werken door de open grenzen.
- Er is een justitiële samenwerking in strafzaken, grensbewaking en
gemeenschappelijk beleid op het gebied van asiel en immigratie.
3. Oprichten van de interne markt.
- De bedoeling is dat de nationale markten steeds meer geïntegreerd worden
tot een gemeenschappelijke markt, waarin alle bedrijven en personen
dezelfde kansen en mogelijkheden hebben.
- Een ruimte zonder economische grenzen en belemmeringen (vrij verkeer van
economie).
- Hierbij hoort art. 3 VEU.

, 4. Economische en Monetaire Unie.
- Het monetair beleid heeft een supranationaal karakter.
- De Europese Centrale Bank (ECB), verantwoordelijk voor het monetaire
beleid, wordt geassisteerd door de nationale banken van de lidstaten en zij
vormen samen het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB).

Reden om niet de euro als betaalmiddel te gebruiken?
1. Gemeenschappelijke munt maakt het lastig om nog nationaal economisch
beleid te voeren. Je kunt niet langer zelf besluiten om extra geld in de
economie te pompen.
2. Het economisch onderpresteren van een land kan gevolgen hebben voor alle
andere deelnemers aan de euro.

De stabiliteits- en groeipact (SGP) waarborgt de coördinatie van de nationale
regeringen of zij oog hebben op de gezamenlijke doelstellingen van stabiliteit, groei
en werkgelegenheid in de eurozone.
- Bevat afspraken over begrotingsdiscipline (beperking overheidstekort en de
staatsschuld).
- De afstemming van het nationaal economisch beleid gebeurt in een jaarlijkse
cyclus die bekendstaat als het ‘Europees semester’.

Sociaal Europa: het pakket aan Europese regelgeving en beleid dat de
sociaaleconomische positie van de EU-burgers moet verstevigen.

1.3 Interne markt
Dit is de basis van vrij verkeer, staatssteun en mededinging.

Bestaat voornamelijk uit de volgende drie onderdelen.
1. Regels op het gebied van vrij verkeer.
a. Er geldt vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal.
2. Verbod op staatssteun.
a. Dit komt in veel vormen voor (bijv. subsidie). Met een subsidie is het
voor een bedrijf mogelijk om goedkoper te produceren. Een dergelijke
subsidie kan de interne markt schaden doordat het oneerlijke
concurrentie creëert.
3. Mededingingsrecht.
a. Als bedrijven onderling afspraken maken over de prijs die ze voor hun
producten vragen (Kartelvorming). Dit wordt in de EU bestraft met hoge
boetes.
b. Bedrijven met een machtspositie hebben geen last van concurrentie en
kunnen daardoor hun prijzen te verhogen, door kleinere concurrenten
van de markt te weren en door onredelijke contractuele voorwaarden te
stellen aan tussenhandelaren. Dit verstoort de interne markt en is
daarom ook verboden.

, Voordelen interne markt
- Principe van vrij verkeer en vrije handel.
o Vrije handel zorgt ervoor dat de afzetmarkt van goederen en diensten
wordt vergroot en dat de arbeidsmarkt perspectieven van personen
worden vergroot. Een grote afzetmarkt biedt voor ondernemers grote
kansen.
- Een grote afzetmarkt maakt het voor landen aantrekkelijke om zich te
specialiseren in het aanbieden van bepaalde producten of diensten.
Bijvoorbeeld omdat het land in staat is een hogere kwaliteit te bieden, of
omdat het land die producten of diensten tegen een veel lagere prijs kan
aanbieden.
o Ieder produceert beter en meer als hij concentreert op dat waar hij het
beste en meest efficiënt in is (schaalvergroting en specialisatie).
- Voordeel voor consument: als het gemakkelijker is om in andere landen te
handelen, zorgt dat voor meer concurrentie. Concurrentie zorgt doorgaans
voor een lagere prijs en een betere kwaliteit.
- Voordeel voor consument: uitbreiding van keuzemogelijkheden.

Vrije handel  Specialisatie  Schaalvergroting  Lagere prijzen & keuzevrijheid 
Hogere consumentenwelvaart.

Nadelen interne markt
- Als het minder goed gaat met de nationale economie heeft de overheid
instrumenten om de economie te stimuleren. Doordat we in een Europese
Unie zitten, is de overheid niet vrij om elke maatregel te nemen om de
economie te stimuleren die zij wenst. De overheid zal rekening moeten
houden met regelgeving die is aangenomen in het van het instellen van de
interne markt.
- Protectionisme: beleid van de overheid dat de nationale economie beschermt.
Dit is nadelig voor de interne markt en daarom verboden.
- Een bedrijf heeft juist last van de concurrentie. Kleine bedrijven hebben
hierdoor moeite om hun hoofd boven water te houden. Het risico is dat grote
bedrijven het economisch landschap in de EU gaan domineren.
o ‘verMcDonaldisering’.
- Bedrijven moeten concurreren met bedrijven uit andere lidstaten. Het
loonniveau kan in andere landen lager liggen, waardoor er goedkoper kan
worden geproduceerd.
o Hierdoor is er ook de kans dat bedrijven zich verplaatsen naar staten
waar het loonniveau laag ligt. De staat waar het bedrijf oorspronkelijk
vandaan komt zit dan met werkloosheid.
- We zijn afhankelijk geworden van elkaar.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElisabethP. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89
  • (0)
  Add to cart