100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Inleiding tot het schadevergoedingsrecht, Marc Kruithof $5.93   Add to cart

Class notes

Inleiding tot het schadevergoedingsrecht, Marc Kruithof

4 reviews
 473 views  31 purchases
  • Course
  • Institution

Dit document omvat uitgebreide en heel volledige notities van alle lessen , met uitzondering van de casusles. De structuur van de powerpoints werd hierbij overgenomen. De notities omvatten tussentitels waardoor een overzicht wordt gegarandeerd. Op het einde van het document kan u twee aanpassinge...

[Show more]
Last document update: 2 year ago

Preview 10 out of 181  pages

  • April 9, 2022
  • May 27, 2022
  • 181
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Marc kruithof
  • All classes

4  reviews

review-writer-avatar

By: eglantineserlet • 1 year ago

review-writer-avatar

By: soffersfleur • 1 year ago

reply-writer-avatar

By: SD06 • 1 year ago

Translated by Google

Thanks!

review-writer-avatar

By: PaterFamilias • 1 year ago

review-writer-avatar

By: manondegroote • 1 year ago

reply-writer-avatar

By: SD06 • 1 year ago

Translated by Google

Thanks!

avatar-seller
Schadevergoedingsrecht
Overzicht leerstof & lessen plan
1. Overzicht
Thema= niet- contractuele verbintenissen tot schadeloosstelling

- Vooral buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht (= grootste deel & core cursus)
- Ook: andere schadevergoedingsmechanismen (= nodig om verbanden te zien met core)
o 1) Indemnitaire verzekeringen
= schade wordt vergoed door verzekeraars
!! aansprakelijkheidszaak wordt in verband gebracht met verzekering!!
▪ Bv. particuliere, sociale rechtstreekse eigenschadeverzekering,
eigenschadeverzekering ten behoeve van derden
o 2) Wettelijk opgelegde vergoedingsplicht verkeersschade WAM-verzekeraars
▪ Bv. letselschade, ongeval zonder vaststelbare aansprakelijkheid
! ander soort regeling -> niet AH gebaseerd + niet de verzekering !
o 3) Schadefondsen

2. nagestreefde eindcompetenties
Wat wordt de student verwacht te leren? – Wat wordt getest op het examen?

Basiskennis van

- Juridische realiteit: zodat de student de basiscasussen kan oplossen
o Wat wordt vergoed?
o Wat houdt vergoeden in?
o Wie is gehouden tot vergoeding?
o Wie draagt uiteindelijke last van de vergoeding?
- Gangbare doctrine: in woorden geformuleerde rechtsregels waarvan meeste juristen aannemen
dat ze gelden

Inzicht in de relativiteit gangbare doctrine: beseffen dat alternatieven mogelijk zijn. Gangbare opinio juris
niet de beste weergave is van wat er gebeurt

Grondig inzichtelijke kennis van concepten (= de taal van de aansprakelijkheidsdoctrine)

= nodig om bepaalde oplossing te kunnen beargumenteren (legitimeren, verklaren)

= nodig om te kunnen deelnemen aan doctrinale discussie

= nodig om eventuele toekomstige gewijzigde doctrine te begrijpen

Bv. eigenaar is aansprakelijkheid voor schade aangebracht door dier

 Rechtsregel heeft allerlei vormen doorlopen
o Maar oorspronkelijk: dier afstaan en wraak op dat dier nemen  daarna: dier afkopen
want niet leuk om dier kwijt te zijn= afkoopmogelijkheid  nog later: de eigenaar moet
de geldsom geven aan degene die benadeeld is door het dier = aansprakelijkheid

1

, ! realiteit is niet veranderd, we zijn het wel omgekeerd gaan formuleren

Rechtstheoretisch uitganspunt van de cursus
Wat bestuderen we. Wat is het studie-object? Is het bestaand recht [= de lege lata (het geldende recht),
MAAR NIET de lege ferenda (toekomstig recht)]

- Juridische realiteit = beslissingen in concrete rechterlijke beslissingen (= rechtspraak)
o Het is een “Keuze door de kijker over wat hij wil bekijken”
▪ Vb. met 2 kijken naar theatervoorstelling. Ene keek naar bewegingen. Andere naar kleren…
o “Theorie” = zicht dat je krijgt als je kijkt (vandaar komt woord theorie)
o Realiteit volgens de prof: wat de rechters doen
▪ Vonnissen en arresten zijn fysiek waarneembaar
▪ Rechtspraak = de beslissingen van rechters in concrete gevallen (= realiteit)
- Recht = sociaal feit = systematiek in rechtspraak => voorspelbaarheid (O.W. Holmes)
o Sociaal feit = dingen die mensen doen (dus geen gedachten van mensen)
o Systematiek in de dingen die mensen doen
o Voorspelbaarheid / systeem: als buitenstaander kan je een ‘vermoeden’ beginnen
krijgen wat de uitspraak zal zijn
▪  willekeur
▪ O.W. Holmes (eind 19de eeuw): “voorspellingen van wat de rechtbanken zullen
doen, is wat ik het recht noem en niets pretentieuzer”
• Afwijkende rechtspraak: wat is het geldend recht? Dus wanneer wijkt
het af?
o Er is een realiteit + gedachten over de realiteit

Theorie (positieve doctrine => hoe het is, niet normatieve -> hoe het moet zijn)= rechtsleer = doctrine

= poging om realiteit te vatten in aantal onderling consistente wetmatigheden
o Doctrine is de studie over het recht
= menselijke poging om uit te leggen wat die systematiek is wat we het recht noemen

= talige (in woorden en syntax) weergave van recht

“contracten zijn bindend”

is dat rechtspraak? Nee, want concrete feiten en beslissing. Alle uitspraken samen

Is dat recht? NEE, wel een in woorden uitgedrukte gedachte = doctrine

o Degene die dit uit, probeert wel het recht weer te geven en het recht in woorden te
vatten MAAR er is een verschil tussen een systematiek die in de praktijk heerst en de
woordelijke weergave ervan
▪ Er is een verschil tussen het ding en de woordelijke weergave. Recht is meer
dan woordelijke weergave!! Het is ook datgene wat gebeurt

 Motivering in rechterlijke beslissing = doctrine & GEEN recht (ontologisch)
o Rechter zegt welke rechtsregels volgens hem bestaan, welke op bepaalde feiten van
toepassing zijn en hoe die toepassing luidt = DOCTRINE
▪ Als Cassatie iets zegt => is doctrine

2

,Rechtsregel

≠ empirisch waarneembaar (wet = tekst = bron van recht ≠ recht) -> regel zelf kan je nergens zelf
vinden

- Bestaat (‘toont zich’) alleen in werking ervan (‘toepassing’)
o Bv. driehoek
▪ Iedereen weet wat een driehoek is. Kan je ook definiëren, je hebt al een
driehoek gezien
 toch kan je bij alles wat je ziet als ‘driehoek’ zeggen dat het geen driehoek is
want driehoek bestaat uit ‘3 rechten’
Want elke poging die je doet om een ‘rechte’ te tekenen is een kromme in de
realiteit
• Een rechte bestaat enkel in onze gedachten, niet in de realiteit. In
realiteit is die altijd beetje krom
• Plato zei dat de enige bestaande driehoek de ‘gedachtendriehoek’ is
- De rechtsregel (de gedefinieerde driehoek) toont zich enkel in de werking (heel goed op driehoek lijken),
nergens anders
 DUS : Geformuleerde regel = theoretische constructie die bestaande recht zou weergeven

Praktijk: discussie mogelijk over welke regel het recht het meest accuraat weergeeft! Wat is de
bestaande rechtsregel?

- Je kan bestaand recht wetenschappelijk bestuderen en een discussie hebben over wat er nu
echt gebeurt
- Prof kan dus niet zeggen: “dit is de enige geldende regel!”
o Prof zal dus gaan uitsplitsen op basis van de juridische realiteit
 Daarom aandacht aan alternatieve theorieën/ doctrines voor zelfde bestaande recht
o Gangbare doctrine = regels die volgens meeste juristen recht accuraat weergeven

Situering (civiele) aansprakelijkheid
1. Functie aansprakelijkheidsrecht
Relevantie van de functie van een juridische regeling:

- Teleologische interpretatie van geformuleerde regels (bv. wettekst)
o Interpreteren conform de functie/ het doel
▪ Eerst moet je het eens zijn over wat de functie is
- Toetsing aan gelijkheidsbeginsel Art. 10 Gw.
o Pertinent onderscheidingscriterium in licht van het doel (functie) + is benadeling
proportioneel
o ! Pertinentie kan je enkel beoordelen tav iets

! geen gangbare definitie over wat de functie van het aansprakelijkheidsrecht is

Gemakkelijk te verwerpen vaak voorgehouden FUNCTIES:

- Vergoeden (= bescherming tegen schade)
= degene die schade heeft geleden moet vergoed worden
“Pech moet weg” => sluit aan bij moderne tijdsgeest
3

, o Waarom dan alleen aansprakelijkheid indien schade veroorzaakt door AGF?
o Aansprakelijkheidsrecht bepaalt wanneer wel en wanneer niet aansprakelijk
o Als doel = schadeloosstelling => schadefonds of socialisering (bv. sociale zekerheid)
- Repressie (= vermijden fouten, sanctie op niet-naleven van gedragsregels)
o Waarom dan vergoeding beperkt tot veroorzaakte schade?
o Waarom dan objectieve (i.e. niet op fout gebaseerde) aansprakelijkheden?
! altijd op basis van is het onderscheid pertinent JA of NEE

! ook objectieve aansprakelijkheid = niet gebaseerd op fouten!

Stilstaan bij onderscheid functie en effect!

- Civiele aansprakelijkheid heeft niet als functie ervoor te zorgen dat de regels worden nageleefd,
zowel zou de sanctie altijd volgen bij elke inbreuk etc…
WEL EFFECT dat de mensen de regels beter naleven omdat ze willen vermijden dat ze
aansprakelijkheid zijn
MAAR FUNCTIE ≠ EFFECT

Visie law & economics

- Opkomst in USA vanaf jaren ‘60
- Onzichtbare hand A. Smith => niet zo’n groot belang als wordt gezegd achteraf
- Schade
o ≠ gegeven
o = gevolg van gedrag
- Aansprakelijkheidsrecht stuurt gedrag (prikkels, incentives) = instrumentalistische visie
- Doel = bevorderen efficiëntie (= maximalisatie welvaart)
o Aansprakelijkheidsrecht wordt aangewend als middel om de welvaart te maximaliseren
en zo efficiëntie te bevorderen
 Aansprakelijkheidsrecht = beleidsinstrument -> ≠ zuiver privaatrecht

2. Efficiëntie: Internalisatie externe kosten
Law & Economics o.b.v. Arthur Pigou – The Economics of Welfare

- Kosten- batenanalyse van rationale actor: individuele opbrengst vs. individuele kost
- Sociaal optimum: totale opbrengst voor iedereen vs. totale kost voor iedereen
- Internaliseer externe effecten => individuele rationaliteit (van persoon die voordelen en
nadelen afweegt) = collectieve rationaliteit
= basisredenering van waaruit law & economics beweging is bestaan

Richard Posner & John Brown

 Internalisatie externe kosten inefficient (=onzorgvuldig) handelen bij veroorzaker

Guido Calabresi ‘The Cost of Accidents’

 Internalisatie kosten bij cheapest cost avoider
o Aansprakelijkheid wordt gelegd bij degene die het kon voorkomen met de minste
inspanning, zo zorgen we ervoor dat het vermeden wordt aan de goedkoopste kostprijs


4

,3. Efficientie: Strategisch gedrag
Ronald Coase ‘The Problem of Social Cost’

- Ruimer schadeconcept
- PIGOU-benadering is eenzijdig (vertrekt vanuit verkeerde schadebegrip):
o Ziet alleen dat handelen van A nadeel berokkent aan B
▪ Causaliteit van A naar B
o Ziet niet dat niet- handelen A (nadeel voor B vermijdt, maar) nadeel aan A berokkent!
- Coase Theorema: efficiëntie niet beïnvloed door de toewijzing van juridische aanspraken
(rechten, aansprakelijkheid) indien betrokkenen vrij zonder kosten kunnen komen tot
onderlinge uitwisselingen
 Focus op transactiekosten!!
o Prohibitieve transactiekosten => strategisch gedrag leidt tot suboptimaal resultaat
▪ Onmogelijk om via onderhandeling tot oplossing te komen
o Correctie d.m.v. aansprakelijkheidsregels

4. Strafrecht vs. Burgerlijk recht
Strafrechtelijke ASH (la responsabilité pénale, criminal liability)

- Doel = repressie, preventie -> afwijking vermijden
- Gevolg = sanctie = straf
- Focus = moreel element van de dader zijn gedrag
- Beoordelingsmaatstaf = subjectief
o Er wordt rekening gehouden met alle kenmerken van de persoon

Burgerrechtelijke aansprakelijkheid ( la responsabilité civile, civil liability)

- Doel = ongedaan maken ongewenste gevolgen -> als er geen gevolgen zijn dan is er geen burgerlijke AH
- Gevolg = remedie = schadeloosstelling (is dus geen sanctie, maar bron van VB)
o Aansprakelijkheid ≠ sanctie
o Aansprakelijkheid = bron van verbintenissen
▪ Verbintenissen: rechtsbanden tussen personen
• Ontstaan uit bronnen van verbintenissen
- Focus = objectieve situatie benadeelde (degene die gevolgen ondergaat -> hierna: SO)
- Beoordelingsmaatstaf gedrag = objectief

------------------ tot hier nagekeken



5. Speltheoretische analyse
Analyse strategisch gedrag => speltheorie (gametheorie)

A.Smith: als iedereen doet wat het beste is voor zichzelf in bepaalde situatie, zorgt dit ook voor de beste
oplossing voor iedereen

 Coase: enkel bij onderhandelingen krijg je de beste oplossing




5

, Als je 2 mensen samen ondervraagt, zullen ze niet bekennen  als je ze apart ondervraagt, weten
ze niet wat de andere zegt/ doet, ze moeten hier rekening mee houden

Ondervrager kan de “incentives” zo zetten dat ze beide gaan bekennen

Bv. ‘als u bekent, krijgt u een halve straf’ of ‘als u niet bekent en de andere wel, krijgt u de
volledige straf MAAR als je beide niet bekent krijg je beide geen straf

TOCH gaan ze bekennen want dit geeft de “zekerheid” van de halve straf => niet de beste
individuele oplossing

De speltheorie

Hypothesen:

Situatie 1:

- 100% kans ongeval als automobilist of voetganger onzorgvuldig
 niet in werkelijkheid, gwn eenvoudig
- 10% kans ongeval als beiden zorgvuldig
- Schade voetganger bij ongeval = 100
- Kost zorgvuldigheid = 10

Zonder aansprakelijkheid voetganger
Automobilist Zorgvuldig Niet- zorgvuldig
Zorgvuldig -10/ (-10-100x10%= - -10/ -100
10)= -20
Niet- Zorgvuldig 0/ -110 0/-100
Automobilist en voetganger kiezen: zorgvuldig of niet zorgvuldig

- Voetganger heeft geen vaste strategie want afhankelijk van automobilist
- Voetganger ‘theory of mind’: voetganger gaat als menszijnde zich in de situatie stellen vd ander

Zorgvuldig: -110  niet – zorgvuldig: -100

 Keuze: -100

Automobilist: niet- zorgvuldig (0 idpv -10)

Voetganger: weet niet wat die gaat doen want afhankelijk van automobilist

 verkeersreglement legt regels op

Automobilist: wil het niet op zijn geweten hebben > aansprakelijkheidsregels

Situatie 2: automobilist objectief (dus altijd) aansprakelijk!! = regel invoeren

- 100% kans ongeval als automobilist of voetganger onzorgvuldig
- 10% kans ongeval als beiden zorgvuldig
- Schade voetganger bij ongeval = 100
- Kost zorgvuldigheid = 10
-


6

, Automobilist objectief (dus altijd) voetganger
aansprakelijk
Zorgvuldig Niet- zorgvuldig
Automobilist Zorgvuldig (-10-100x10%=)-20/ -10 -110/0
Niet- Zorgvuldig -100/ -10 -100/0
Van situatie zonder aansprakelijkheid naar situatie waar je altijd aansprakelijk bent

Wat doet de automobilist? Keuze:

- Zorgvuldig
- Niet- zorgvuldig
 Geen dominante strategie want afhankelijk van voetganger

Wat doet de voetganger? Keuze:

- Zorgvuldig -10
- Niet- zorgvuldig: 0 dus altijd niet-zorgvuldig
 Afhankelijk van keuze voetganger kiest automobilist voor de -100 dus niet -zorgvuldig

Als ze allebei onzorgvuldig zijn: kost is -100, als ze allebei zorgvuldig zijn: kost is -30 => maatschappij
heeft er belang bij dat ze allebei zorgvuldig zijn

Situatie 1&2: nu maar 2 keuzes (zorgvuldig/ niet-zorgvuldig), realiteit nog andere keuzes bv. niet met de
auto rijden, maar 10k km per jaar idpv 50k km per jaar

‘activity level’: objectieve ASH kan heel effectief zijn als de incentives juist zijn

- Artificiële grens: zoveel miljoenen euro’s
o Open ended zou niet berekend kunnen worden: zolang kostprijs van de verzekering
ervoor zorgt dat ik nog altijd winst maak, zal ik mensen blijven verzekeren

Situatie 3: foutaansprakelijkheid automobilist als voetganger zorgvuldig

- 100% kans ongeval als automobilist of voetganger onzorgvuldig
- 10% kans ongeval als beiden zorgvuldig
- Schade voetganger bij ongeval = 100
- Kost zorgvuldigheid = 10


Foutaansprakelijkheid automobilist voetganger
als voetganger zorgvuldig
Zorgvuldig Niet- zorgvuldig
Automobilist Zorgvuldig -10 / (-10-100x10%=)-20 -10/-100
Niet- Zorgvuldig -100/ -10 0/-100
Automobilist is afhankelijk van voetganger!

Voetganger gaat altijd zorgvuldig zijn want komt in beide gevallen beter uit dan “niet-zorgvuldig”

Ideaal bestaat enkel in je hoofd, maar je moet proberen dat doel zo dicht mogelijk te bereiken

Situatie 4: automobilist aansprakelijkheid tenzij voetganger onzorgvuldig


7

, - 100% … (idem als voorgaande)

Foutaansprakelijkheid automobilist voetganger
als voetganger onzorgvuldig
Zorgvuldig Niet- zorgvuldig
Automobilist Zorgvuldig (-10-100x10%=)-20/ -10 -10/-100
Niet- Zorgvuldig -100/ -10 0/-100
Situatie 5: beiden fout aansprakelijkheid

- 100% … (idem als voorgaande)

Beiden fout aansprakelijkheid voetganger
Zorgvuldig Niet- zorgvuldig
Automobilist Zorgvuldig -10/ (-10-100x10%=)-20 -10/-100
Niet- Zorgvuldig -100/ -10 -50/-50
Bij beiden niet-zorgvuldig: verdeling aansprakelijkheid 50/50

Beiden hebben dominante strategie

6. Functie aansprakelijkheidsrecht (vervolg)
Recenter hernieuwde ontwikkeling niet- instrumentalistische visies ( law&economics:
winstmaximalisatie)

Corrective justice theory
- Aristoteles: corrigerende rechtvaardigheid

Vanaf Jaren 90: Weinrib & Coleman

Schade= verstoring van bestaande verdeling

- Vertrekken van wat er gebeurd is, waar schade optreedt
- Verstoring in bepaalde verdeling
- Schade = als iemand die middelen kwijt is

Aansprakelijkheid = correctie onrechtvaardige (ongelijke) transactie (duty of repair)

- Aansprakelijkheid = middelen kwijt ten gevolge van ongerechtvaardigde transactie

Rechtvaardige verdeling die er was = verstoord

 Aansprakelijkheidsrecht is middel dat corrigerend tussenkomt om die rechtvaardigheid te
herstellen

Grijpen terug naar begrip van Aristoteles ‘corrigerende rechtvaardigheid’

Geen extern doel: justice or fairness is an end in itself (je wil er niet iets anders mee bereiken, maar je
doet het omdat je justice of fairness wilt)

 Aansprakelijkheidsrecht = essentieel privaatrecht (belangen private personen onderling)

Gaat ervan uit dat er a priori plicht is om niet te schaden!!!


8

,Civil recourse theory
Vanaf 2000: Goldberg & Zipursky

Aansprakelijheid geeft benadeelde macht (=keuze) op te treden tegen wrongdoer

 Tegenhanger = liability (gehoudenheid) ≠ duty of repair

Er is geen prejuridische plicht schade te vermijden of recht vrij te blijven van schade

 er is enkel de benadeelde die een bevoegdheid krijgt om te beslissen of er moet gerepareerd
worden ja of nee

Bv. klimaatzaak: de politiek blijft hangen, we gaan nr de rechter en vragen een bevel zodat de overheid
de uitstootgassen met 30% moet verlagen

Functie bestaande aansprakelijkheidsrecht = wetenschappelijke vraag

7. Contractueel vs. extracontractueel
Contractuele aansprakelijkheid

- La responsabilité contractuelle, contractual liability

= alternatief/ complement voor (dwang) uitvoering contractuele verbintenis

 (secundaire) verbintenis tot reparatie of compensatie van schade ten gevolge van wanprestatie
(= niet- uitvoering primaire verbintenis)

Toerekenbare niet nakoming van de verbintenis + schade

Buitencontractuele aansprakelijkheid

- La responsabilité extracontractuelle, extra-contractual liability
 Primaire verbintenis tot reparatie of compensatie van schade die niet gevolg is van niet-
nakoming contractuele verbintenis
- Subjectieve of foutaansprakelijkheid
= schade door eigen fout
- Objectieve aansprakelijkheid (la responsabilité objective/ stricte, strict liability)
= schade door ander rechtsfeit dan eigen fout

Situering alternatieve schadevergoedingsmechanismen
1. Behoefte aan alternatieve systemen
Ineffectiviteit aansprakelijkheidsregime

 effectiviteit: je bereikt het doel

- Problemen bij vestiging aansprakelijkheid (beperkte lijst bases)
o Soms schade op manieren waarvoor je geen goeie basis blijkt te hebben
Bv. software (bestond 60 jaar geleden niet) => in veel gevallen zal er niemand
aansprakelijk zijn
- Problemen bij identificatie aansprakelijke
o Oorzaak van schade niet is gekend

9

, ▪ Bv. is longkanker veroorzaakt door roken? NEE ook andere oorzaken mogelijk
o Oorzaak (in individueel geval) niet te bewijzen
- Problemen bij nakoming verbintenis tot schadeloosstelling
o Aansprakelijke niet solvabel
o Risico niet verzekerbaar

Inefficiëntie aansprakelijkheidsregime

Efficiëntie = de verhouding tussen de input en de output, efficiënt zijn betekent met gegeven
middelen max. resultaat halen OF bepaald resultaat halen met minimale inspanning

- Hoge individuele kosten: mass claims (collectieve schadeafwikkeling)
- Hoge collectieve kosten
- Traagheid

2. Verzekering: Begrip
Assurance, insurance en assurance

= contract waarbij verzekeraar zich tegenover verzekeringsnemer verbindt bepaalde prestatie te
leveren indien afgesproken onzekere gebeurtenis zich voordoet

- Verzekeraar = partij gehouden tot prestatie
- Verzekeringsnemer = contractuele tegenpartij
- Verzekerde risico = onzekere gebeurtenis
- Verzekerde = persoon onderhevig aan risico
Verzekeringsnemer en verzekerde kunnen dezelfde zijn, maar hoeft niet
- Begunstigde = rechthebbende voor prestatie

Onderlinge verzekering: verzekeringsnemers = verzekeraars (assurance mutuelle, mutual insurance)
 Ze verzekeren elkaar

Bv. we wonen in stad (700 jaar geleden), er staan paar 100 huizen en elk jaar brandt er één af

 Degene die kwijt zijn = geruïneerd, degene die niet kwijt zijn = chance
 Bv. 5% kans dat uw huis afbrandt over heel uw leven verspreid
o Als dat huis afbrandt, allemaal helpen met wederopbouw want we weten niet op
voorhand wie de pechvogel zal zijn

Verzekering tegen premies: verzekeraar = (handels)onderneming

3. Forfaitaire verzekering
= niet-schade vergoedend

= sommenverzekering

Prestatie ≠ afhankelijk van geleden schade (of er schade is en hoe groot die schade zou zijn)

Levensverzekering (assurance)

- Verzekerd risico = leven of dood van persoon (=verzekerde)
- Bv. pensioensverzekering

10

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SD06. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.93  31x  sold
  • (4)
  Add to cart