Heb jij binnenkort een proefwerk over stijlfiguren of ben jij bezig met een eigen boek schrijven, dan is het handig om zo veel mogelijk verschillende stijlfiguren te kennen. In deze samenvatting geef ik een korte maar toch duidelijke uitleg met voorbeelden over verschillende stijlfiguren. En nog ee...
Answer: Bijvoorbeeld:
Vandaag hebben we het Witte Huis gezien, best een leuk stulpje of Christiano Ronaldo kan wel een aardig balletje trappen.
2.
Is de volgende rijm een Limerick of een Alliteratie: Wie weet waar Willem woont.
Answer: het juiste antwoord is een Alliteratie. een limerick bestaat uit 5 zinnen met als rijmvolgorde AABBA.
3.
wat is een Onomatopee? Tip: het heeft iets te maken met geluiden.
Answer: een Onomatopee is het omschrijven van geluiden in woorden, bijvoorbeeld: de hond blaft.
4.
Geef een voorbeeld van een Litotes.
Answer: Een voorbeeld van een Litotes: Mijn vriend is niet vies van Pizza, (hij is dol op pizza). Bij een litotes verklein je iets om een sterke bevestiging uit te drukken.
5.
Van welk stijlfiguur komt dit voorbeeld: rooksein - kniesoor?
Answer: rooksein - kniesoor is een voorbeeld van een Anagram. Bij een Anagram word een woord gevormd dat volledig bestaat uit letters van een ander woord.
6.
Welke stijlfiguur maakt een tekst invoelbaar? Tip: er worden een aantal feiten/meningen/namen/argumenten achter elkaar gebruikt.
Answer: Het juiste antwoord is een Enumeratie!
Content preview
Stijlfiguren
Limerick: een rijm waarbij de volgorde AABBA word gebruikt. Dit bestaat uit 5 zinnen waarbij
het laatste woord moet rijmen op een ander woord. A rijmt dan op A en B rijmt op B. De
zinnen mogen niet alle vijf op elkaar rijmen. Bijvoorbeeld:
Mariniers willen niet verkassen
Vlissingen zou hen niet passen
Wat is er toch aan de hand
In dit nukkige postzegelland
Niets meer dat ons kan verrassen
Alliteratie: een rijm waarbij bijna ieder woord met dezelfde letter begint. Bijvoorbeeld:
Liesje leerde lotje lopen langs de lange lindelaan.
Onomatopee: je legt geluiden uit in woorden. Bijvoorbeeld: de kat miauwt.
Understatement: iets word minder sterk, groot of ernstig vertelt dan men in werkelijkheid
vind: Je huis heeft een lichte schade opgelopen (je huis is helemaal afgebrand)
Litotes: je ontkent of verkleint iets met het doel om een sterke bevestiging uit te drukken.
Bijvoorbeeld:
- mijn vriend is niet vies van pizza (hij is gek op pizza).
- dat is geen slecht idee (het is een goed idee).
Hyperbool: een sterke overdrijving. Bijvoorbeeld: ik sta nog liever iedere dag om 5 uur op
dan dat ik naar school ga.
Anagram: een woord dat volledig bestaat uit letters van een ander woord. Bijvoorbeeld:
rooksein kniesoor
Eufemisme: iets word vriendelijker of minder onaangenaam voorgesteld dan het in
werkelijkheid is: dood heengaand
Paradox: Een paradox bestaat uit twee dingen die op het eerste gezicht niet kunnen, maar
als je er dieper over nadenkt toch wel kunnen. Het wordt gebruikt om de tekst te
verlevendigen. Bijvoorbeeld: - zeg nooit nooit
- Schrijven is de kunst van het weglaten.
Retorische vraag: word gesteld als een vraag maar word bedoelt als een mededeling. Je
verwacht geen antwoord terug. Bijvoorbeeld:
We moeten de opwarming van de aarde stoppen, dat vindt u toch ook?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IlseAerts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.