Bitewing opnamen
1. Bite-wing opnametechniek (horizontaal en verticaal)
Indicaties:
- Cariësdiagnostiek
- Parodontaal diagnostiek
- Beoordeling restauraties
Stand van de film/sensor:
- Film parallel aan de elementen
- Film zo dicht mogelijk achter de elementen
- Beetvlak in het midden van de film
Je positioneert de film/sensor met instelapparatuur, bite-wingloops of bite-wing kussentjes.
Je hebt van instelapparatuur een horizontale bite-wing en een verticale bite-wing.
De verticale en horizontale instelling van het röntgenapparaat worden bepaald door de stand
van het instelapparaat.
Voordelen instelapparatuur:
- Eenvoudig
- Sensor/film wordt stevig vastgehouden in instelapparaat (geen verplaatsing door tong)
- Röntgenbundel altijd loodrecht op film.
- Geen cone-cutting
Nadelen instelapparatuur:
- Enig ongemak voor de patiënt dat kan optreden
- Soms lastig bij kinderen
- Autoclaveren (d.m.v. stoom onder hoge druk steriliseren) van instelapparatuur
Bite-wing loops:
Bitewing kussentjes:
Verticale instelling loops en kussentjes:
- Bundel 5-8 graden naar beneden gericht
- Vlak van occlusie horizontaal
- Mediaanvlak verticaal
Horizontale instelling:
- Stralenbundel moet tussen de approximale vlakken door gaan (vermijd overlapping)
, geen overlapping
wel overlapping
Voordelen loops/kussentjes:
- Disposable
- Kindvriendelijk
Nadelen loops/kussentjes:
- Horizontale en verticale instelling op het oog inschatten
- Opnamen zijn slecht reproduceerbaar
- Tong kan sensor/film verplaatsen
- Cone-cutting t.g.v. onjuiste centrering
Foutieve centrering:
Cone-cutting
Foutieve filmplaatsing:
Verschuiving
! Bitewing premolaren: contactpunt tussen boven cuspidaat en premolaar moet zichtbaar zijn
! Als fosforplaatje niet blijft zitten in de houder, plaats een kartonnetje
2. Periapicale opnametechnieken
- Bissectriceregeltechniek
- Rechthoektechniek
3. Occlusale opnametechniek
,Periapicale opnamen technieken
Indicaties periapicale opnamen:
- Opsporen van apicale afwijkingen of ontstekingen
- Beoordelen van de aanwezigheid en/of positie van (nog) niet doorgebroken elementen
- Tijdens endodontische behandeling
- Onderzoeken van de wortelvorm voor extractie
- Beoordelen van botdefecten (bijv. cysten, tumoren)
- Beoordelen van parodontale gezondheid
- Beoordelen van implantaten na plaatsen
- Bij tandtraumata
Rechthoekregeltechniek
Instellingen volgens de rechthoektechniek:
1. Keuze van de film en het instelapparaat
2. Stand van instelapparaat in de mond
3. Stand van het röntgenapparaat (verticale instelling, horizontale, centrering)
Principes rechthoektechniek:
1. De as van het element en de as van de film moet parallel lopen. Röntgenbundel wordt
loodrecht op het element en de film ingesteld.
2. Altijd afstand tussen gebitselementen en film (uitzondering onder premolaar/molaar)
3. Altijd contact tussen occlusale vlak en bijtvlak van bijtblokje.
4. Stand van hoofd is niet van belang
Instelapparatuur:
Nut van het instelapparatuur:
- De as van het element en de as van de film lopen parallel
- De röntgenbundel wordt zoveel mogelijk loodrecht op het element en de film ingesteld.
- De meest gunstige verticale instelling wordt automatisch aangegeven
Insteltechniek bovenfront:
- Altijd afstand tussen gebitselementen en film
- Altijd contact tussen incisale rand en bijtblokje van instelapparatuur
- Patiënt bijt vlak bij het eindpunt van het bijtblokje
- Controleer via het diafragma welke gebitselementen zichtbaar zijn.
Insteltechniek boven premolaar/molaar:
- Altijd afstand tussen gebitselementen en film
, - Plaats de film in het midden van het palatum
- Altijd contact tussen occlusale vlak en bijtvlak van het bijtblokje
- Controleer via het diafragma welke gebitselementen zichtbaar zijn
Insteltechniek onderfront:
- Altijd afstand tussen tanden en film
- Tong van de patiënt moet omhoog (contact met het palatum) en de film zover mogelijk
linguaal.
- Altijd contact tussen occlusale vlak en bijtblokje van de instelapparatuur
- Controleer via het diafragma welke gebitselementen zichtbaar zijn.
Insteltechniek onder premolaar/molaar:
- De film wordt zo dicht mogelijk bij de gebitselementen geplaatst.
- Plaats de film tussen de tong en de gebitselementen. Nooit op de tong.
- Altijd contact tussen occlusale vlak en bijtvlak van het bijtblokje.
- Controleer via het diafragma welke gebitselementen zichtbaar zijn.
! Tussen instelapparatuur en antagonisten kan eventueel een wattenrol geplaatst worden.
Verticale instelling = met behulp van instelapparaten die de film in de mond fixeren wordt de
meest gunstige verticale instelling aangegeven.
Horizontale instelling = de stralenbundel moet tussen de approximale vlakken door gaan
(vermijd overlapping)
Centrering = bundel richten op het midden van de film (vermijd cone cutting)
Voordelen van de rechthoekregeltechniek:
- De verticale en horizontale instelling van het röntgenapparaat worden bepaald door het
instelapparatuur
- Geen cone cutting
- De patiënt hoeft de film niet zelf vast te houden
- Weinig of geen vertekening in het beeld
- Weinig of geen overprojectie van anatomische structuren (bijv. arcus zygomaticus)
Nadelen van de rechthoekregeltechniek:
- Kan ongemak veroorzaken voor de patiënt (kokhalsreflex)
- Soms moeilijk te plaatsen (bijv. bij onvolledige dentitie of laag palatum)
- Autoclaveren van instelapparatuur
- Speciaal instelapparaat nodig voor endodontische behandeling
Meest voorkomende fouten:
- Foutieve verticale filmplaatsing: apices zijn niet zichtbaar
- Foutieve verticale inschietrichting: film en element zijn niet parallel. Inschietrichting te steil.
- Foutieve horizontale instelling: overlapping
- Foutieve centrering: cone-cutting
Rechthoektechniek CCD-sensor:
De blauwe houdertjes plaatsen de sensor verticaal (front) en de gele horizontaal (zijdelingse
delen).
1. Bite-wing opnametechniek (horizontaal en verticaal)
Indicaties:
- Cariësdiagnostiek
- Parodontaal diagnostiek
- Beoordeling restauraties
Stand van de film/sensor:
- Film parallel aan de elementen
- Film zo dicht mogelijk achter de elementen
- Beetvlak in het midden van de film
Je positioneert de film/sensor met instelapparatuur, bite-wingloops of bite-wing kussentjes.
Je hebt van instelapparatuur een horizontale bite-wing en een verticale bite-wing.
De verticale en horizontale instelling van het röntgenapparaat worden bepaald door de stand
van het instelapparaat.
Voordelen instelapparatuur:
- Eenvoudig
- Sensor/film wordt stevig vastgehouden in instelapparaat (geen verplaatsing door tong)
- Röntgenbundel altijd loodrecht op film.
- Geen cone-cutting
Nadelen instelapparatuur:
- Enig ongemak voor de patiënt dat kan optreden
- Soms lastig bij kinderen
- Autoclaveren (d.m.v. stoom onder hoge druk steriliseren) van instelapparatuur
Bite-wing loops:
Bitewing kussentjes:
Verticale instelling loops en kussentjes:
- Bundel 5-8 graden naar beneden gericht
- Vlak van occlusie horizontaal
- Mediaanvlak verticaal
Horizontale instelling:
- Stralenbundel moet tussen de approximale vlakken door gaan (vermijd overlapping)
, geen overlapping
wel overlapping
Voordelen loops/kussentjes:
- Disposable
- Kindvriendelijk
Nadelen loops/kussentjes:
- Horizontale en verticale instelling op het oog inschatten
- Opnamen zijn slecht reproduceerbaar
- Tong kan sensor/film verplaatsen
- Cone-cutting t.g.v. onjuiste centrering
Foutieve centrering:
Cone-cutting
Foutieve filmplaatsing:
Verschuiving
! Bitewing premolaren: contactpunt tussen boven cuspidaat en premolaar moet zichtbaar zijn
! Als fosforplaatje niet blijft zitten in de houder, plaats een kartonnetje
2. Periapicale opnametechnieken
- Bissectriceregeltechniek
- Rechthoektechniek
3. Occlusale opnametechniek
,Periapicale opnamen technieken
Indicaties periapicale opnamen:
- Opsporen van apicale afwijkingen of ontstekingen
- Beoordelen van de aanwezigheid en/of positie van (nog) niet doorgebroken elementen
- Tijdens endodontische behandeling
- Onderzoeken van de wortelvorm voor extractie
- Beoordelen van botdefecten (bijv. cysten, tumoren)
- Beoordelen van parodontale gezondheid
- Beoordelen van implantaten na plaatsen
- Bij tandtraumata
Rechthoekregeltechniek
Instellingen volgens de rechthoektechniek:
1. Keuze van de film en het instelapparaat
2. Stand van instelapparaat in de mond
3. Stand van het röntgenapparaat (verticale instelling, horizontale, centrering)
Principes rechthoektechniek:
1. De as van het element en de as van de film moet parallel lopen. Röntgenbundel wordt
loodrecht op het element en de film ingesteld.
2. Altijd afstand tussen gebitselementen en film (uitzondering onder premolaar/molaar)
3. Altijd contact tussen occlusale vlak en bijtvlak van bijtblokje.
4. Stand van hoofd is niet van belang
Instelapparatuur:
Nut van het instelapparatuur:
- De as van het element en de as van de film lopen parallel
- De röntgenbundel wordt zoveel mogelijk loodrecht op het element en de film ingesteld.
- De meest gunstige verticale instelling wordt automatisch aangegeven
Insteltechniek bovenfront:
- Altijd afstand tussen gebitselementen en film
- Altijd contact tussen incisale rand en bijtblokje van instelapparatuur
- Patiënt bijt vlak bij het eindpunt van het bijtblokje
- Controleer via het diafragma welke gebitselementen zichtbaar zijn.
Insteltechniek boven premolaar/molaar:
- Altijd afstand tussen gebitselementen en film
, - Plaats de film in het midden van het palatum
- Altijd contact tussen occlusale vlak en bijtvlak van het bijtblokje
- Controleer via het diafragma welke gebitselementen zichtbaar zijn
Insteltechniek onderfront:
- Altijd afstand tussen tanden en film
- Tong van de patiënt moet omhoog (contact met het palatum) en de film zover mogelijk
linguaal.
- Altijd contact tussen occlusale vlak en bijtblokje van de instelapparatuur
- Controleer via het diafragma welke gebitselementen zichtbaar zijn.
Insteltechniek onder premolaar/molaar:
- De film wordt zo dicht mogelijk bij de gebitselementen geplaatst.
- Plaats de film tussen de tong en de gebitselementen. Nooit op de tong.
- Altijd contact tussen occlusale vlak en bijtvlak van het bijtblokje.
- Controleer via het diafragma welke gebitselementen zichtbaar zijn.
! Tussen instelapparatuur en antagonisten kan eventueel een wattenrol geplaatst worden.
Verticale instelling = met behulp van instelapparaten die de film in de mond fixeren wordt de
meest gunstige verticale instelling aangegeven.
Horizontale instelling = de stralenbundel moet tussen de approximale vlakken door gaan
(vermijd overlapping)
Centrering = bundel richten op het midden van de film (vermijd cone cutting)
Voordelen van de rechthoekregeltechniek:
- De verticale en horizontale instelling van het röntgenapparaat worden bepaald door het
instelapparatuur
- Geen cone cutting
- De patiënt hoeft de film niet zelf vast te houden
- Weinig of geen vertekening in het beeld
- Weinig of geen overprojectie van anatomische structuren (bijv. arcus zygomaticus)
Nadelen van de rechthoekregeltechniek:
- Kan ongemak veroorzaken voor de patiënt (kokhalsreflex)
- Soms moeilijk te plaatsen (bijv. bij onvolledige dentitie of laag palatum)
- Autoclaveren van instelapparatuur
- Speciaal instelapparaat nodig voor endodontische behandeling
Meest voorkomende fouten:
- Foutieve verticale filmplaatsing: apices zijn niet zichtbaar
- Foutieve verticale inschietrichting: film en element zijn niet parallel. Inschietrichting te steil.
- Foutieve horizontale instelling: overlapping
- Foutieve centrering: cone-cutting
Rechthoektechniek CCD-sensor:
De blauwe houdertjes plaatsen de sensor verticaal (front) en de gele horizontaal (zijdelingse
delen).
