De Geo Samenvatting Aardrijkskunde Globalisering H 1 + 2 +3 +4
9 views 0 purchase
Course
Aardrijkskunde
Level
VWO / Gymnasium
Deze samenvatting van Aardrijkskunde bestaan uit alle hoofdstukken van het boek Globalisering. Uit elk hoofdstuk is elke paragraaf uitgebreid samengevat. Dit is de ideale samenvatting!
§1.1 De wereld indelen
Deelvragen
1. Hoe kun je de wereld indelen op grond van onderlinge relaties en vervlechting van
contacten?
2. Welke politieke, culturele, economische en demografische kenmerken kun je gebruiken om
cultuurgebieden af te bakenen?
Globalisering en global village
► De moderne informatie- en communicatietechnologie (ICT) maakte in korte tijd snelle
wereldwijde sociale netwerken mogelijk, waardoor er sprake lijkt van een global village.
● Samen met de toename van de politieke, culturele en economische banden zorgt de groei van
sociale netwerken voor versterking van globalisering.
Global village: gebied dat steeds meer met andere gebieden overal ter wereld te maken heeft via
allerlei sociale netwerken.
Globalisering (mondialisering): het doorgaande proces van politieke, sociale en culturele samenhang
tussen bedrijven, gebieden of landen over de hele wereld, waardoor landgrenzen vervagen.
De wereld indelen
► Gebieden zijn niet allemaal even sterk vervlochten met andere delen van de wereld. Je kunt dat
aantonen met de globaliseringsindex. De ruimtelijke verschillen hebben te maken met historische
ontwikkelingen en met (vroegere) culturele, politieke, economische en demografische kenmerken
van gebieden.
Cultuurgebieden
► Cultuurgebieden zijn regio’s met een gemeenschappelijke cultuur, die alle door de menselijke
geest voortgebrachte elementen (als taal, religie, gewoonten, kunst, technologie of waarden en
normen) omvat.
● De grenzen tussen cultuurgebieden zijn bijna overal geleidelijk. Op mondiaal niveau zijn er zelfs
vier brede overgangszones:
- het grensgebied tussen Noord-Amerika en Latijns-Amerika
- enkele landen tussen Noord-Afrika en Sub-Sahara-Afrika
- een gebied tussen Europa en de voormalige Sovjet-Unie
- een zone tussen Rusland, Oost-Azië en Zuid-Azië.
● De bevolking in de cultuurgebieden ontwikkelde een eigen identiteit. Toch zijn er soms grote
verschillen, bijvoorbeeld qua taal. Dan kan een lingua franca uitkomst bieden.
● De godsdienst drukt vaak een grote stempel op de normen en waarden van een samenleving.
Cultuurgebieden: (macro)regio met gemeenschappelijke cultuurkenmerken.
Identiteit: een unieke combinatie van culturele kenmerken.
,Lingua franca: een derde taal die nodig is wanneer verschillende culturele groepen niet direct in hun
eigen taal met elkaar kunnen communiceren.
Politiek mozaïek
► Politieke kenmerken, zoals de verdeling van macht in een samenleving, verschillen sterk tussen
gebieden.
● Met een democratie-index meet je het democratisch gehalte. Daarin zijn meestal de
mensenrechten opgenomen.
■ De tien landen met het hoogste democratisch gehalte, waaronder Nederland, liggen in de
westerse wereld. Noord-Korea, Tsjaad, Turkmenistan, Oezbekistan en Saudi-Arabië zijn andere
uitersten.
Democratisch gehalte: mate waarin de politieke, economische en sociale macht verdeeld is over de
bevolking van een land.
Mensenrechten: de rechten waarop ieder mens aanspraak kan maken, ongeacht herkomst,
nationaliteit, overtuiging, geslacht, wettelijke status of andere kenmerken.
Rijke en arme regio’s
► Tussen en binnen cultuurgebieden verschilt de welvaart sterk. Je kunt dat meten met het bruto
binnenlands (of regionaal) product per inwoner (bbp (brp)/inw). Je moet daarbij wel letten op enkele
punten:
● De betrouwbaarheid van de cijfers.
● Wat heeft men meegerekend in het bbp (brp)? Zit er bijvoorbeeld ook de zelfvoorziening bij?
● Is bij vergelijking gelet op de koopkracht?
● Is er binnen een land sprake van grote of kleine regionale en/of sociale ongelijkheid?
Bruto binnenlands product per inwoner (bbp/inw): de totale geldwaarde van alle in een land
geproduceerde goederen en diensten (per jaar) per hoofd van de bevolking.
Bruto regionaal product per inwoner (brp/inw): de totale geldwaarde van alle in een regio
geproduceerde goederen en diensten (per jaar) per hoofd van de bevolking.
Koopkracht: hoeveelheid goederen en diensten die een bevolking kan kopen voor een bepaalde
hoeveelheid geld.
Regionale ongelijkheid: verschillen in het ontwikkelingspeil tussen gebieden, die als onrechtvaardig
ervaren worden.
Sociale ongelijkheid: sociale verschillen tussen bevolkingsgroepen, die als onrechtvaardig ervaren
worden.
Beroepsbevolking
► Tussen het economische ontwikkelingspeil en de samenstelling van de beroepsbevolking bestaat
ook een verband.
● Het ontwikkelingspeil is het beste te meten aan het aandeel van de landbouwers in de
beroepsbevolking en in mindere mate aan de secundaire en tertiaire sector (denk aan de rol van de
informele sector).
, Beroepsbevolking: alle personen tussen de 15 en 65 jaar die betaald werk hebben of zoeken.
Dicht- en dunbevolkte regio’s
► De bevolkingsspreiding in de wereld is ongelijkmatig. Vooral in vruchtbare rivierdalen en delta’s is
de bevolkingsdichtheid hoog in tegenstelling tot die in extreem koude, droge of hooggelegen regio’s.
● De verstedelijkingsgraad (urbanisatiegraad) ligt wereldwijd boven de 50%. Welvarende regio’s zijn
sterk verstedelijkt.
● De totale stedelijke bevolking is in rijke regio’s kleiner dan in arme landen. Het
verstedelijkingstempo in arme macroregio’s is hoog.
Bevolkingsspreiding: verdeling van de woonplaatsen van de inwoners over een gebied.
Bevolkingsdichtheid: het gemiddelde aantal inwoners per km2 in een regio.
Verstedelijkingsgraad (urbanisatiegraad): aandeel van de stedelijke bevolking in de totale bevolking.
Verstedelijkingstempo (urbanisatietempo): snelheid waarmee de verstedelijkingsgraad (per jaar)
verandert (in procenten).
Regionaliseren
► Je kunt de wereld aan de hand van een of meerdere kenmerken indelen of regionaliseren.
§1.2 Scheidslijnen in Europa
Deelvragen
3. Welke politieke, culturele, economische en demografische kenmerken zijn typerend voor
Europa?
Eurazië, of Europa en Azië?
► Tussen Europa en Azië ontbreekt een natuurlijke, maar ook culturele grens. De laatste lijkt zelfs te
verschuiven; voor de Koude Oorlog lag die westelijker. De meningen over de grenslijn verschillen.
● De geleidelijke overgang van Europa naar Azië hangt samen met de vele contacten en migratie
tussen samenlevingen in Europa en Centraal- en Oost-Azië. De spreiding van bijvoorbeeld Indo-
Europese talen (de Romaanse, de Baltisch-Slavische, de Germaanse) getuigt daarvan. Van
cultuurhaarden in Azië vond diffusie plaats.
Diffusie: verspreiding van een verschijnsel van gebied tot gebied (ruimtelijke diffusie) of binnen
bevolkingsgroepen (sociale diffusie).
Staatkundige verbrokkeling
► Europa kent relatief veel staten. Het aantal en de grenzen ervan veranderde vaak, onder meer
door geopolitieke, culturele en economische factoren.
● Geopolitiek gaat over de machtsverhoudingen tussen (groepen) landen. Voorbeelden zijn de
staatkundige veranderingen in Oost-Europa door de kleinere geopolitieke invloed van de
(voormalige) Sovjet-Unie.
■ De verdeeldheid in Oekraïne is een ander recent voorbeeld.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FrederiqueHensen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.