Bewegingsapparaat, Geneeskunde, Leerjaar 3, Maastricht University (GEN3002)
Institution
Maastricht University (UM)
Samenvatting met alle uitwerkingen van de leerdoelen van alle weken (orthopedie, reumatologie, neurologie, traumatologie, vestibulogie, pijn en revalidatie) én alle colleges (m.u.v. Systeemziekten gezien het bij ons toentertijd niet doorging, echter heb ik het vervangende document geïncludeerd in...
Bewegingsapparaat, Geneeskunde, Leerjaar 3, Maastricht University (GEN3002)
All documents for this subject (15)
1
review
By: sharonknapen • 1 year ago
Seller
Follow
yufantastic
Reviews received
Content preview
Week: Orthopedie
Aandoeningen van de knie
Jumper’s knee/patella tendinitis
Bronnen: Orthopedie en https://www.umcutrecht.nl/nl/ziekenhuis/ziekte/jumpers-knee
Bij sporten die gepaard gaan met frequent springen en landen, bijv. volleybal, komt de jumper’s
knee vaak voor.
• Hierbij gaat het doorgaans om een ontsteking van de aanhechting van de kniepees aan de
onderpool van de knieschijf. Dit wordt ook wel een apexitis patellae genoemd.
• Ook de aanhechting van de pees boven de patella kan ontstoken zijn: quadricepspees.
Pathogenese
De jumper’s knee ontstaat door chronische overbelasting van de pees.
• Dit begint vaak met acute overbelasting, waarbij microscheurtjes in de pees ontstaan. Het
lichaam heeft niet de tijd dit goed te herstellen voor een volgende training waardoor er
opnieuw microscheurtjes ontstaan.
• Kortom door een disbalans tussen de (over)belasting van de pees en de mate waarin de pees
belastbaar is, ontstaat aan de onderzijde van de knieschijf een verminderde peeskwaliteit.
• De chronische irritatie van deze pees brengt dan belastingsafhankelijke klachten van pijn
en soms zwelling aan de onderzijde van de patella.
Er zijn verschillende oorzaken voor het ontstaan/onderhouden van deze klachten:
• Sprongbelasting
• Spierverkorting
• Eerdere blessure
• Verminderde romp- en bekkenstabiliteit
• Statiekafwijkingen
Symptomen
De apexitis patellae of jumper’s knee veroorzaakt lokale
pijnklachten ter hoogte van de kniepeesinsertie van de patella.
• De pijn treedt op bij het begin van de sportbelasting en
verdwijnt soms na de warming-up.
• Na het sporten komt de pijn weer terug, om pas na 24-36
uur te verdwijnen.
• Bij ernstiger vormen van dit overbelastingsletsel wordt de
pijn bij alle dagelijkse activiteiten gevoeld, zeker bij
gebogen belasting, bijv. traplopen en autorijden.
Andere klachten zijn:
• Zwelling van de kniepees
• Stijfheid en/of startpijn
Lichamelijk onderzoek
Bij lichamelijk onderzoek wordt het punctum maximum van de
pijn gevonden door in de mediaanlijn de uiterste punt van de patella te palperen (om drukpijn aan
de onderzijde van patella te onderzoeken).
, • Door druk op de patellabovenpool kantelt de onderpool naar voren, waardoor men als het ware
de achterkant van de patellapeesinsertie kan palperen, wat bij een apexitis pijnlijker is dan
palpatie van de voorzijde.
Soms is een lokale zwelling zichtbaar.
Aanvullend onderzoek
De vermoedelijke klinische diagnose kan met beeldvormend onderzoek worden ondersteund.
• Een echo of MRI-scan geeft een karakteristiek beeld dat gekenmerkt wordt door lokale
zwelling en vochtcollectie.
Behandeling
De behandeling bestaat uit:
• Aanpassen van de belasting
• Excentrische oefentherapie en andere vormen van fysiotherapie waarbij wordt geprobeerd
de doorbloeding en stofwisseling van de peesinsertie te verhogen.
• Oefentherapie: verbeteren van romp, knie en enkelstabiliteit
• Operatief: bij hardnekkige gevallen waarbij het centrale deel van de patellapees-patella-
aanhechting operatief wordt geëxcideerd.
Ziekte van Osgood-Schlatter
Bron: Orthopedie en https://www.ocon.nl/patienten/aandoeningen-en-behandelingen/osgood-schlatter
en https://www.hierhebikpijn.nl/aandoening/14/osgood-schlatter
Bij Osgood-Schlatter is er sprake van een ongecontroleerde aangroei van de tuberositas tibiae. Het
is een overbelastingsblessure van de knie tijdens de groei.
• Het komt vooral voor bij jongens tussen de 10-16 jaar die een groeispurt doormaken en aan
sport doen.
• Bij meisjes komt deze aandoening iets minder vaak voor en treedt dan op rond de leeftijd van
8-12 jaar.
Fysiologie
De insertie van een pees in bot ziet er op microscopisch niveau als volgt uit:
• Het elastische peesweefsel bestaat uit collageenvezels die
ingebed komen te liggen in het kraakbeen: vezelig
kraakbeen.
• Dit elastische kraakbeen gaat over in het gemineraliseerde
kraakbeen, dat een grotere stijfheid heeft, en ten slotte in
bot.
• Zo is er een geleidelijke overgang van elastisch naar stijf
weefsel in een klein gebied, waardoor de grote inwerkende
krachten als het ware geabsorbeerd worden.
Pathogenese
Op de volwassen leeftijd vormt de normale peesinsertie een zeer sterke verbinding, maar in de groei
is het kraakbeen van de apofyse van de tuberositas tibiae de zwakke schakel.
• Er kunnen avulsies van kraakbeenfragmenten optreden, die apart verbenen en op een
röntgenfoto de indruk wekken van schijnbaar losse botfragmenten.
• De aandoening komt voor bij kinderen die in de groei zijn omdat de pezen dan minder snel
groeien, dit veroorzaakt irritatie en uiteindelijk klachten.
,Dit kan leiden tot belastingsafhankelijke pijnklachten ter hoogte van de tuberositas tibiae en we
kunnen een zichtbare zwelling zien.
• De oorzaak is een overbelasting van de tuberositas vooral bij jonge jongens (10-15 jaar) die
veel voetballen of rennen.
• De klachten verdwijnen weer als de groeischijf rond het 17e jaar sluit.
Samengevat: de aanhechting van de kniepees op het onderbeen is geïrriteerd en ontstoken: apofysitis.
Dit veroorzaakt pijn op de aanhechting van de kniepees op de tuberositas tibiae die zich direct onder
de knie aan de voorzijde bevindt.
Symptomen
De klacht die kenmerkend is voor de ziekte van Osgood-Schlatter wordt beschreven als een
(druk)pijnlijke zwelling ter hoogte van tuberositas tibiae. Doordat de kniepees steeds trekkracht
uitoefent op de zich ontwikkelende tuberositas tibiae ontstaat er pijn.
• Vaak is er aanvankelijk alleen pijn na het sporten. Deze pijn is gelokaliseerd onder de
knieschijf.
• Uiteindelijk treedt de pijn ook op tijdens het sporten. Bijv. bij voetballen, springen, hurken,
lopen en opstaan.
• De pijn duurt meestal een halfjaar en verdwijnt in de meeste gevallen vanzelf weer.
Behandeling
De behandeling bestaat uit:
• Rust tot de pijnklachten verdwenen zijn
• Rekoefeningen voor de m. quadriceps.
o De achterliggende gedachte hierbij is dat de spieren de lengtegroei van het bot tijdens
de groeispurt niet kunnen bijbenen.
• Operatief (zelden): soms blijft op volwassen leeftijd een losse beweeglijke botkern bestaan,
juist boven de distale peesinsertie. Bij lokale pijnklachten kan deze operatief worden
verwijderd.
, Runner’s knee/patellarfemoraalsyndroom/retropatellaire
chondropathie
Bron: Orthopedie en https://www.sportmedischnetwerk.nl/runners-knee/ en
https://www.hierhebikpijn.nl/aandoening/1/tractus-iliotibialis-frictie-syndroom
Onder een runner’s knee wordt een iliotibiaal frictiesyndroom verstaan. Hierbij
komen pijnklachten voor ter plaatse van het breedste deel van de laterale
femurepicondylus. Tijdens knieflexie moet de tractus iliotibialis hier wrijvingsloos
overheen kunnen glijden.
Pathogenese
De tractus iliotibialis is een peesplaat die zich aan de buitenzijde van het
bovenbeen bevindt. Hij loopt helemaal vanaf het bekken tot aan de zijkant van de
knie. Tijdens het strekken en buigen van de knie beweegt de peesplaat over de laterale epicondyl van
het bovenbeen.
Tussen de peesplaat en de laterale epicondyl zit een soort van glad vetweefsel dat ervoor zorgt dat
tussen de langs elkaar wrijvende delen niet teveel frictie ontstaat. Wanneer dit wel gebeurt, kan het
vetweefsel gaan irriteren. Elke keer als de tractus iliotibialis over het geïrriteerde vetweefsel beweegt,
geeft dit pijnklachten aan de buitenkant van de knie. De irritatie kan dan doordringen in het
botweefsel.
Risicofactoren
• Verkeerde looptechniek (bijv. naar binnendraaien van de knie tijdens het hardlopen)
• O-benen
• Schoenen met te hoge ondersteuning aan de binnenkant van de voet
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yufantastic. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $22.31. You're not tied to anything after your purchase.