Wil jij óók een 9 halen voor privaatrecht? Bekijk dan snel mijn samenvatting! V&M Blok 1
7 views 1 purchase
Course
Privaatrecht Blok 1
Institution
Fontys Hogeschool (Fontys)
In mijn samenvatting kun je alle belangrijke topics terugvinden van de werk -en hoorcolleges. Verder benoem ik ook alle wetsartikelen en geef ik voorbeelden. Hierdoor is het voor eenieder makkelijk te begrijpen. Ik heb Enkel mijn samenvatting geleerd voor het tentamen, hiervoor haalde ik een 9.
1. Recht: een systeem van regels, aan de hand waarvan we de samenleving
met elkaar leefbaar maken en houden.
Recht is geen doel op zichzelf, maar een middel om iets te bereiken:
onderlinge verhoudingen vastleggen, nieuwe ontwikkelingen in goede
banen leiden, et cetera
Handhaving van recht is een taak van de overheid
Eigenrichting mag niet!
Vermogensrecht: onderdeel van privaatrecht. Alles wat op geld waardeerbaar
is. Onderscheid in: goederenrecht, waaronder eigendom en
verbintenissenrecht = intellectueel eigendom, zoals,
auteursrecht/patent/octrooi etc.
Privaatrecht: tussen burgers of rechtspersonen. Zij zijn bevoegd om deel te
nemen aan het rechtsverkeer. Ze zijn dus rechtsbevoegd.
Rechtspersonen (privaat): dragen ook de rechten en plichten net als personen
maar zijn bedrijven: BV, VOF, NV.
Rechtspersonen (publiek): dragen ook de rechten en plichten net als personen
maar zijn gemeenten, overheid etc.
Rechtsregels: juridisch relevant en afdwingbaar.
Overige regels: van moraal & fatsoen. Maken het leven van veel mensen op
een klein gebied leefbaar.
Publieksrecht: tussen de overheid en (rechts)personen
Rechtsregels, komen voort uit: rechtsbronnen:
- De wet
- Internationale regelingen/verdragen (EU)
- Jurisprudentie
- Gewoonte recht (ongeschreven recht)
- Rechtswetenschap
,Gewoonte recht = ongeschreven recht. BV vastgoedveiling,
handgebaren/gezichtsgebaren, net als in het casino.
Rechtswetenschap = slimme manier van het schrijven over een probleem, dit
kan worden toegepast door rechters/juristen. Komt niet vaak voor.
Dwingend recht: mag niemand vanaf wijken, ook niet wanneer er onderling
andere afspraken zijn gemaakt.
Aanvullend/regelend recht: dit geldt wanneer er geen afspraken zijn gemaakt,
dan heeft de wet een aanvullende werking, tenzij onderling wél andere
afspraken zijn gemaakt.
Voorbeeld: wettelijk gezien heeft ieder een uitwerk tijd van 30 dagen, mits er
onderling is afgesproken dat de werknemer maar 7 dagen hoeft uit te werken.
Wanneer er een van de partijen het oneens is geldt ook het aanvullend recht.
Materieel recht: inhoud alle geldende rechtsregels.
Formeel recht: gaat over de handhaving van het materieel recht.
Handboek hoe je moet procederen tegen het materiele recht. De regels die je
nodig hebt om het materiele recht te handhaven = formeel recht.
Wetten in formele zin: is tot stand gebracht door de staten generaal en de
regering (hoogste rang) wetgeving te herkennen als het woord ‘wet’ wordt
gebruikt.
Rechtssubject: alle (rechts)personen die deelnemen aan het rechtsverkeer zijn
rechtssubjecten, en een drager van rechten en plichten.
Rechtsobject: alle goederen (zaken en vermogensrechten). Zijn zelf geen drager
van rechten en plichten.
Rechtsfeit: feit dat relevant is binnen het recht.
Bloot rechtsfeit: een gebeurtenis, een toestand of een tijdsverloop. Er ontstaan
rechtsgevolgen zonder dat daar invloed op is uitgeoefend, zoals meerderjarig
worden, trouwen, etc).
Rechtshandeling: handelingen van personen met beoogd rechtsgevolg, ofwel,
handeling die gevolgen heeft binnen het recht.
Feitelijke handeling: tandenpoetsen
,Verbintenis: juridische relatie tussen twee en/of meer rechtspersonen.
Er ontstaan – vaak over en weer – verplichtingen tot het leveren van een
prestatie (beide kanten). Verbintenissen ontstaan rechtstreeks uit de wet of uit
een overeenkomst (afgeleid uit de wet).
Overeenkomst = rechtshandeling, die voor ten minste 2
(rechts)personen/rechtssubjecten verbintenissen oplevert. Vaak ontstaat er
een verplichting tot het leveren van prestaties.
Vorderingsrechten: ontstaat uit een verbintenis, het recht op een bepaalde
prestatie. Ook wel persoonlijk/relatief recht, het recht kan alleen door de
schuldeiser afgedwongen worden ten opzichte van een specifieke tegenpartij).
Rechtsvordering: een vordering (eis) die aan de rechter is voorgelegd. Het doel
hiervan is het handhaven van een recht of een recht verwezenlijken.
Objectief recht: geheel van alle geldende rechten.
Subjectief recht: een persoonlijk recht dat voortvloeit uit het objectief recht.
Jurisprudentie: alle uitspraken die door rechters zijn gedaan.
Sanctie = nietigheid
Nietig: overbodig. Nietig verklaard houdt in dat het niet wordt gebruikt of
wordt meegenomen in het rechtelijk oordeel.
Rechtsbevoegdheid: elk persoon (natuurlijk/rechtspersonen) is bevoegd om
aan het rechtsverkeer deel te nemen, sommige personen hebben daarbij de
hulp van een ander nodig (handelingsonbekwaamheid/minderjarig).
Rangorde rechten binnen wettelijke regelingen:
- Hogere regeling gaat voor een lagere regeling. Wet gaat voor.
- Jongere regeling gaat voor een oudere regeling.
- Regelingen voor een bijzonder geval gaan altijd voor algemene
regelingen.
, 2. Rechtshandelingen: hebben consequenties binnen het recht en er gaat
een handeling aan vooraf door (rechts)personen/rechtssubject. ZO NIET:
FEITELIJKE HANDELING (tandenpoetsen).
Rechtshandeling heeft een beoogd rechtsgevolg, je hebt een doel
(huurovereenkomst bijvoorbeeld).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carreeniamh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.