Wil jij ook een 7,8 halen voor publiekrecht? Klik dan snel op mijn samenvatting? V&M Blok 2
3 views 0 purchase
Course
Publiekrecht Blok 2
Institution
Fontys Hogeschool (Fontys)
In mijn samenvatting kun je de stof van week 1 t/m 6 terugvinden. Verder is hierin de stof van de werk -en hoorcolleges samengevat. Tot slot kun je hier alle belangrijke wetsartikelen, voorbeelden en illustraties vinden. Ik heb voor het tentamen mijn samenvatting geleerd, hier haalde ik een 7,8 voo...
Publiekrecht Samenvatting
Tentamenstof: Grondwet, Provinciewet, Waterschapswet en Algemene Wet Bestuursrecht
Week 1: inleiding staatsrecht (centraal) H1, H2 t/m H2.6
Wat is staatsrecht: staatsrecht gaat over de wetten die te maken hebben met organisatie
van een land.
Amendement = veranderen van het wetsvoorstel
Materieel recht: inhoud alle geldende rechtsregels.
Formeel recht: gaat over de handhaving van het materieel recht.
Handboek hoe je moet procederen tegen het materiele recht. De regels die je nodig hebt om
het materiele recht te handhaven = formeel recht.
Wetten in formele zin: is tot stand gebracht door de staten generaal en de regering (hoogste
rang) wetgeving te herkennen als het woord ‘wet’ wordt gebruikt (AVV’s).
Wet gemaakt door de wetgever = Staten-Generaal + regering = 1e en 2e kamer + ministers
+ koning (vb, Wabo).
Wet in materiele zin is hetzelfde als AVV, algemeen verbindend voorschrift, zijn geldende
rechtsregels voor overheid/burgers, waar ieder zich aan moet houden.
AMvB = (algemene maatregelen van bestuur) worden gemaakt door alleen de regering (vb,
BOR).
AWRvS = Afdeling Wetgeving Raad van State onafhankelijk adviseur van regering en
parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.
MR = ministeriele regeling wet die bindend is voor burger en overheid die gemaakt is
door een minister (vb, MOR).
Staten-Generaal/parlement = 1e en 2e kamer
Regering = koning en gekozen ministers
VNG: vereniging Nederlandse Gemeente
Eerst heb je de hoogste wetten, wetten in formele/materiele zin zoals de Wabo, opvolgend
heb je de AMvB, zoals de BOR en tot slot heb je de ministeriële regeling en daaruit vloeit de
ROR/Mor voor.
Nederland is gedecentraliseerd, want we kennen een regering/overheid (Rijk), maar taken
zijn onderverdeeld onder provincies, waterschappen en gemeenten.
Organisatie van de overheid:
De staat is Nederland, het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland, Aruba, Curaçao, Sint
Maarten en de BES-eilanden (bijzondere gemeenten)
Nederland is dus een staat, er moet sprake zijn van een grondgebied waar mensen
wonen/bewoners en een eigen staatsgezag hebben. Dit heeft Nederland soeverein, dit is ons
zelfstandige staatsgezag maar wel met een inperking van de EU, Nederland heeft als het
ware een deel van het staatsgezag uit handen gegeven aan de EU bij de oprichting van de
Europese Unie, dit omdat bepaalde onderwerpen beter geregeld kunnen worden op
grootschalig niveau buiten landsgrenzen om, op Europees niveau. (Vb: luchtkwaliteit).
Nederland is een democratische rechtsstaat.
Waarom is Nederland een rechtsstaat? Dit omdat er in Nederland grondrechten zijn (vb,
vrijheid van meningsuiting wordt hierin beschermd, vrijheid van godsdienst) ook hebben we
in Nederland legaliteitsbeginsel & specialiteitsbeginsel (verlengde van legaliteitsbeginsel) en
de Trias Politica.
,Klassieke grondrechten, verplichten de overheid tot onthouding van optreden.
(Vb, vrijheid van godsdienst, meningsuiting, vereniging, vergadering, betoging en onderwijs)
Sociale grondrechten (vanaf art. 19 GW), geven aanspraak op het actieve
overheidsoptreden. Kenmerkend voor deze grondrechten is dan ook het gebruik van het
woord ‘zorg’ van de overheid. Deze grondrechten zijn in beginsel niet in rechte afdwingbaar,
klassieke grondrechten wel.
(Vb, bevorderen van voldoende werkgelegenheid, bestaanszekerheid van bevolking,
bewoonbaarheid van het land)
Beperkte grondrechten, wanneer er ‘behoudens ieders verantwoordelijk volgens de wet’ in
een artikel staat, betekent dit dat het een beperkt grondrecht is. Wanneer er ‘bij of
krachtens de wet’ in een artikel staat, dan kan de lagere wetgever beperkingen in hun
verordeningen vast leggen.
Legaliteitsbeginsel:
Ons openbaar bestuur, ofwel de partijen in de staat die die macht hebben gekregen, die
moeten ook deze macht begrensd hebben gekregen.
Dat hebben zij gekregen doordat er in de wetten precies staat wat zij wel mogen en wat niet.
Alles wat de overheid doet moet gebaseerd zijn op de wet, overheidsoptreden moeten altijd
een wettelijke grondslag hebben, het gaat dus over de bevoegdheid om als overheid te
handelen en slechts gebruikt mag worden voor zover de wettelijke regels en
rechtsbeginselen dit toestaan. (Vb, als je iets wil bouwen, moet je een omgevingsvergunning
voor bouwen aanvragen, het bestuur mag alleen beslissen wanneer er belangen in het kader
van bv deugdelijkheid van bouwwerken afwegen).
Specialiteitsbeginsel:
Buiten dat de overheid alleen mag handelen over hetgeen wat in de wet moet zijn gelegen,
mag het openbaar bestuur in de gevallen waarvoor de wet is vastgesteld alleen het
specifieke belang behartigen waarvoor die wet is bedoeld.
Trias Politica; centraal
De trias politica is een politiek systeem dat gebruikt wordt voor het besturen van een staat.
Een staatsinrichting waarin de staat in drie organen is opgedeeld; een wetgevende,
rechterlijke en uitvoerende macht die elkaars functioneren bewaken.
Wetgevende macht: Staten-Generaal + regering, taak: vaststellen van hoogste wetten,
algemeen verbindende voorschriften (avv’s), dit bevat algemeen verbindende rechtsregels,
ofwel wet in materiële zin.
Staten-Generaal, taak: controleren regering, komt terug in uitvoerende macht.
Uitvoerende macht: de regering, taak: toepassen en uitvoering van regels. Wordt
nauwkeurig gecontroleerd door de Staten-Generaal en de Tweede Kamer & Eerste Kamer
(vb, het coronabeleid), hier hebben ze rechten voor, zie tabel hieronder.
Rechterlijke macht: verschillende instanties (vb, rechtbanken, Raad van State, Hoge Raad en
hoven), taak: uitspraak doen in juridische geschillen.
Scheiding is niet geheel zuiver doorgevoerd in Nederland: uitvoerende macht zit bij de
Staten-Generaal en kunnen alleen samen wetten maken, ook de Raad van State, heeft twee
machten onder zich namelijk de afdeling wetgeving die adviseert in de wetgeving
vraagstukken en de rechterlijke macht namelijk de afdeling rechtsuitspraak en de regering
die heeft uitvoerende macht en zit ook in de wetgevende macht.
, Democratie: ons land is ook democratisch, ofwel een land met een bestuursvorm waarin het
volk regeert. Uitganspunt: burger kan invloed uitoefenen op het functioneren van de
overheid. Kiesrecht: het recht om als individu deel te nemen aan het politieke proces in een
land of andere bestuurlijke eenheid/organisatie doormiddel van verkiezingen, actief: recht
om te stemmen en passief: recht om gekozen te worden, en andere manieren.
Week 2: Staatsrecht (decentraal) gemeenten, provincies en
waterschappen H2.7
Decentralisatie: algemeen overheid: Het overdragen van taken en bevoegdheden aan lagere
overheden
Niet alle overheidsbevoegdheden worden op het centrale niveau uitgevoerd. Een groot
aantal bevoegdheden komt toe aan de organen van lagere publiekrechtelijke lichamen, zoals
de gemeenten, provincies en waterschappen. Nederland wordt om die reden ook wel betiteld
als gedecentraliseerde eenheidsstaat. Veel belangrijke bevoegdheden liggen bij de formele
wetgever (Staten-Generaal + regering) maar ook veel bevoegdheden zijn toebedeeld aan
gemeenten, provincies en waterschappen, ook wel aangeduid als de decentrale overheden.
Dualisme art 13 GW
Gemeenten en provincies: die op grond van territoriaal zijn uitgekozen om te besturen, dat
wil zeggen, grondgebied bepaald waar zij hun regels kunnen uitvoeren. Denk hierbij aan de
gemeenten/provinciegrenzen
Waterschap: heeft andere reden van oprichting als decentraal bestuursniveau, zij hebben
namelijk de taak om de kwaliteit en de kwantiteit van het water in Nederland te
waarborgen, en die taak willen ze uitvoeren rondom stroomgebieden waar zij rondom zijn
georganiseerd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carreeniamh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.19. You're not tied to anything after your purchase.