Essay
diagnostisch verslag
- Course
- Institution
diagnostisch verslag
[Show more]Preview 2 out of 8 pages
Some examples from this set of practice questions
1.
Welk symbool is sample proportie?
Answer: ^p
2.
Hoeveel successen en mislukkingen heb je minimaal nodig om een confidence interval te berekenen van een sample?
Answer: beide 10
3.
Welke methode gebruik je als de successen en/of mislukkingen minder dan 10 zijn? hoe werkt dit?
Answer: Je gebruikt dan de plus vier methode, x + 2 / n + 4
4.
Welke significantie test gebruiken we voor 1 proportie? Wat zijn de voorwaarden?
Answer: Z toets, successen en mislukkingen beide 1o of groter en als de populatie 20x zo groot is als het sample
5.
Wanneer je de sample grootte n niet weet, gebruik je de n formule. Welke p waarde kan je dan het best gebruiken en waarom?
Answer: p = 0.5 omdat de marge van error het grootst is bij deze waarde.
Some examples from this set of practice questions
1.
Is de explanatory variabele afhankelijk of onafhankelijk?
Answer: onafhankelijk
2.
Als er wordt gevraagd hoe groot een tabel is, doe je dan r x c of c x r
Answer: r x c, eerst de rijen dan de colomns
3.
Wat is de nulhypothese bij een two-way tabel?
Answer: er is geen associatie tussen de rijvariabele en de kolomvariabele
4.
Wanneer gebruik je de chi-square test?
Answer: Bij het vergelijken van twee categorische variabelen
5.
Test je voor de alternatieve hypothese eenzijdig of tweezijdig?
Answer: Tweezijdig
Some examples from this set of practice questions
1.
Vul in op de juiste plek: onafhankelijk, X, Y, afhankelijk Een response variabele is ...1... en wordt gezet op de ...2...-as. Een explanatoy variabele is ...3... en wordt gezet op de ...4...
Answer: 1 afhankelijk 2 Y 3 onafhankelijk 4 X
2.
Waarvoor dient een scatterplot?
Answer: Dit laat de relatie tussen twee kwanitatieve variabelen zien die gemeten zijn bij dezelfde individuen
3.
Hoe onderzoek je een scatterplot?
Answer: Kijk naar het algemene patroon en voor opvallende afwijkingen. Beschrijf het algemene patroon door: vorm (lineair of niet), richting (+ of - ) en kracht (sterk of zwak)
4.
Wat meet correlatie?
Answer: De richting en kracht van een lineaire relatie tussen twee kwantitatieve variabelen.
5.
JUIST OF ONJUIST? 1. correlatie maakt geen gebruik tussen onderscheid tussen explanatory en response variabelen. 2. correlatie vereist dat beide variabelen kwantitatief zijn. 3. het maakt uit welke meeteenheden je gebruikt 4. correlatie zit altijd tussen -1 en 1 5. correlatie beschrijft zowel een lineaire relatie als curved relatie 6. correlatie wordt niet beïnvloed door outliers
Answer: 1. juist 2. juist 3. onjuist 4. juist 5. onjuist, alleen lineair 6. onjuist, zeker wel
Some examples from this set of practice questions
1.
Wat bestudeert lineaire regressie?
Answer: de relatie tussen een respons variabele Y en een verklarende variabele X
2.
Juist of onjuist: we stellen dat de respons variabele y normaal verdeeld is
Answer: Juist, met een gemiddelde dat afhangt van x
3.
Waaruit bestaat FIT
Answer: Gemiddelden van de subpopulaties
4.
waarvoor staat RESIDUAL?
Answer: presenteert afwijkingen in de data van de lijn van populatiegemiddelden. Met de aanname dat deze afwijkingen normaal zijn verdeeld
5.
b0 is de : ..?.. en b1 is de:..?..
Answer: intercept en slope
Some examples from this set of practice questions
1.
Wanneer gebruik je de one way anova?
Answer: om data te analyseren als er één manier is om populaties te classificeren, met een factor.
2.
wanneer gebruik je de two way anova?
Answer: als je twee factoren gaat onderzoeken
3.
Wat is het DOEL van anova?
Answer: toetsen of de geobserveerde verschillen binnen sample gemiddelden significant zijn
4.
Wat doet de two sample t statistiek?
Answer: vergelijkt de gemiddelde van TWEE populaties. anova: meer populaties
5.
Wat is t2 ook wel?
Answer: F
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentorthopeda. Stuvia facilitates payment to the seller.
No, you only buy these notes for $10.13. You're not tied to anything after your purchase.
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
73918 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now